t/d/dt ?
 

Ik word er zo ondertussen echt gefrustreerd van maar mijn d's en t's vliegen je om de oren. IK vind het over al wel leuk staan en plak eigelijk over al maar iets achter.
Nu heb ik deze week een belangrijke toets hierover waar nog al wat vanaf hangt en vroeg me af of iemand misschien wat uitleg nog hier over wil geven?

Misschien een schema oid, ik heb hier helaas geen boek meer van.
Kan iemand me helpen?

Tegenwoordige tijd:
ik = stam
jij = stam + t
hij = stam + t
wij = hele werkwoord

ik loop, jij loopt, hij loopt, wij lopen

dus:
ik word, jij wordt, hij wordt, wij worden

Voltooid deelwoord:
paar voorbeeldje:
schrobben - ik schrobde dus ik heb geschrobd
fietsen - ik fietste dus ik heb gefietst
Als je in de verleden tijd '-de' krijgt, krijgt het voltooid deelwoord dus een '-d', krijg je '-te' dan wordt het een '-t'.

Veel mensen hebben moeite met 'gebeuren':
het gebeurt (geen voltooid deelwoord, dus gewoon stam + t),
het is gebeurd (voltooid deeldwoord, het gebeurde - dus '-d').

Bij hele werkwoorden die beginnen met 'be' en 'ge' moet je dus even opletten :)

Merk op:
jij loopt - loop jij
jij wordt - word jij

Als je het persoonlijk voornaamwoord 'jij' achter de persoonsvorm zet, krijg je gewoon de stam en niet stam + t ;)

Leuke toevoeging:

Soms is het moeilijk om te bepalen of een voltooid deelwoord op -d of -t eindigt met die regel die andijvie gaf. Bijvoorbeeld het werkwoord krabben, is het nou krabde of krabte? Dan kun je 't kofschip toepassen. Dat gaat als volgt:

1. Neem het hele werkwoord: krabben
2. Haal hier -en vanaf: krabb (dus niet de ik-vorm pakken want dan krijg je een verkeerde uitkomst bijvoorbeeld bij het werkwoord razen)
3. De laatste letter hiervan is een b
4. De letter b zit niet in 't kofschip dus is het krabde en gekrabd.

Als die laatste letter (in mijn voorbeeld dus een b) niet voorkomt in het woord 't kofschip, is het voltooid deelwoord dus met een d. Komt de laatste letter er wel in voor, is het voltooid deelwoord met een t.

oke dit begrijp ik wel :) bedankt allemaal!

Nog een vraagje, ik voel me tamelijk dom maar als ik het niet vraag nog meer eigenlijk.

Hoe zit het met bedoelt/bedoeld, gebeurt/gebeurd en betekent/betekend?

die be en de beginselen dus waar andijvie het al over had ;)

waarom is dat? Is dat bij alle vraag zinnen?

Nee, alleen alleen bij 'jij':
jij loopt - loop jij?, jij wordt - word jij?, maar wel:
hij loopt - loopt hij?, hij wordt - wordt hij?

Vervang het werkwoord door 'lopen' en luister of je een 't' hoort, dan krijg 'worden' (of ieder ander werkwoord op een d) ook een t.


jij bedoelt, jij hebt bedoeld - verschil tussen tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord dus. Vervang het door 'horen' en je hoort meteen of het een voltooid deelwoord is doordat er 'ge' voor moet: jij hebt gehoord.