![]() |
[Eco] Vraagfunctie en aanbodfunctie
Een strand op een Grieks eiland in de Middellanse Zee is voor iedereen vrij toegankelijk. Een groot aantal kleine bedrijfjes verhuurt op dit strand strandstoelen. De strandstoelen zijn in de ogen van de toeristen identiek, zodat er sprake is van volkomende concurrentie.
De vraagfunctie naar strandstoelen luidt: Qv = -5p + 4000 P = De huurprijs van een strandstoel per dag (in eurocenten) Qv = De gevraagde hoeveelheid strandstoelen per dag. De aanbodfunctie van strandstoelen luidt: Qa = 25P - 2000 Een groot bedrijf koopt nu van de overheid het alleenrecht om stoelen op het strand te verhuren. De collectieve vraagfunctie verandert niet. Het bedrijf stelt de huurprijs vast op 250 eurocenten per dag. a) Bereken de dagomzet toen er sprake was van volkomen concurrentie. b) Bereken met hoeveel procent de prijs stijgt na invoering van het monopolie. Als jullie me hiermee zouden willen helpen heel graag.. :s |
Een strand op een Grieks eiland in de Middellanse Zee is voor iedereen vrij toegankelijk. Een groot aantal kleine bedrijfjes verhuurt op dit strand strandstoelen. De strandstoelen zijn in de ogen van de toeristen identiek, zodat er sprake is van volkomende concurrentie.
De vraagfunctie naar strandstoelen luidt: Qv = -5p + 4000 P = De huurprijs van een strandstoel per dag (in eurocenten) Qv = De gevraagde hoeveelheid strandstoelen per dag. De aanbodfunctie van strandstoelen luidt: Qa = 25P - 2000 Een groot bedrijf koopt nu van de overheid het alleenrecht om stoelen op het strand te verhuren. De collectieve vraagfunctie verandert niet. Het bedrijf stelt de huurprijs vast op 250 eurocenten per dag. a) Bereken de dagomzet toen er sprake was van volkomen concurrentie. Qv = Qa -5p + 4000 = 25P - 2000 p = 200 q = 3000 dagomzet = p * q = 600 000 (eurocent) b) Bereken met hoeveel procent de prijs stijgt na invoering van het monopolie. De prijs was 200 eurocent, na invoering monopolie wordt het 250 eurocent. Prijsstijging = (nieuw - oud) / oud Prijsstijging = (250 - 200) / 200 = .25 = 25% |
a) Bereken de dagomzet toen er sprake was van volkomen concurrentie.
Qv = Qa -5p + 4000 = 25P - 2000 p = 200 q = 3000 dagomzet = p * q = 600 000 (eurocent) Hoe kom je aan de 200 en 3000? :s Want als ik -5p + 4000 = 25p - 2000 doe krijg ik -30p = -2000 En dan 30P:30 = O en 2000:30= 66,7 |
-5p + 4000 = 25P - 2000
( - 25 p) - 30 p + 4000 = - 2000 ( - 4000) - 30 p = - 6000 ( / - 30) p = 200 Die p invullen in een van beide formules geeft -5 * 200 + 4000 = 3000 Check d.m.v. in andere formule invullen 25 * 200 - 2000 = 3000 |
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:05. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.