Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Verhalen & Gedichten (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=25)
-   -   Fantasie verhaal met zijn allen schrijven!! (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1373776)

Ilsuuuh 10-03-2006 17:31

Fantasie verhaal met zijn allen schrijven!!
 
hallo ik heb net een leuk idee gekregen, het lijkt mij leuk om met zen alleen een fantasieverhaal te schrijven, het is de bedoeling dat je reagert op de persoon voor je (met minimaal 3 regels) je mag natuurlijk meerdere keren meedoen!!!!
hoop dat julliemeewerken!!

Ik begin :D


-------------------------------------------------

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen.

lukas15 10-03-2006 17:37

Citaat:

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. [/B]
De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...

Vogelvrij 10-03-2006 17:59

Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld. "O..."

Sylph 10-03-2006 19:03

"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".

Cherry Springs 10-03-2006 19:20

'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.

joes 10-03-2006 19:22

"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.

Sylph 10-03-2006 19:33

"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".

Quis 10-03-2006 20:02

de boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.

(offtopic: wat een humor)

Sylph 10-03-2006 21:02

Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.

Mr Soija verwijderd 10-03-2006 21:42

"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.

Sylph 10-03-2006 21:47

"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.

Mr Soija verwijderd 10-03-2006 21:51

Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.

edit: ben een beginner, eerste keer eigenlijk dit, maar ik moet oefenen toch :D ?

Sylph 10-03-2006 21:54

De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan.

Blood Fire Rage 11-03-2006 06:08

[ik doe niet mee aan jullie leuke verhaaltje, maar ik vind wel dat degene die er aliens in heeft gestopt een acute aanval van agressieve tenenkaas zou moeten krijgen]

Uitzicht 11-03-2006 10:56

[Ik vroeg me al af wanneer zo'n topic weer zou komen :) Kunnen we niet het verhaal kopiëren en dan er aan verderschrijven, want zulke korte stukken zijn maar niks. Nu schrijf ik nog niks erbij, maar gooi alles op één hoop.]

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan.

Vogelvrij 11-03-2006 14:30

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?

Sylph 11-03-2006 16:34

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen.

Jolyne 12-03-2006 12:30

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

Mr Soija verwijderd 13-03-2006 14:32

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Mr Soija verwijderd 13-03-2006 14:32

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Sylph 13-03-2006 14:44

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Ze stond in een grote, hoge zaal. Om haar heen zaten wezens, met lege, dromerige ogen. Een onnatuurlijke hoge stem zei iets. Het klonk onnatuurlijk, langzaam, en het drong plotseling tot Dien door dat ze kon verstaan wat het wezen zei. 'Deze indringer moet vernietigd worden in het Alumbaal. Wie is vóór deze beslissing?' Om haar knikten de wezens langzaam en bedachtzaam. 'Deze beslissing is aangenomen door het Ogenlijke Huis.' Boeien sloten zich om Diens handen.

Ilsuuuh 15-03-2006 12:34

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Ze stond in een grote, hoge zaal. Om haar heen zaten wezens, met lege, dromerige ogen. Een onnatuurlijke hoge stem zei iets. Het klonk onnatuurlijk, langzaam, en het drong plotseling tot Dien door dat ze kon verstaan wat het wezen zei. 'Deze indringer moet vernietigd worden in het Alumbaal. Wie is vóór deze beslissing?' Om haar knikten de wezens langzaam en bedachtzaam. 'Deze beslissing is aangenomen door het Ogenlijke Huis.' Boeien sloten zich om Diens handen.
Er ging een fel groen licht branden, het leek alsof Dien in een hele lange gang terecht was gekomen. Ze wist niet wat te doen dus besloot ze om maar een stukje verder de gang in te lopen. De gang zat vol met allemaal groenachtig slijm, plots klonk er een harde gil. Dien keek geschrokken om zich heen, ze zag niets dat anders was als net. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en zag aan het einde van de gang een zwarte vlek, ze knipperde nog eens en de vlek was weer verdwenen.


offtopic... word een best leuk verhaal, al vind ik aliens enzoo niet zo super maar misschien veranderd het nog wel.. haha, je weet maar nooit hea!!

Mr Soija verwijderd 15-03-2006 20:36

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Ze stond in een grote, hoge zaal. Om haar heen zaten wezens, met lege, dromerige ogen. Een onnatuurlijke hoge stem zei iets. Het klonk onnatuurlijk, langzaam, en het drong plotseling tot Dien door dat ze kon verstaan wat het wezen zei. 'Deze indringer moet vernietigd worden in het Alumbaal. Wie is vóór deze beslissing?' Om haar knikten de wezens langzaam en bedachtzaam. 'Deze beslissing is aangenomen door het Ogenlijke Huis.' Boeien sloten zich om Diens handen.
Er ging een fel groen licht branden, het leek alsof Dien in een hele lange gang terecht was gekomen. Ze wist niet wat te doen dus besloot ze om maar een stukje verder de gang in te lopen. De gang zat vol met allemaal groenachtig slijm, plots klonk er een harde gil. Dien keek geschrokken om zich heen, ze zag niets dat anders was als net. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en zag aan het einde van de gang een zwarte vlek, ze knipperde nog eens en de vlek was weer verdwenen.

De wezens zeiden iets in een andere taal tegen elkaar. "Kërí Potër Pulëäbardhavsänog" Eén richtte zich weer naar Dien toe: "Welk boek heb je daar in je handen?"
Ondertussen probeerde Dien met haar sylphanator300 de taal te ontcijferen. Beep! Beep! Het Lcd-schermpje gaf aan dat de taal Valakar werd gesproken. Op de volgende regel stond de vertaling: ...

Sylph 15-03-2006 20:42

Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Ze stond in een grote, hoge zaal. Om haar heen zaten wezens, met lege, dromerige ogen. Een onnatuurlijke hoge stem zei iets. Het klonk onnatuurlijk, langzaam, en het drong plotseling tot Dien door dat ze kon verstaan wat het wezen zei. 'Deze indringer moet vernietigd worden in het Alumbaal. Wie is vóór deze beslissing?' Om haar knikten de wezens langzaam en bedachtzaam. 'Deze beslissing is aangenomen door het Ogenlijke Huis.' Boeien sloten zich om Diens handen.
Er ging een fel groen licht branden, het leek alsof Dien in een hele lange gang terecht was gekomen. Ze wist niet wat te doen dus besloot ze om maar een stukje verder de gang in te lopen. De gang zat vol met allemaal groenachtig slijm, plots klonk er een harde gil. Dien keek geschrokken om zich heen, ze zag niets dat anders was als net. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en zag aan het einde van de gang een zwarte vlek, ze knipperde nog eens en de vlek was weer verdwenen.

De wezens zeiden iets in een andere taal tegen elkaar. "Kërí Potër Pulëäbardhavsänog" Eén richtte zich weer naar Dien toe: "Welk boek heb je daar in je handen?"
Ondertussen probeerde Dien met haar sylphanator300 de taal te ontcijferen. Beep! Beep! Het Lcd-schermpje gaf aan dat de taal Valakar werd gesproken. Op de volgende regel stond de vertaling:

"Harry Potter en de Half Bloed Prins". Dat moest een fout zijn. Dien drukte opnieuw op het blauwe vertaalknopje. "Harry Potter en de Half Bloed Prins". Dien schreeuwde. Ze krijsde. Ze brulde tot haar leven met haar afgestorven stem voorbijkwam en haar verlamde en tegelijkertijd een enorme warmte verschafte. Ze was bang, ja. Maar Harry Potter was bij haar.

Mr Soija verwijderd 15-03-2006 20:50

Teamwork (y) :cool:

Ilsuuuh 17-03-2006 14:53

Citaat:

Sylph schreef op 15-03-2006 @ 21:42 :
Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Ze stond in een grote, hoge zaal. Om haar heen zaten wezens, met lege, dromerige ogen. Een onnatuurlijke hoge stem zei iets. Het klonk onnatuurlijk, langzaam, en het drong plotseling tot Dien door dat ze kon verstaan wat het wezen zei. 'Deze indringer moet vernietigd worden in het Alumbaal. Wie is vóór deze beslissing?' Om haar knikten de wezens langzaam en bedachtzaam. 'Deze beslissing is aangenomen door het Ogenlijke Huis.' Boeien sloten zich om Diens handen.
Er ging een fel groen licht branden, het leek alsof Dien in een hele lange gang terecht was gekomen. Ze wist niet wat te doen dus besloot ze om maar een stukje verder de gang in te lopen. De gang zat vol met allemaal groenachtig slijm, plots klonk er een harde gil. Dien keek geschrokken om zich heen, ze zag niets dat anders was als net. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en zag aan het einde van de gang een zwarte vlek, ze knipperde nog eens en de vlek was weer verdwenen.

De wezens zeiden iets in een andere taal tegen elkaar. "Kërí Potër Pulëäbardhavsänog" Eén richtte zich weer naar Dien toe: "Welk boek heb je daar in je handen?"
Ondertussen probeerde Dien met haar sylphanator300 de taal te ontcijferen. Beep! Beep! Het Lcd-schermpje gaf aan dat de taal Valakar werd gesproken. Op de volgende regel stond de vertaling:

"Harry Potter en de Half Bloed Prins". Dat moest een fout zijn. Dien drukte opnieuw op het blauwe vertaalknopje. "Harry Potter en de Half Bloed Prins". Dien schreeuwde. Ze krijsde. Ze brulde tot haar leven met haar afgestorven stem voorbijkwam en haar verlamde en tegelijkertijd een enorme warmte verschafte. Ze was bang, ja. Maar Harry Potter was bij haar.

Het was alsof Dien in een bioscoopfilm beland was. Ze zag Harry Potter, hij zag er zo levenecht uit. Net zoals in de film, die gitzwarte haren, die bril en natuurlijk niet te vergeten het litteken. Het was allemaal heel vreemd en wat nog vreemder was, hij zij helemaal niets tegen haar. Hij stond daar maar een beetje met zijn stok heen en weer te zwaaien en sprak mompelend een taaltje waar Dien helemaal niets van begreep.

Ondertussen was Lisa al lang weer terug op het bankje waar het avontuur begonnen was. Ze was meegenomen door een UFO, maar het was een grap, de Aliens waren geen Aliens maar een groep oudere jongens die een grap probeerde uit te halen. In het begin was Lisa erg bang en dacht dat ze haar vrienden en familie nooit meer terug zou zien. Maar na tien minuten had Lisa door dat dit niet echt was. Voor de grappenmakers was de lol er toenook af en hebben ze haar maar weer terug gebracht naar de plek waar ze haar gevonden hadden. Lisa begreep alleen niet waar haar vrienden gebleven waren. Ze ging dus maar een eindje lopen om te kijken of ze misschien bij de snackbar waren waar zeelk zaterdagmiddag zitten. Maar tevergeefs, Lisa zag haar twee vriendinnen niet. Plots hoorde ze het hoefgekletter van een paard op de weg. Lisa keek om en zag een heel mooi wit paard aan komen galloperen, het leek wel het paard van Gandalf. Lisa keek nog eens goed.

Mr Soija verwijderd 17-03-2006 15:02

:cool: Nu Narnja nog

Ilsuuuh 17-03-2006 15:06

jaja:P waarom schrijft niemand meer verder meej :( hahaha...

Mr Soija verwijderd 17-03-2006 15:20

een beetje dood en rustig, doordat iemand zonodig alians in het verhaal moest plaatsen, ik heb tevergeefs geprobeerd die alians eruit te halen, door er een droom van te maken, maar ja

Ilsuuuh 17-03-2006 15:26

haha, ja vin de aliens ook nie echt geweldig maarjaa.. laten we maar weer ontopic gaan:P W8 ik heb een ID:P hahaaha


Het was een koude maar toch wel zonnige woensdagmiddag. Lisa zat samen met haar vrienden op een bankje na te denken over wat ze vanmiddag zouden gaan doen. De hemel speelt ook mee in dit verhaal en zond een UFO die vlak boven het bankje bleef zweven. Uit de UFO touwladderde een vreem mannetje naar beneden dat Lisa stevig beetpakte. Hij klom snel weer omhoog, Lisa in zijn armen. De UFO was weer weg...
Haar vrienden keken elkaar schaapachtig aan. "Waar is Lisa heen?", vroeg de kleinste. "Meegenomen door een UFO", zei de wat grotere verveeld.
"O..."
"Dat gebeurt zoveel", zei Pien. "Ik heb laatst er nog een boek over gelezen over wonderbaarlijke dingen enzo". "Wat lees jij zoal?" vroeg Dien op een toon alsof Pien nu echt gestoord was geworden. "Nou ja, over wonderbaarlijke dingen dus. En over spiritualiteit en over geesten enzo". "Met glaasje draaien enzo?" vroeg Dien. "Ja", zei Pien, "ook dat gebeurt zoveel".
"vertel eens" zei Dien, maar Pien schudde haar hoofd en keek weer omhoog. "Wat zou ze daar nu doen?" vroeg ze zich hard op af. Dien haalde zijn schouders op en sprong van het bankje. "Vast iets met dat mannetje". "O". Het bleef even stil terwijl Dien weg slenterde. "Moeten we haar niet redden?" riep Pien hem achterna. "Nah, weet niet" reageerde Dien. Pien haalde haar schouders op en sprong van het bankje. Ze liep de andere kant op maar bedacht zich en draaide weer om. "We kunnen glaasjes draaien, Dien?" riep ze.
'Wat een onzin' zei Dien, 'als je dood bent, ben je dood. Weg. Opgedonderd.' Op dat moment raakte een ijzige windvlaag haar gezicht. Dien kreeg het ontzettend koud, en het leek wel of ze een soort van maniakaal gelacht hoorde, dat zachtjes wegstierf.
"Neenee, ik ken een meisje die zegt dat dat heel gevaarlijk is!" zei Pien. "Ah, wat een onzin - alsjeblieft?" zei Dien. "Nou ja, ok dan" zei Pien. "Mijn huis?" "Is goed" zei Dien, "dan kunnen we meteen even langs de boekhandel." Het was druk bij de boekhandel. Overal stonden mensen te bladeren. "Jij vraagt het maar!" zei Rien sissend tegen Pien, "je denkt toch niet dat ik voor lul ga staan?" "Uhm meneer," zei Pien, "ik zoek een boek over ehm, glaasje draaien". "U weet wel, om geesten op te roepen enzo".
De boekhandelaar jaagde de twee hardhandig weg, hier moest hij niks van hebben. Pien en Dien stonden weer op straat. Nog voor ze in snikken konden uitbarsten om deze grote mislukking kwam de UFO weer aanzweven. Ze kwamen in het magnetische van het gevaarte veld en werden weldra opgezogen.
Het was koud. Er klonk een geruis, soms weer zacht, dan weer hard - maar toch onbeschrijvelijk ver weg. Een stem galmde door de lege ruimte.

Dien werd als eerste wakker. "Waar zijn we?", vroeg ze.
"Oh ja, dit heb ik ooit in één van mn boeken gelezen. Er zat een plaatje bij." "Wat bedoel je? Wat heb je gelezen in dat boek?", vroeg Dien geschrokken. "Nou, dat UFO's er van binnen zo uit zien."
Iets slijmerigs gleed de nek van Dien in.
"Gadverdamme, een tentakel!" riep Dien verschrikt. Als een bezetene rende ze naar de andere kant van de ruimte, maar er was geen kant. Ze was beland in een oneindig zwarte ruimte. In de verte scheen een zwak licht. Dien rende, rende, tot ze niet meer kon. Toen zag ze wat het was. Het was een glas met een lichtje. Een oude vrouw mompelde iets.
Dien kon de woorden niet tot taal vormen. "PLEB KLEB VEGHS JEUB ASNHEB" "Hellllllllllllllllllllllllp!!!!" Dien draaide zich snel om en probeerde op te staan om naar Plien te rennen. Intussen werd Plien zwevend in de lucht naar beneden gezogen. Dien kon van hier niet zien wat het was. Wel hoorde hij een kleine sis links achter hem.
De oude vrouw begon harder te mompelen. Het klonk als een gebed: een lang, droef gebed. Uit elke lettergreep sprak het onmetelijke verdriet. De woorden trilden in de lucht en vormden geluiden die Dien nog nooit gehoord had. Pien was weg. De sis bleek haar leeglopende lichaam te zijn. De oude vrouw hief een klaaglied aan. Haar stem verhief en verhoog en Dien wilde het liefst haar handen over oren leggen, maar het leek alsof ze was versteend.

Na een tijdje stopte de vrouw met zingen en Dien ontwaakte uit haar verdoving. Voorzichtig liep ze naar Pien toe. Ze wist niet zeker of ze wilde zien hoe ze eraan toe was, maar ze moest toch iets doen?
Maar het was Pien niet meer. Een afzichtelijk lege massa vormde een lichaam. Dien huiverde. In de verte klonk een zachte stem. Naast haar klonk opeens "Gegroet gij aardelingen!". Een man stond naast Dien. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal. Hij was lang, en droeg een lange mantel. Hij drukte haar een briefje in de handen. Het was een gewoon papiertje, zoals je die zo vaak ziet. Met grote hanenpoten stond er opgeschreven: Gegroet, gij aardling. Wij zijn zeer verheugd u hier te mogen ontvangen. Maar wilt u nu onmiddelijk weer terug gaan, naar uw koude, zielloze planeet?

De zon scheen door Diens oogleden. Langzaam opende ze haar ogen. "Was alles maar een droom? Of..."

Ze stond in een grote, hoge zaal. Om haar heen zaten wezens, met lege, dromerige ogen. Een onnatuurlijke hoge stem zei iets. Het klonk onnatuurlijk, langzaam, en het drong plotseling tot Dien door dat ze kon verstaan wat het wezen zei. 'Deze indringer moet vernietigd worden in het Alumbaal. Wie is vóór deze beslissing?' Om haar knikten de wezens langzaam en bedachtzaam. 'Deze beslissing is aangenomen door het Ogenlijke Huis.' Boeien sloten zich om Diens handen.
Er ging een fel groen licht branden, het leek alsof Dien in een hele lange gang terecht was gekomen. Ze wist niet wat te doen dus besloot ze om maar een stukje verder de gang in te lopen. De gang zat vol met allemaal groenachtig slijm, plots klonk er een harde gil. Dien keek geschrokken om zich heen, ze zag niets dat anders was als net. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en zag aan het einde van de gang een zwarte vlek, ze knipperde nog eens en de vlek was weer verdwenen.

De wezens zeiden iets in een andere taal tegen elkaar. "Kërí Potër Pulëäbardhavsänog" Eén richtte zich weer naar Dien toe: "Welk boek heb je daar in je handen?"
Ondertussen probeerde Dien met haar sylphanator300 de taal te ontcijferen. Beep! Beep! Het Lcd-schermpje gaf aan dat de taal Valakar werd gesproken. Op de volgende regel stond de vertaling:

"Harry Potter en de Half Bloed Prins". Dat moest een fout zijn. Dien drukte opnieuw op het blauwe vertaalknopje. "Harry Potter en de Half Bloed Prins". Dien schreeuwde. Ze krijsde. Ze brulde tot haar leven met haar afgestorven stem voorbijkwam en haar verlamde en tegelijkertijd een enorme warmte verschafte. Ze was bang, ja. Maar Harry Potter was bij haar.


Het was alsof Dien in een bioscoopfilm beland was. Ze zag Harry Potter, hij zag er zo levenecht uit. Net zoals in de film, die gitzwarte haren, die bril en natuurlijk niet te vergeten het litteken. Het was allemaal heel vreemd en wat nog vreemder was, hij zij helemaal niets tegen haar. Hij stond daar maar een beetje met zijn stok heen en weer te zwaaien en sprak mompelend een taaltje waar Dien helemaal niets van begreep.

Ondertussen was Lisa al lang weer terug op het bankje waar het avontuur begonnen was. Ze was meegenomen door een UFO, maar het was een grap, de Aliens waren geen Aliens maar een groep oudere jongens die een grap probeerde uit te halen. In het begin was Lisa erg bang en dacht dat ze haar vrienden en familie nooit meer terug zou zien. Maar na tien minuten had Lisa door dat dit niet echt was. Voor de grappenmakers was de lol er toenook af en hebben ze haar maar weer terug gebracht naar de plek waar ze haar gevonden hadden. Lisa begreep alleen niet waar haar vrienden gebleven waren. Ze ging dus maar een eindje lopen om te kijken of ze misschien bij de snackbar waren waar zeelk zaterdagmiddag zitten. Maar tevergeefs, Lisa zag haar twee vriendinnen niet.

Plots hoorde ze het hoefgekletter van een paard op de weg. Lisa keek om en zag een heel mooi wit paard aan komen galloperen, het leek wel het paard van Gandalf. Lisa keek nog eens goed. Op de rug van het droom paard zag ze Dien zitten, ze rende er naar toe om te vragen waar Pien was. Dien was zo geshockeerd dat ze geen woord kon uitbrengen. Het paard knielde en Dien rolde zachtjes op de grond. Het paard likt haar over haar gezicht en zo snel als het paard gekomen was, was hij ook weer weg. Lisa knielde naast Dien, die helemaal wit was geworden.


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 14:40.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.