[WISKUNDE a1 VWO] Paar vragen over statistiek met grafische rekenmachine
 

1:

In L1 en L2 voer je een lijst in met getallen. In L3 doe je CumSum(L2) voor de somfrequentie. Nu wil ik de relatieve somfrequentie bereken dmv L3/sum(L3) x100, maar dan krijg ik een hele andere lijst dan ik zou moeten krijgen! Hoe bereken ik toch de relatieve somfrequentie?

En:

2:

L1: lijst met jaartallen
L2: lijst met aantal naturalisaties (bijv. 35000, 40000)

Nu wil ik een frequentiepolygoon maken met op de X-as de jaartallen en op de Y-as de getallen uit L2. Hoe doe ik dat?

relatieve cummulatieve som = cummulatieve som / aantal waarden = L3 / max(L3)

Het tweede weet ik niet zo direct.