gedicht-analyse
 

Hoi

Ik moest een gedicht "analyseren" en dit is wat ik erin vond.

Ik koos het gedicht " ‘K zat bij nen boom te lezen"
van Guido Gezelle



Neologisme

Brevier (regel 2)

Anafoor
De (regels 3,5,6,7)

Antithese
/

Tweeledigheid /drieledigheid
2-ledigheid

Metafoor
/

Alliteratie
/

Assonantie
Vogels dronken (regel 5)

Metrum
/

Enjambement

de blijde vogels dronken
de dreupels van den mei

Ritmische typografie
/

Rijmschema
ABAB CDCD BAB

Opvallende strofebouw
Rijmvorm ABAB telkens weer

Parlando / vrij vers
Parlando

Vergelijking
Gelijk een kole vier (regel 4)

Climax
Het blijde leven buiten

Andere opvallende kenmerken?
De oude taal

kunststroming
Romantiek


met vriendelijke groet...

(link naar het gedicht : http://users.belgacom.net/merton/bijnen.htm)

Alliteratie
(dr onken),
d e dr eupels van d en mei

Geen idee of je ook meerdere regels mag nemen, ws. niet

Assonantie
Vogels dronken (regel 5)
De O van vogels is een andere dan de O van dronken. Ik zou dat zelf geen assonantie noemen.

Metrum
Jambe

bedankt voor te helpen, maar annonantie moest inderdaad in 1 regel zijn.

ik moet nog enkele gedichten doen voor mijn vakantietaak voor Nederlands, en had ook daarbij graag enkele reacties of het zo voldoende is.



deze had ik ook al gedaan:



O dat ik haten moet en niet vergeten van Willem Koos


----------
Neologisme

/
Anafoor

Een hoop
Een weten


Antithese

Haten moet, en niet vergeten


Tweeledigheid /drieledigheid
Tweeledigheid

Metafoor
Zoete leven

Alliteratie
/

Assonantie
/

Metrum


Enjambement
/

Ritmische typografie
/

Rijmschema
ABAB – ABAB – CD – CD – CD

Opvallende strofebouw
4 – 4 – 2 – 2 – 2 regels per strofe

Parlando / vrij vers
Vrije vers

Vergelijking
/

Climax
/

Andere opvallende kenmerken?
Hij begint vaak zijn regel met een uitgesproken woord.

Impressionisme

link naar het gedicht : http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/kloos/keng4.html