2 gedichten
 

Mijn steun en toeverlaat

Steeds als ik aan je denk dan wordt ik blij.
Ik zie je mooie manenen en lieve ogen voor mij.
Ik vindt je echt heel lief.
Je bent mijn enige echte hartendief.

Maar hoe denk jij over mij
Vindt jij mij snel boos,koppig,lelijk of juist heel saai.
Of zie je mij als een doorzetter die goede cijfers heeft en graag andere helpt.
Maar in ieder geval jij bent mijn held.

Soms nou best wel vaak ben je koppig en bijt je graag.
Bokken doe je ook wel vaak maar dan word ik even boos en dan luister je weer graag.
Ondanks alle malle dingen die je doet.
Jij maakt mijn dag altijd goed.


Het leven

Het leven geeft vreugde en verdriet.
Ook al zeggen sommige mensen van niet.
Mensen die lang verdrietig zijn zien de vreugde niet meer komen
Maar na de wolken en de bomen zie je de zon toch weer ook weer opkomen

Het leven geeft liefde en haat
En sommige mensen denken dat er niemand achter hun staat
Daardoor voelen hun de liefde niet
En dat doen hun vrienden en familie heel veel verdriet

Het leven geeft van alles wat hier boven staat wat
En dat is iets wat ik ooit zelf ook vergat
Het leven is een groot spel die je moet uitspelen
Dan pas zal je je liefde aan iedereen kunnen geven

sorry, ik vind ze iets te gerijmt.. wat je wil zeggen is wel duidelijk

Daar ben ik het helemaal mee eens.

ik ook!

Hoe zorg ik er voor dat mijn gedicht dan verbetert

hmm eens kijken...

nou je zou kunnen beginnen niet meer zo vaak twee zinnen achter elkaar meteen te laten rijmen; in rijmschema uitgedrukt noem je dat AABBCC en dat komt nogal sinterklaasachtig over; en dat wil je vaak niet. moet je je voorstellen dat jij probeert een gevoel over te brengen en dat heel je publiek zit te wachten tot je gaat zeggen "afzender: de sint en z'n pieten"

Je kunt bijvoorbeeld rijmschema ABAB gebruiken voor de verandering als in:

ik houw van DROP
verkeerd is FOUT
nee, dit slaat nergens OP
maar mijn hart is van GOUD

of ABCB waarbij de eerste en de derde regel niet rijmen (want niet alles hoeft te rijmen in een gedicht):

dit is een APPEL
dit is een PEER
vijf is VEEL
maar zeven is MEER


nog een kleine kanttekening: "komen" en "opkomen" rijmen niet; ook al eindigen ze op hetzelfde; zeg het maar eens een paar keer achter elkaar dan merk je dat dat niet lekker loopt/rijmt.

Ik hoop dat je hier wat aan hebt en succes met dichten!

gegroet,

Johan

wat zijn manenen? :confused:

"manen" lijkt me; zo heten de haren van een paard toch? spelfoutje moeten we niet moeilijk over doen ;)

Diane, er staan nog wel wat fouten in maar het kan natuurlijk zijn dat je dat wat moeilijker ziet, behalve veel lezen kun je daar verder ook niet zoveel aan doen. Dat vergeven we je wel :)

Ik zal er een aantal noemen die me opvallen; dan kun je er iets beter op letten:

* je schrijft "wordt ik", "ik vindt" en "vindt jij"
de stam van het werkwoord worden is "word"
en bij vinden is de stam "vind"
de officiële regel is dat als het om "ik" gaat of als "je/jij" achter het werkwoord staat dat je alleen de stam moet gebruiken; dan moet je er dus geen t achter plakken.

ik vind
vind ik
jij vindt
vind jij
hij vindt
vindt hij

* "achter hun staat" moet zijn "achter hen staat"
het is HUN auto; de auto is van HEN
zie je het verschil?

* "Het leven is een groot spel die je moet uitspelen"
het woord "die" in deze zin moet "dat" worden; de officiële reden daarvoor is dat het woord "spel" (waar "die/dat" naar moet verwijzen) onzijdig is; maar meestal doe je dat gewoon op gevoel en als je twijfelt kijk je in het woordenboek of "spel" onzijdig is of mannelijk/vrouwelijk
is het mannelijk of vrouwelijk? dan verwijs je ernaar met "die"
is het onzijdig? dan verwijs je ernaar met "dat"

ik wil je niet afzeiken ofzo hoor; ik geef gewoon wat aanwijzingen en je moet maar kijken wat je er mee doet.

gegroet,

Johan

Ten eerste wist ik niet dat het over een paard ging. Ik dacht eerst wel dat het manen moest zijn maar dat sloeg nergens op, omdat ik in de veronderstelling was dat het over een jongen ging :)

okay dan ;)