[Scheikunde] Paar vraagjes
 

Hier een paar vragen die ik zelf best moeilijk vond.
Misschien is er iemand die mij kan helpen? Het zijn maar 10 vraagjes.

http://img148.imageshack.us/img148/5690/vraag13fl.png

http://img148.imageshack.us/img148/5936/vraag20jo.png

http://img148.imageshack.us/img148/8002/vraag35bf.png

http://img86.imageshack.us/img86/3145/vraag42hg.png

http://img86.imageshack.us/img86/9333/vraag58zz.png

http://img86.imageshack.us/img86/8441/vraag65jd.png

http://img148.imageshack.us/img148/8831/vraag78tx.png

http://img148.imageshack.us/img148/3198/vraag82xz.png

http://img148.imageshack.us/img148/5145/vraag97yh.png

http://img86.imageshack.us/img86/7462/vraag101cb.png

http://img86.imageshack.us/img86/5261/vraag116sk.png

Alvast bedankt!

1.http://img148.imageshack.us/img148/5690/vraag13fl.png

2.http://img148.imageshack.us/img148/5936/vraag20jo.png

3.http://img148.imageshack.us/img148/8002/vraag35bf.png

4.http://img86.imageshack.us/img86/3145/vraag42hg.png

5.http://img86.imageshack.us/img86/9333/vraag58zz.png

6.http://img86.imageshack.us/img86/8441/vraag65jd.png

7.http://img148.imageshack.us/img148/8831/vraag78tx.png

8.http://img148.imageshack.us/img148/3198/vraag82xz.png

9.http://img148.imageshack.us/img148/5145/vraag97yh.png

10.http://img86.imageshack.us/img86/7462/vraag101cb.png

11.http://img86.imageshack.us/img86/5261/vraag116sk.png

1) hoge pH = basisch = meer OH^-, dus A

2) een zuur is in staat een proton (H⁺) af te staan. In dit geval dus A

3) Ook A: Calciumcarbonaat. Dit lost op en vormt in water een base (CO₃^2- reageert met water tot CO2 en OH. OH reageert met het zuur.

4) zie BINAS

5) volgens mij carbonaat, om dezelfde reden als 3)

6) zoutzuur met natronloog vormt water (H + OH = H2O) en keukenzout-oplossing (NA + Cl). [H] verandert dus wel, en [Cl] niet.

7) zie BINAS

8) zie BINAS (indicatortabel, lakmoes bij pH > 7 )

9) Metalen staan normaal gesproken alleen elektronen af. Een oplossing moet altijd elektrisch neutraal zijn. Dus moet er een positief ion verdwijnen, dus H wordt H2.

10) Ook H2.

11) De pH = -log[H+] . De concentratie H+ vermindert, dus de pH wordt "neutraler". In dit geval dus minder zuur, is hogere pH.

/disclaimer
Ik studeer natuurkunde, geen scheikunde. Geen garanties :P .

het antwoord op vraag 4 moet zijn B --> carbonaat reageert in zuur milieu tot H2CO3 dat uiteenvalt in CO2 (gas) en water (en magnesiumsulfaat is goed oplosbaar en is dus een zoutoplossing)

vraag 5: is inderdaad carbonaat, maar niet omdat het OH(-) geeft, maar omdat het uiteindelijk CO2 (gas) en H2O geeft en het water verdunt je maagzuur :)

vraag 7: Het CO2 reageert met H2O tot HCO3(-) en H(+) en dus een verzuring. De andere antwoorden zijn onzin, want die nemen niet deel aan zuur-base-reacties.

vraag 8: basische oplossing --> blauwe kleur

vraag 9: zuur + metaal --> zout + H2

vraag 10: aan de negatieve elktrode kan alleen een positief geladen ion of een neutraal deeltje reageren. De enige mogelijkheid bij HCl is dus dat de H(+)-ionen reageren tot H2-gas.

vraag 11: H+ reageert en vormt water --> dit levert een verdunning op en H(+) verwijderd dus een minder zuur milieu en dus een hogere pH-waarde.

Dank jullie wel :)
Echt hartelijk bedankt!