Uitwisseling door het membraan
 

In mijn boek staat:

The lipid bilayer of the cell membrane prevents the rapid escape of ions, such as K+, CL- and MG 2+ from cells.

Waarom is dat zo(snel)? Iemand een idee?

in de membraan zijn zogenaamde transportkanalen/lekkanalen die ionen snel met de buitenwereld kunnen uitwisselen (met en zonder omzetting van ATP in energie)

--> transportsystemen die via kanalen in het membraan gaan zijn snelle processen

--> transportsystemen die aan een second messenger systeem zijn gekoppeld (G-eiwitten bijvoorbeeld) zijn langzame processen.

Ah, oke tnx.

Verwijdering en solubilisatie van eiwitten op het membraan kan vaak bereikt worden als de extraherende oplossing natriumdodecylsulfaat, of een ander detergent zoals natrium cholate bevat

Weet jij toevallig wat de gedacht achter deze werkwijze is?

De stoffen waar je het over hebt zijn zeepachtige stoffen (detergenten). Deze zorgen ervoor dat het transporteiwit oplost in de omgeving in plaats van dat het in het (vette) membraan blijft zitten. Geladen ionen kunnen zonder transporteiwit dus niet door het membraan heen, zoals al eerder gezegd :)

Aha, tnx.;)

Drie functies van membramen?

1.Bescherming
2. Selectiebarriere voor stoffen(?)
3 ???

Hoe kan je trouwens 19 zijn en al in het derde jaar zitten? :?

MieX is een derdejaarsstudente aan de Universiteit Utrecht, dus ze heeft haar middelbare schoolpleiding al achter de rug.

Assimileer die kennis! :cool:

een andere functie van de membraan is vormbehoud van de cel

--> door de eigenscxhappen van de membraan zal deze zich altijd als een lipide bilaag in een bolstructuur vormen, vanwege hydrofobe interacties met het externe milieu.

Door op je zeventiende te beginnen. Oftewel, een klasje overslaan.

Heb je enig idee wat de namen zijn van die bouwstenen die als hydrofobe onderdelen dienen en de namen van de hydrofiele onderdelen van de amfipathische membraanlipiden fosfatidylcholine en sfingomyeline? :confused:

En: waarom maken bacterien bij hogere temperaturen membranen die een overmaat aan verzadigde vetzuren hebben?

al deze vragen kun je beantwoorden door een degelijk boek over biochemie te lezen (bijvoorbeeld 'Biochemistry' door Berg et al) of celbiologie ('Molecular biology of the Cell door Alberts et al)

--> dit zijn typisch zelfstudievragen en zullen vast wel op i-net te vinden zijn.

precies