wisk.b
 

hee,


als je deze functie hebt f(x) = -1/9x^3+2x

en je moet deze dingen berekenen;
f(wortel 6) en f(-wortel 6) hoe schrijf je dat dan exact uit,
want gwoon in je rekenmachine invoeren is simpel, maar hoe schrijf je het exact en netjes op,

ik had dus bij de eerste, -1/9(wortel6)^3+2(wortel6)
maar hoe verder, en bij die andere?

groetjes lisa

Gewoon x vervangen door die waarde, dat is al exact en 'netjes'.
Wat wil je precies, zo ver mogelijk 'vereenvoudigen'?

ja idd, het vereenvoudigen

ksnap nie dat ze tot -1/9 keer -6wortel 6 - 2wortel 6 komen
en dan -1,333wortel 6

f(x) = -x³/9+2x

f(√6) = -√6³/9+2√6 = -6√6/9+2√6 = (2-6/9)√6 = 4√6/3

Analoog voor -√6.

Schrijf f(x)=-1/9*x³+2*x als f(x)=-1/9*x(x²-18). Voor x=-sqrt(6) vind je dan: f(x)=1/9*sqrt(6)(6-18)=-1/9*12*sqrt(6)=-12/9*sqrt(6)=-4/3*sqrt(6). Voor x=sqrt(6) vind je dan: f(x)=-1/9*sqrt(6)(6-18)=1/9*12*sqrt(6)=12/9*sqrt(6)=4/3*sqrt(6).

Ik denk dat je van -1/9*12 en 1/9*12 per vergissing overgaat op respectievelijk -9/12 en 9/12, dit zouden -12/9 en 12/9 moeten zijn met als vereenvoudiging -4/3 en 4/3, hetgeen ook consistent is met mijn eerder gegeven antwoord.

Ik ging inderdaad per vergissing op -9/12 en 9/12 over. Ik heb het inmiddels al gecorrigeerd. Onze antwoorden komen nu dus, zoals verwacht mocht worden, met elkaar overeen.