baas boven baas
 

Ik wacht op goddelijke interventie
en verwacht het toch nu heel snel.
De woorden verstoppen zich,
denken dat ik ze niet zie
misschien lachen ze wel.

Ze lachen me uit,
om mijn zogenaamde creativiteit.
Ze weten dat ik niet zonder kan
ik haat die afhankelijkheid.
Zou zo graag eigen baas willen zijn.

Baas over de spelling, het verlangen
woorden te bedenken,
gedachten te vangen.
Baas over bedenksels,
melodieën en rijm.
Zou gewoon zo heel graag
bedenker van alles willen zijn.

De laatste zin vind ik leuk. Er zitten mindere dingen in dit gedicht, maar ook leuke dingen. Ik vind het vooral jammer dat het niet zo heel goed loopt. In de eerste zin kunt je dat wat mij betreft al verbeteren door ervan te maken:

Ik wacht op god'lijke interventie
en verwacht het nu heel snel.

De zin die daarnakomt vind ik goed, 'misschien lachen ze wel' is hip. De zin daarna is echter weer jammer, het herhalen van 'lachen', daar zou ik wat anders van maken. De hele middelste strofe vind ik trouwens niet zo leuk, daar kun je meer mee, denk ik.

De laatste strofe vind ik wel weer goed, hoewel je hier drie keer 'bedenken' in verschillende vormen gebruikt. Van 'bedenksels' zou ik wat anders maken.