![]() |
Vraag d/dt
- Op het examen word je gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken
- Op het examen wordt je gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken Welke van de bovenstaande is goed? Alvast bedankt! |
het wordt AAN jou gevraagd DOOR iemand anders, iemand anders is dan onderwerp, dus wordT je.
Geloof ik. |
het eerste is juist want je in het ond. Mocht het ond je broer zijn dan was het met dt
|
Tweede, je is meewerkend voorwerp
Dus Op het examen wordt jou gevraagd. (is hetzelfde) |
Op het examen loopt je iets gevraagd.
Waarom zo moeilijk doen met functies van naamwoorden in de zin :s |
Vandaag word je gevraagd voor een feestje.
Dan is je wel onderwerp, en moet het zonder t. Vandaag wordt jij gevraagd voor een feestje (is zelfde dus je is hier onderwerp) |
Citaat:
|
Ok :) Zelf dacht ik ook dat het met /dt was, alleen twijfelde ik een beetje omdat er zo hard is gehamerd op de regel´je-jij erachter´..
|
Citaat:
|
Je @ Dativus
|
zonder T zou ik invulle
|
Aangezien sommigen nog steeds fout antwoorden, een herschrijving van de vraag:
- Op het examen word jou gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken - Op het examen wordt jou gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken |
Maak van de lijdende vorm een voltooid tegenwoordige tijd: "Op het examen is jou gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken", dan zie je dat de zin geen expliciet onderwerp kent. Daarom moet de persoonvorm in derde persoon enkelvoud worden geschreven: "Op het examen wordt jou gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken".
|
Citaat:
Aleen, mr Soija: Vandaag word je gevraagd voor een feestje. Dan is je wel onderwerp, en moet het zonder t. Vandaag wordt jij gevraagd voor een feestje (is zelfde dus je is hier onderwerp) Ik volg je niet? :confused: Bij de 2e zin moet het dan toch ook zonder T? |
Op het examen word je gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken, denk ik. Want je=jij achter de persoonsvorm is de ik-vorm. De ik-vorm is NOOIT -dt.
|
Citaat:
Iets wordt (aan) jou gevraagd. Makkelijkste is idd kijken of je 'je' kan vervangen door 'jou' en dan een werkwoord kiezen dat niet op een t-klank eindigt in de stam. Dus bijvoorbeeld 'zijn'. Iets is (aan) jou gevraagd. Dan zie je duidelijk dat het niet de ik-vorm is, precies wat alluman zegt. |
Citaat:
|
Citaat:
(kan je vervangen door bijv. het Op het examen wordt het je gevraagd) het = 3e persoon ev. 3e persoon ev = stam + t, dus: op het examen wordt je gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken. je is idd lijdendvoorwerp |
Citaat:
|
Citaat:
Op het examen is jou gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken. Je krijgt dan dus 'is', dat is dus niet de ik-vorm (want dan zou er 'ben' moeten komen te staan). Als je dan weer terug gaat naar 'worden', moet je dus niet de ik-vorm kiezen, maar de hij-vorm. 'wordt' dus. Kijk als je twijfelt altijd eerst of je 'je' kan vervangen door 'jou', vervang vervolgens het werkwoord door een ander werkwoord (in het geval van 'worden' is 'zijn' heel handig om te gebruiken, als je 'is' moet invullen, weet je dat het met 'dt' moet zijn). |
Citaat:
Maar het is wel een gemeen zinnetje. Want wie of wat wordt er dan wel gevraagd? Hmm, laten we de zin eens 'activeren'. Iemand vraagt je de teksten met elkaar te vergelijken. Als het goed is is het onderwerp van net in deze zin lijdend voorwerp. Valt er een lijdend voorwerp in de zin te ontwaren? Nee, maar wel een voorzetselvoorwerp: vraagt (om) te vergelijken. Maar hier houdt mijn kennis van de Nederlandse syntaxisterminologie eigenlijk op. Wordt 'de teksten te vergelijken' in de passieve zin nu ook iets genoemd als een voorzetselvoorwerp als onderwerp? :confused: Geef mij maar Latijn. :D |
Citaat:
iig Wordt is het antwoord |
Het is wel weer triest gesteld met de Nederlandse jeugd.
|
Citaat:
|
Oh jongens, wat kletsen jullie nou? Je is wel onderwerp (of tenminste, kan ook onderwerp zijn), dat is nou net het hele punt van lijdende zinnen.
Op het tentamen word je gevraagd... Jij wordt op het tentamen gevraagd... Zie? Jullie halen de semantische rollen door elkaar. De agens is de handelende persoon, en die komt over het algemeen overeen met het onderwerp. In lijdende vorm, echter, krijgt niet het subject die rol, maar een voorzetselconstructie/meewerkend voorwerp ("door de leraar", in dit geval bijvoorbeeld). Je heeft in deze zin de functie van patiens, de entiteit die een gebeurtenis ondergaat (namelijk gevraagd worden). Normaal gesproken zou dit een object zijn (lijdend voorwerp en in sommige gevallen meewerkend voorwerp), maar in een lijdende zin is het het onderwerp die deze functie heeft. Maak er maar eens meervoud of ik van: Op het tentamen worden jullie gevraagd... Op het tentamen word ik gevraagd... Conclusie: deze zin is ambigu en er kan dus word en wordt gespeld worden. (edit: spelfout) |
Citaat:
Wel goed onthouden wat lijdende zinnen zijn, hè :nono: Ik sla hem vs. Ik word door hem geslagen vs. Er wordt door hem geslagen. |
Citaat:
"Op het tentamen wordt (aan) je gevraagd x te doen" "Op het tentamen word je gevraagd x te doen" In de eerste zin is "je" object, in de tweede zin subject. En het is allebei gewoon goed. |
Fout, dus volgens jou MOrgan is het.
Jij wordt gevraagd op het tentamen x te doen :nono: Jou wordt gevraagd op het tentamen x te doen Dus Op het tentamen word je (jou) gevraagd x te doen NIET Op het tentamen wordt jij gevraagd x te doen :nono: (wat een onzinzin :nono: ) |
Citaat:
Op het feest, word jij een brief gegeven => dat is toch ook onzin Op het feest wordt (aan) je een brief gegeven Op het feest wordt je een brief gegeven. Leuk dat 'aan' nu is weggelaten, maar de zin verandert dus echt niet :nono: |
Ik vind dat de zin ook een beetje moeilijk word gegeven wheheh
Op het examen wordt je gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken De teksten met elkaar te vergelijken wordt aan jou gevraagd op het examen. Probeer als je het niet weet alle voorzetselvoorwerpen en bijwoorden etc. op hun "gewone plek te zetten"/ Niet ana he tbegion van het wordt. Die volgorde maakt 't zo moeilijk. Er is trouwens nog een trucje... Gebruik het werkwoord zijn ipv worden. Op het examen is je gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken.(geen ben/bent of zijn dus wordt met dt, is is gelijk aan wordt met dt ;)!) Óf nog beter: (Om) de teksten met elkaar te vergelijken is aan jou gevraagd |
@Morgan je stelt me teleur :nono:
|
Citaat:
Als het een onpersoonlijke constructie is, wordt het "Op het tentamen wordt jou gevraagd..." of "Er wordt jou op het tentamen gevraagd..." Snap je? In de zin "Op het tentamen wordt jou gevraagd..." valt die er weg omdat je een ander zinsdeel vooraan zet. |
Op het tentamen wordt jij gevraagd = Jij wordt gevraagd [ergens] te komen oid.
Maak de zin gewoon af, want dan zal blijken dat het niet meer ambigu is. Vragen is mss ambigu, maar de volledige zin niet :nono: Op het examens wordt jij gevraagd de antwoorden op te schrijven. Dat klopt gewoon niet :nono: |
Citaat:
"Op het feest wordt (aan) je geslagen", nee, dat kan. Je moet er rekening mee houden dat je bij vragen dríe handelende personen hebt: iemand vraagt iets aan iemand anders. Je kan hier de gevraagde zijn of degene aan wie iets gevraagd wordt. Jij wordt gevraagd om iets te doen: je = patiens Er wordt jou gevraagd iets te doen: iets = patiens La? |
Jij doet (morgan)
Op het tentamen ben jij gevraagd. Mara de zin is Op het tentamen is jou gevraagd Dat krijg je, als je de zin niet afmaakt :nono: |
Citaat:
(1) Op het tentamen word je gevraagd (...) (2) Op het tentamen wordt je gevraagd (...) Het onderwerp van (1) is "je", terwijl dat in (2) niet het geval is. Beide zinnen zijn echter gewoon goed. En het gaat natuurlijk niet om het weglaten van "aan", maar om het verschil in gebruik van "je" in de twee zinnen. Je kunt de zinnen ook zo formuleren (dan zie je meteen het verschil tussen "jij" en "jou"): (3) Op het tentamen word jij gevraagd (...) (4) Op het tentamen wordt jou gevraagd (...) Zin (3): "jij" - onderwerp. Zin (4): "jou" - lijdend voorwerp. |
Citaat:
Jij wordt op het tentamen gevraagd stil te zijn = lijdende zin, wordt met dt want jij is onderwerp. Op het tentamen wordt jou gevraagd stil te zijn = onpersoonlijke constructie, er valt weg door zinsdeelverplaatsing, wordt met dt. Op het tentamen word jij gevraagd stil te zijn = lijdende zin, word met d omdat er jij achter staat. Geloof me nou maar ;) |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
(3) Op het tentamen word jij gevraagd voor het feestje => kan (3) Op het tentamen word jij gevraagd de antwoorden op te schrijven => KAN NIET :nono: |
Citaat:
|
Ok, mn vraag is gesteld aan Van Dale.
Als jullie gelijk hebben, zal ik dat toegeven en mn excuses aanbieden. |
Citaat:
|
Jij wordt niks gevraagd? :nono:
Je woont zeker bij de Duitse grens. :nono: |
Citaat:
Maar niet zo opgefokt wij allen :) |
:p Ja, idd opgefokt "Jij wordt gevraagd op het examen" betekent niet dat jou gevraagd wordt iets te doen maar er wordt náár jou gevraagd. Dat is een groot verschil in betekenis. ;)
|
Citaat:
|
dt
Je moet weten wat het onderwerp is, omdat de persoonvorm wordt aangespast aan het onderwerp van de zin. Het onderwerp is iig niet: je, dat is meewerkendvoorwerp. (vragen aan.... ----> aan wie of wat wordt gevraagd? = je) het onderwerp in deze zin is behoorlijk vaag. het onderwerp is: de teksten met elkaar te vergelijken, als je dit niet als voorzetzelvoorwerp beschouwt. (ik weet niet of dat kan) dit wel voorzetzelvoorwerp is, dan staat er geen onderwerp in. dan moet je zelf er iets bijbedenken. ik zelf dacht aan; het. (het wordt op het examen aan je gevraagd de teksten met elkaar te vergelijken.) ik weet niet of het kan/mag, maar je is NIET het onderwerp, dus het is iig met dt |
Citaat:
En er is een duidelijke uitleg voor met zinsdeelfuncties enzo maar ik word gevraagd om tv te gaan kijken (;)) dus ik haast me even daarheen :o |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:09. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.