Wiskunde vraag.
 

Ik zit met een heleboel problemen bij wiskunde, maar dit keer kom ik er dus helemaal niet meer uit (en aangezien ik om een 1 of andere reden maar 1 keer per week een blokuur wiskunde heb, wil ik niet tot maandag wachten op de leraar -.-).


Gegeven zijn de lijnen K: y=0,5x + 2 , L: y= ax-4 , en M: y= -2x+b

Som 7c.
"Voor welke A en B gaan alle drie de lijnen door het punt R (8,6)?"



Ik zou dus graag willen weten hoe ik dit moet uitwerken. Alvast bedankt :) .

Vul de x en de y in en je hebt een vergelijking met 1 onbekende

x =8 y = 6

Een lijn heeft de algemene formule y=m*x+n. Stel dat je wilt weten of het punt (p,q) op de lijn ligt. Je vult dan x=p en y=q in de vergelijking van de lijn in. Je vindt dan: q=m*p+n. Als dit klopt voor de gegeven waarden p en q, dan ligt het punt (p,q) op de lijn.