![]() |
[SK] neerslag, rekenen aan reacties
We zijn nu bezig met rekenen aan reacties en ik begrijp niet hoe ik de molverhouding tussen de opgeloste stoffen moet bepalen.
Hieronder volgen 2 voorbeelden: Ca2+ (aq) + 2Cl- (aq) 2Na+ (aq) + PO4,3- (aq) Hieruit komt het neerslag: 3Ca2+ (aq) + 2PO4,3- (aq) --> Ca3(PO4)2 (s) En nu is mijn vraag: wat is de molverhouding tussen calciumchloride en calciumfosfaat? Cu2+ (aq) + 2Cl- (aq) Ag+ (aq) + NO3- (aq) Hieruit komt het neerslag: Ag+ (aq) + Cl- (aq) --> AgCl(s) En nu is hier mijn vraag: wat is de molverhouding tussen koperchloride, zilvernitraat en zilverchloride? |
ik neem aan dat je bij vraag 1 bedoelt de verhouding tussen natriumchloride en calciumfosfaat en bij vraag 2 de verhouding tussen zilverchloride en kopernitraat ?
|
Nee, zo staat het ook in mijn boek. (SK, 4vwo).
Het antwoord op vraag 1 zou moeten zijn; 3:1 En het antwoord op vraag 2; 1:2:2 Maar ik begrijp niet HOE ze dit doen |
Citaat:
verhouding calciumfosfaat : calciumchloride is eenvouding uit te leggen: de reactievergelijkingen zijn namelijk 3Ca(2+) + 6 Cl(-) --> 3 CaCl2 respectievelijk met de gegeven vergelijking voor calciumfosfaat. bij een bepaalde hoeveelheid calcium kun je 3 maal zoveel mol calciumchloride maken dan calciumfosfaat --> verhouding CaCl2 : Ca3(PO4)2 = 3 : 1 doe hetzelfde voor de andere vergelikjingen |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:25. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.