![]() |
[Nat.] Bepaling opbouw atomen
Ik heb morgen een natuurkunde proefwerk en daarbij moet ik kunnen bepalen hoe atomen opgebouwd zijn. Het was me uitgelegd in de les, en het was volgens mij niet zo moeilijk maar ik ben het ff vergeten.
Dit soort sommen dus: Bepaal van de volgende atomen hoe ze zijn opgebouwd. 12 C 6 59 Ni 28 20 Ne 10 197 Au 79 Volgens mij was het iets met aftrekken of zo maar ik begrijp er echt ff niks meer van. |
Het bovenste getal is het totaal aantal neutronen en protonen in de kern. Het onderste getal is het aantal protonen in de kern. Het verschil is het aantal neutronen in de kern.
Verder kan ik nog wel een stuk meer vertellen over hoe die atomen zijn opgebouwd, maar dat hoef je niet te weten, denk ik. |
Ik heb al een suggestie denk ik:
Bij bijv. 59 Ni 28 wordt het dus 59-28 als bovenste getal en 28 blijft onder staan? |
Nee, er staat 59 als bovenste getal, dus dat is het bovenste getal. Het onderste getal is 28, want dat is het onderste getal.
|
Ok, de kern. Het onderste getal is het atoomnummer, en het atoomnummer is altijd gelijk aan het aantal protonen. Het aantal protonen is dus ook kenmerkend voor een atoomsoort want dat aantal is bij elke atoomsoort anders. De kernlading is het aantal protonen x 1+e. De lading van de protonen is dus positief.
Het bovenste getal is het massagetal. Je weet waarschijnlijk dat de massa van zowel een proton als een neutron 1u is. Als je van het bovenste getal, het massagetal dus, het aantal protonen aftrekt, is de uitkomst het aantal neutronen. Buiten de kern heb je nog de elektronenwolk. De massa hiervan hoef je niet mee te rekenen in de berekening van hoeveel protonen en hoeveel neutronen er in de kern zitten, want de massa is zo klein dat die er niet toe doet. Het aantal elektronen en het aantal protonen in een atoom zijn gelijk. De lading van de elektronenwolk is het aantal elektronen x 1-e, elektronen zijn dus negatief geladen. Omdat er evenveel negatief geladen elektronen zijn als positief geladen protonen, is de lading van het gehele atoom Altijd neutraal. Voorbeeld: 59 Ni 28 Het atoom bevat 28 protonen. De massa van ieder proton is 1u. Massagetal - aantal protonen = 59-28=31=aantal neutronen, want ieder neutron weegt ook 1u en het gewicht van elektronen doet er niet toe. Je hebt dus nu 31 neutronen en 28 protonen. Aantal elektronen is gelijk aan aantal protonen, dus er zijn ook 28 elektronen. That's about it, geloof ik. |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Pardon, ik bedoel natuurlijk eigenlijk dat de meeste toetsen die gaan over wat de TS vraagt, op deze manier geleerd moeten worden, mét dat gebla over die massa's. Dit is dan ook zo'n beetje het eerste wat je leert op de middelbare school bij scheikunde, als ik het me goed herinner. :p
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
In een goed boek wordt dat dan ook uitgelegd.
|
Citaat:
|
Maar goed, ik maak er dan ook geen geheim van dat ik met de huidige lesmethoden voor de exacte vakken niets op heb. Ik geef mijn vriendin wiskunde-bijles en in dat boek staan dingen waar iedere wiskundige stuiptrekkingen van krijgt - en ik ben dan nog niet eens een wiskundige.
|
Zoals? Geef eens een leuk voorbeeld :p
|
Wat me vooral stoort is hoe onzorgvuldig er met eenheden worden omgesprongen, die auteurs hebben er geen enkele moeite mee een getal uit een oppervlakte te laten komen, ook niet als expliciet is vermeld dat het bijv. om meters gaat. Verder gebruiken ze ook vaak notaties die nooit gebruikt worden in de wiskundige praktijk, zonder dat daar echt een goede reden voor is.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:23. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.