![]() |
Tweede Westrijd Poll: De Uitdaging!
Zo, en dit is ronde 2! Zoals gewoonlijk, wacht nog 1 dag met stemmen. Dan hebben de schrijvers de kans om eventuele fouten die ik gemaakt heb te laten corrigeren. Overigens, mocht je gedicht er om de een of andere reden niet bij staan, pm me dat ook maar even. Het lijkt me sterk, maar het zou altijd kunnen. Ook deze poll blijft slechts een week open. Hierna zal de laatste stemronde plaats hebben.
BELANGRIJK: Als je stemt op een gedicht is het leuk als je ook vermeldt waarom je op dat gedicht hebt gestemd. Het hoeft geen uitgebreide analyse te zijn, en je hoeft ook niet elk gedicht van commentaar te voorzien (alhoewel dat wel een goede traditie is). Beargumentatie is goed voor de discussie en het is leuk om van anderen te lezen wat zij nu zo goed vinden in het gedicht dat zij hun stem eraan geven. Gedicht 0: http://img236.imageshack.us/img236/1...nssmokene0.jpg Gedicht 15: Onderbroken voortgang van vroeger (naar nu en later) Haar kin rust in haar handpalm als- of die een wereldlast te torsen heeft? De condensruitjes in vrolijke kleuren stemmen haar droef. Ze tracht zichzelf aan de kachel te warmen, maar daarbinnen heerst er herfst. Van draden en herinneringen knoopt ze een vangnet. Maar ze mist altijd. Gedachten aan de groenteboer, 11.25, haar dagelijkse rondje door het park, doen haar het liefst ver weg kruipen in bed. Vergeten dat ze ademt, ja, maar de zuurstof lijkt ergens haar lichaam te verlaten. Soms tuurt ze uren in boeken of staart ze naar spikkels en geruis op de tv. En om iets om handen te hebben is ze weer nagels gaan bijten. (Een vorm van escapisme wellicht.) Maar alles is leeg, leegte; zo veel dat je er een leven mee kunt vullen. Gedicht 16: rogue in het donker was je iedereen, een schaduw die langzaam over mijn lichaam kroop, in mijn elleboog lag, mijn schouder nam, tegen mij schuurde in naamloze wanhoop. en toen je plots mijn dode vingers kuste, schreeuwde ik je zachtjes nee, nee, nee. die deinende dreiging, terwijl mijn hand bleef, nee, nee! maar ik bewoog niet mee. dus met je mond vol heimwee en je ogen verstopt achter mijn beven bleef je pogen van mijn huid de lagen dagen af te pellen. je greep de lippen van vroeger, mondde uit op mij, opende mijn woedende wonde en stal de woorden die het wilden vertellen. Gedicht 17: waar ik wonen wil en hoe “all around me little things are shining like they are one ...are we sisters?” Er zit een soort ruimte tussen mijn longen en borst, alsof ik wachtte op een lichaam dat niet kwam, of juist een deel uit mij verhuisd heb. De kamers liggen links en rechts en zijn gescheiden tot de dood hen samenbrengt. Het is niet dat er niets overblijft - dat is het hem juist. Ik verdrink in de spullen die ik aan zou kunnen raken en dat ik dan weer weet hoe we wel dit maar hoe we niet dat, alsof we niet meer zijn dan ongrijpbare jaren en ik iedere nacht in mijn bed mij af zal moeten vragen hoeveel verschillende soorten warmte ik in die kamers zou kunnen bewaren, te beginnen bij koorts. Gedicht 18: Soldaten praten niet Clichés beschrijven niet hoe ik mij voel, dus laat ik ze achterwege. Woorden zijn enkel klanken, toch is er al te lang gezwegen. Faites du bruit, s’il vous plaît! Wapengekletter en leeuwengebrul. Weet je nog van de speren in ons lichaam en hoe we samen vochten met en tegen elkaar, weet je nog van de geweren? Ik herinner me je woede, omdat ik geen vlinder was. Ik had een atlas willen zijn, voor jou. Mais celui qui a des ailes, il ne parle pas aussi. Gedicht 19: Stockholm syndroom Cupido die zich deze keer met machinegeweer, geweld, molotov en gifgas verschoot. Eén bommelding en hij kwam zo mijn leven binnen gestormd; blik vol explosieven en zijn hoofd vol wilskracht. Hier en daar vielen ze, en na acht nachten lang vroeg ik hem: wat zijn mijn kansen? en hij zei: die heb je niet. Het koele metaal in mijn verhitte dromen voel ik nog zo levensecht tegen mijn slaap. En dan die ógen, ze aarzelen- worden wazig. Iets van paniek misschien? Langzaamaan wordt beest man. Hij heeft mij gekaapt, gekaapt, maar ik ben hem verloren. Nog eens acht nachten later; persmuskieten politie- en psychologenprietpraat, geef ik er een naam aan. Gedicht 20: De ongenode gast Het was uit het niets gekomen; hij brak twijgen van takken van bomen die wij, bewoners, als monumenten hadden geplant. Oude mensen voelden het aan hun botten maar die brak hij evengoed meedogenloos. Hij zwol aan, zwaar, zonder medelijden en dwong zelfs de noodklok tot geluid. Het eiland begon te schudden, schuchter smekend om een tegenoffensief. Balde al haar steen tezamen, maar voelde het diep binnenin brokkelen en bulderen. De zee bulkte woedend de baai in, man-, muis-, huisverslindend. Gelovigen sloten zich nog op en baden, maar al snel waadden zij ook tot hun hals in het water. “Schietgebedjes, klaagzangen, smeekbeden, wat hadden we meer kunnen doen?”, sprak één der overlevenden later. Het eiland sidderde, stuiptrekte en smeekte, maar de razende storm had haar in zijn macht. “Welke dwaas had er dan gedacht, dat alles voor eeuwig goed zou gaan?”, woei hij woest. Dakpannen braken als een soort antwoord. Het eiland begon zichzelf te verwijten, had het goden boos gemaakt? Bliksemlicht flitste als een soort antwoord. Als laatste braken dijken, zee zond vloed en bracht het eiland zilt slijk. De wind haperde, stotterde, aarzelde en benam zich ten slotte de adem. Gedicht 21: Ze was een boom geworden met wortels sterk genoeg om konijnen te overleven, of zelfs het paard van sinterklaas. Er was gezang van een merel nodig aan haar voeten, maar de Merel die zong had tenen en een neus. Net alsof je geloofde dat kikkervisjes ook prinsen werden en ze boos weggooide toen er niets gebeurde, niet wetend dat een vlinder ook eerst een rups was, en dat je er zo al één vertrapt had . Ik wil de leeuw in je ogen kussen, schreeuwen dat ik een laken wil om naar beneden te glijden wanneer ik dreig te struikelen over woorden die al versleten zijn, wanneer ik dreig te vergeten hoe je me mooi vindt (en hoe mooi je me vindt) en dat je niet houdt van haren in een staart. Ik blaas de laatste pluisjes van de bloem en laat het antwoord vervliegen zodat het minder waar lijkt ‘Zijn de vlinders vermoord?’ het beeld bracht me troost Ik had nog nooit hooikoorts maar mijn neus loopt sneller dan ik en mijn knieën knikken. Gedicht 22: Wat toen niet was geweest. Wat als alles weer geweest was in het ogenblik verschenen in je ogen wanneer de vol-ledigheid van mijn bestaan dreigde te vallen toen de regen dacht te dansen in de kille stad op daken en op pleinen moest ik toen mee ter aarde gaan? Toch zocht ik voort om meer te verwachten dan te vinden in huizen en in straten bevond ik me verder maar verloren in het zwart-wit bestaan waar ik met krijtlijnen de contouren van ons zijn bedacht maar wist dat grijs toch niet bestond. Weet je nu wat we toen wisten of spoetnik je nog steeds de ruimte in? We zijn maar kinderen van de goden, daarboven hebben we geen naam ook al vlieg je met je vlindervlugge vleugels hoger dan de hemel, noch de wolken kan je meten en het soortelijk gewicht van kussen wegen gaat al evenmin. Het is al veel te lang te laat geweest maar ik blijf dansen op de me(ri)diaan in de dromen van ons twee, niet veel wakkerder dan toen we de kersenboom beluchten met piepluikend groen toen we samen niet geslapen zomerden in ’t verkeerde seizoen. Maar ik weet wat jij niet wist en nooit zal weten want wanneer de stilte valt moet je goed luisteren. Gedicht 23: Er is zoveel ruimte, zo oneindig veel ruimte, zoveel lucht en stilte en leegte in een kamer zonder jou Ik doe de vaat zonder op je te snibben. Ik deed het altijd met minder tegenzin dan ik jou liet merken. Het water is minder nat dan wat achter de barrière van mijn oogleden trilt. Er zijn zoveel meer minuten Trage, eindeloze minuten In een dag zonder jou. Ik kook geen eten, ik maak toch teveel, en ik heb geen trek. Ik herhaal alle toetsen op de macht over de tv. De programma’s zijn minder leeg, dan wat zich onder mijn huid flaggeleert. Er is zoveel minder gevoel, er is zoveel méér gevoel zo oneindig meer gevoel In mijn leven, zonder jou Gedicht 24: Gebroken: Wij Ik Jij Gedicht 25: Vallen Ik had jou moeten laten vallen, laten vallen als een baksteen vallen, tot je kei hard op de grond ketst. Nu is alles te laat. Nooit is het moment gekomen dat ik heb losgelaten, losgelaten zodat ik weg kon van jou jouw handen, los, tien vingers, nooit kon ik je laten gaan. Jij had me niet nodig, naja, slechts nodig, om in tussentijd je gezicht te strelen waarna weer zoveel anderen in de plaats voor mij. Waarom zou je blijven. Ik heb jou nooit vast gehad, mijn handen door jou genomen mijn ziel gegrepen om vervolgens te vertrekken en gedachten niet te laten rusten. Elke dag verlang ik terug, naar jouw handen zacht en strelend teder op mijn buik. Gedicht 26: warme stralen zonlicht koesteren de hardheid van graniet rouw heerst in dit huis Gedicht 27: Het lieve kleine knuffelbeertje dat ooit een speciaal plekje in mij had heeft helaas plaats moeten maken voor een vieze kleine rat die langzaam maar zeker m'n borst binnenkroop en hapje voor hapje een gangetje vrat naar het stinkende hol waar jij eerst zat. Gedicht 28: Verloren ziel. Van mij was je Enkel en vooral van mij Met heel mijn lijfelijke lijf bezat ik je, hield ik je vast En ik schreeuwde zacht dat je de mijne was En daar lag je dan sereen en mooi te wezen Met heel mijn pure aanwezigheid was ik van jou, wilde ik je Liefkozen, beminnen maar je was al weg, van binnen Perfect, met zijn witte paard terzij Is hij gekomen, in al je dromen die bewaardheid werden door de tijd Je lichaam is nog even bij me, maar jouw ziel ben ik al kwijt. |
@ Mutant:
Citaat:
@Halogeen: Hoezo een nieuwe poll nu? |
Volgens mij was de nummering fout! Hij begon weer bij gedicht 1. :p
|
Citaat:
Wat een leuke titels soms ook, bij deze selectie :) |
stem nog even niet. er ontbreekt nog 1 gedicht.
|
Foei, een spelfout in de titel :P
|
Citaat:
|
22,27 :).
|
Gedicht toegevoegd. Laat het stemmen beginen :bloos: :D
|
De laatste 6 bekritiseerd:
Gedicht 28: Verloren ziel Ja, mooi wel, maar niet zo indrukwekkend. Een beetje een opsomming van dingen die ik niet zo bijzonder vind aan liefdesverdriet: ik vind het dus een onoriginele benadering. Er wordt maar af en toe interpunctie gebruikt, dat is niet echt duidelijk. Weer een saaie titel ook. Gedicht 27 Hahaha omg. Leuk ja. Ritmisch minder, maar toch wel tof. Alleen wel apart dat er eerst wordt gesproken óver een lief klein teddybeertje en daarna tégen een lief klein teddybeertje. Of zie ik dat soms verkeerd. Gedicht 26 Een haiku, maar hij klopt niet want de eerste regel heeft al 6 lettergrepen. Bovendien is de observatie niet ‘puur’, want het is in de beleving van de schrijver dat er rouw heerst. Tenzij ‘rouw’ als seizoenwoord wordt gebruikt.. maar goed, dat vind ik omslachtig. Ik hou sowieso niet zo van Haiku’s, ik heb al eerder daarover gezegd: volgens mij is dat alleen interessant indien geschreven door een verlichte Tibetaanse monnik (en dan vast nog alleen in romantische films). Gedicht 25: Vallen In de eerste strofe valt me al op dat er geknoeid wordt met verleden en tegenwoordige tijd. ‘Naja’ staat heel erg amateuristisch, ik neem dan ook aan dat dit van een beginnende dichter(es) is. Het heeft geen functie dat de letters schuin staan. Nog even dooroefenen voor de volgende wedstrijd! Gedicht 24: Gebroken Cliché, zoiets heeft volgens mij iedereen al wel eens opgeschreven, dus het is zelfs niet ‘kort maar krachtig’ te noemen of zo. Helaas:). Gedicht 23 Erg fout vind ik de komma in de laatste zin. Die heeft ook een vreemde hoofdletter. De eerste strofe is ook erg cliché. Tussendoor zitten er wat dingen in die ik leuk bedacht vind (strofe 2 en 4 zijn best leuk) maar desalniettemin vind ik het gewoon niet zo origineel en technisch ook niet zo sterk. De verboden woorden zijn geloof ik niet gebruikt, maar wel andere clichéwoorden zoals leegte, eindeloosheid, zonder-jou. Maar het gedicht straalt wel liefdesverdriet uit, het is treurig en de sfeer is dus wel aardig opgeroepen. |
Hadden we nul bijna moeten missen, dat zou toch wel jammer zijn geweest. Maar stiekem ben ik nooit zo van: kijk we plakken er een foto bij en nu is het veel leuker:o
16, 17 of 22. |
17 is mijn favoriet.
Er zitten geweldige zinnen in: Er zit een soort ruimte tussen mijn longen en borst bijvoorbeeld. De sfeer die je schetst spreekt me aan, het knaagt een beetje, ik denk dat ik op deze ga stemmen. Ik hoop dat je het volgende stukje nog even wilt toelichten, als de wedstrijd gesloten is: “all around me little things are shining like they are one ...are we sisters?” Hoe staat dit in verhouding tot het thema, en het gedicht? :) Gedicht 0 is ook apart, mooi:) . Jammer alleen van de rode kriebeltjes onder sommige woorden. Maar ik zie niet zo snel de link met het thema. Toch wou ik je nog even vermelden. Eigenlijk zijn dit allemaal wel leuke of goede gedichten. 27 ook. Vieze kleine rat:D Maar ik heb toch het meest met 17! |
Gedicht 22: Wat toen niet was geweest
Dat is me wat. Misschien teveel beeldspraak of vergelijkingen, in elk geval wordt mij niet zoveel duidelijk. Wel een mooie surrealistische sfeer maar misschien maak ik dat ervan omdat ik er te weinig van kan bouwen. Of nou ja, ik moet gewoon wat beter (en vaker) lezen. Er staan prachtige dingen tussen zoals de tweede en derde regel en ook strofe 3 en er is echt wel wat van te maken. Ook een spelfout denk ik: moet ‘beluchten’ niet ‘beluchtten’ zijn? Ik weet niet zo goed wat er meet ‘beluchten’ bedoeld word, maar het lijkt me een werkwoord en het lijkt me verleden tijd. Oke, ik vind dit een complex maar toch wel heel mooi gedicht en er is ook mooi gerijmd. Gedicht 21 Hé leuk, maar toch ook onafgewerkt. Ik denk dat je hier nog even heel kritisch doorheen had kunnen gaan. Stukjes als: ‘Net alsof je geloofde dat kikkervisjes ook prinsen werden en ze boos weggooide toen er niets gebeurde,’ hadden het niet mogen overleven (de zin is gewoon niet correct, het eerste gedeelte). De laatste drie zinnen zijn simpel maar heel treffend, alleen de zin daarvóór vind ik weer zo jammer. Het switcht echt per regel, maar ik vind in elk geval dat het een goede poging is. Kortom, ik vind dit een mixzak drop, dat er hele lekkere in zitten maar je sommige wil uitspugen :cool:. Gedicht 20 Ooooh, déze is cool! Bovenal is het eindelijk eens originéél :D. De woordkeuze is tof, en zinnen als ‘Oude mensen voelden het aan hun botten/maar die brak hij evengoed meedogenloos.’ Oehhh :cool:. Er zit ook zo’n spanningsopbouw in, ik moest gewoon doorlezen. Die herhaling van ‘als een soort antwoord’ is scherp. ‘Het eiland begon zichzelf te verwijten, had het goden boos gemaakt? Die vind ik wat minder. Kun je jezelf verwijten? Moet er niet ‘maken’ achteraan? Ik vind de zin ook net iets te verhalerig. Maar verder lof dus. O en ik heb wel een heel sterk idee wie dit geschreven heeft. Gedicht 19: Stockholm syndroom Bommelding. Ik blijf maar bommel-ding lezen. Dat is erg verwarrend als er een serieus nieuwsbericht over in de krant staat. Maar goed. Cool gedicht ook, vooral die eindstrofe in combinatie met die titel zo :yes:. Ik dacht alleen wel in het begin ‘ok, dit is er weer zo één’. Ik vind het natuurlijk één van de beste in zijn soort, maar het is wel het standaard verhaal. Toch mooi uitgewerkt, vooral strofe 3 vind ik tof. Gedicht 18: soldaten praten niet Ook weer mooi. De eerste zin, eigenlijk de hele eerste strofe lang, dacht ik dat het niets zou worden, maar wel dus. Het Frans vind ik wel lief, het hele gedichtje blijft wat lief, misschien had het wat bozer gekund. ‘Ik had een atlas willen zijn voor jou’ is mooi. Ik vind het alleen niet echt heel bijzonder of nieuw, en ik weet er eigenlijk niet meer over te zeggen. Gedicht 17: waar ik wonen wil en hoe Oooo nee he nu moet ik weer gaan twijfelen en zo. Knap gedicht en tof en heel scherp, precies goed verwoord. Het is niet alleen het liefdesverdriet maar ook het besef hoe nutteloos het wel niet is, ik citeer: ‘ik verdrink//in de spullen die ik aan zou kunnen raken/en dat ik dan weer weet hoe we wel dit…’ heerlijk. |
Ik stem op zeventien, die bleef het beste bij me hangen.
|
Gedicht 0:
Dit is mooi. Heb het al verschillende keren herlezen en wat zit er mooie beeldspraak in. Zoals 'verwoest de kudde paarden die ik al gelopen heb' en 'liever schaaf ik hier mijn zolen schoon' en 'hij zou prikken in de ogen' en 'zuidenwinde warm'. Dit is een kanshebber voor m'n stem, zeker weten, alleen stoor ik me aan de afbeelding. Is eigenlijk absoluut niet nodig dat die er is en zorgt voor afleiding. Zou dit gedicht graag herlezen zonder de afbeelding omdat het dan in mijn ogen meer tot zijn recht zal komen. Gedicht 15: Goh. De opzet is goed bedacht, zeker vanaf de derde strofe komt die goed naar voor. De condensruitjes kan ik me niet visualiseren en is daarom minder treffend als beeld. Ik struikel er telkens over. De eerste strofe vind ik sowieso het mindere stuk. De eerste twee strofes zijn precies uit een ander gedicht dan de laatste strofes. De tweede strofe vind ik wel mooi. Al bij al een goed gedicht maar ik denk niet dat ik erop ga stemmen. Gedicht 16: Het leest vlot, er zit een zekere snelheid in het gedicht. Er zitten mooie dingen in, zoals 'mijn huid de lagen dagen af te pellen'. De rijm is goed, alleen bij ogen-pogen vind ik ze niet zo geslaagd. 'Woedende wonde' vind ik ook niet zo mooi. Om de een of andere reden raakt het geheel me niet, jammer, want het zit taaltechnisch goed in elkaar. Ik twijfel nog bij deze. Wat wil de titel trouwens zeggen? Heb al zitten googlen en m'n woordenboek kent het woord niet. Gedicht 17: Het stukje in het Engels spreekt me niet aan, verwijzingen komen me semi-intellectueel over. Ik hoop voor de dichter dat dit zelf geschreven is, anders zou ik het al minder vinden. Niettegenstaande past het er wel bij, jammer van het Engels dus (en eventueel jammer als het uit een song ofzo komt) Maar de rest is echt wel top. Mooie beeldspraak, erg pakkend. Alleen versta ik sommige strofe-indelingen niet echt, maar dat is niet zo erg. In de eerste strofe had ik misschien liever gelezen 'de kamers liggen tussen links en rechts' dit zou het geheel wat abstracter gemaakt hebben, wat radelozer. Sterk einde ook. Mja, ik denk ook over deze na. Gedicht 18: Hmm. Neen, niet echt m'n ding. Hou niet van Frans/Engels/... in een Nederlandstalig gedicht. Ofwel dicht je in het Nederlands of in een andere taal. Niet in de twee. Is misschien wel cru, maar ik heb nog weinig gedichten gelezen waarin twee talen samen goed samen gingen of waarbij de ene taal de andere versterkt. Aan dit Frans stoor ik me ook omdat het overkomt als een letterlijke vertaling, de laatste zin is naar m'n gevoel niet correct. Er zitten twee mooie stukken in namelijk: 'Woorden zijn enkel klanken, toch is er al te lang gezwegen' en de vierde strofe. De rest vind ik niet zo goed. Gedicht 19: Dit is goed geschreven, taaltechnisch zit het goed in elkaar. Maar het raakt me niet. Ondanks de mooie woorden, de beeldspraak. Het is eerder een beschrijving, ik mis de sfeer. Natuurlijk kan de dichter hierbij opwerpen dat het uit het standpunt van Kampuch geschreven is en dat ze nogal koeltjes over haar ervaringen spreekt en dat de dichter dit wil weergeven in het gedicht, maar toch. Hmm. Neen. Sorry, het raakt me niet genoeg. Gedicht 20: Waw, wat een gedicht. Origineel ook. Ik kan er niet veel van zeggen, ik ben onder de indruk. De symboliek van moeder aarde en de hemel als mannelijke entiteit zit hier goed in verwerkt. Sterk einde. Zeker een kanshebber voor mijn stem. Er zitten hier zoveel goede dingen in dat ik ze niet ga aanhalen want dat zou teveel werk zijn vrees ik. Gedicht 21: Dit spreekt me heel erg aan. Ik hou van de stijl, de beeldspraak. Kanshebber voor m’n stem. Ik kan er niet direct iets negatief over zeggen, misschien enkel de laatste strofe. Mja, ik vind dit mooi, misschien had er nog wat aan geschrapt mogen worden zodat zinnen als: ‘Zijn de vlinders vermoord?’ het beeld bracht me troost’ zouden verdwijnen. Het stukje van de kikkervisjes is naar mijn gevoel niet echt nodig, omdat de rest vrij goed bij elkaar past, die kikkervisjes niet. Gedicht 22: Goh. Wat moet ik hier nu over zeggen. Het loopt vlot maar verliest zijn ritme naar het einde toe. Het einde vind ik ook niet zo speciaal. Ik hou wel van het woordje ‘spoetnik’. Ik kan me niet echt inleven in het geheel door de beeldspraak die er gebruikt wordt. Het is allemaal een beetje teveel van het goede en gaat een beetje te ver boven mijn pet. Gedicht 23: Er zitten hier mooie dingen in, maar de uitwerking mis ik. Het is teveel beschreven hoe ldvd voelt, weinig vernieuwend. 'Ik herhaal alle toetsen op de macht over de tv.' en de herhaling van de tegenstellingen vind ik ook goed maar het geheel is te beschrijvend. Gedicht 24: Onorigineel, te kort, geen beeldspraak, al te vaak gelezen. Gedicht 25: Hmm. Dit vind ik niet zo speciaal. Die ‘naja’ stoort me, is zoiets typisch Nederlands, hier in België zal je dat niet zo snel horen zeggen. De vergelijking baksteen – kei enzo heb ik al gelezen. Deze gaat niet mijn stem krijgen, daarvoor staan er teveel mooie gedichten in deze poll. Gedicht 26: Dit is een zin in stuk-jes gehakt. Dit is geen haiku en dus geen gedicht, geen stem. Aan de schrijver, lees hier wat gedichten die aan deze wedstrijd meedoen. Gedicht 27: Vind ik best een grappig gedicht en het is echt wel treffend. De rijm is misschien er een beetje te dik bovenop maar dat stoort me helemaal niet. Maar ik aarzel nog, ik denk niet dat ik m'n stem aan deze ga geven, er zitten gedichten in die veel mooier zijn. En ik hou helemaal niet van knuffelberen, laat staan van knuffelbeertjes :o :bloos: Gedicht 28: Veel te beschrijvend, veel te duidelijk. Is precies een gedicht van iemand die nog niet lang schrijft. Het beeld van de geliefde die sterft is al te veel gebruikt in het thema ldvd en de uitwerking is ook niet origineel, dus neen, op deze ga ik al zeker niet stemmen. De kanshebbers op m'n stem zijn gedicht 0, 17, 20 en 21. Maar ik twijfel nog, ga er nog een nachtje over slapen. Er zaten hier wel betere dingen in dan in de 1e poll. (Neen, dit is geen verwijt naar de fb's) |
Mijn favorieten zijn gedicht 0 en gedicht 20, met nog een lichte voorkeur voor 20
maar celui qui a des ailes, il ne parle pas aussi aiaiai, dat moet il ne parle pas non plus zijn jammer. |
Hmm. Na een slapeloze nacht ga ik toch voor gedicht nul stemmen, het spreekt me het meeste aan en het blijft me het beste bij. Jammer dat je maar 1 stem kan uitbrengen in ieder geval.
|
20, leuk idee. 22, taalgebruik. 27, stijl. 0, spreekt ook wel aan.
ik twijfel nog tussen 22, 27. edit: dat wisten jullie al ;). mwa, weet het nog niet. heb de boel niet zo gevolgd, het is de bedoeling dat uit deze twee (voor)selecties het populairste gedicht wordt gekozen? |
ik heb op 20 gestemd, het is origineel en het grijpt me naar de keel (ik begin al te rijmen in commentaren)
|
Citaat:
|
Vergeet niet dat dit de laatste dag is om te stemmen!
|
15, 17, 20.
Bij 20 vind ik het thema amper terug, helaas. Valt af. 15, 17. Ik vind deze allebei even goed - alsof ze van dezelfde dichter zijn. Bij 17 hou ik niet zo van het verdrink-stukje, en ook niet van dat scheefgedrukte stuk in het begin. Bij 15 vind ik de vraagzin niet zo geslaagd. 15 doet me denken aan 'she sits at home' van Mauro. Ik ga dan maar voor 15 :) |
Citaat:
ik moet nog 10 gedichten voor nederlands beoordelen met minstens 300 woorden... dus het zal kort worden |
Ik twijfel tussen 17 en 21. Maar ik vind ongeveer de hele eerste helft van deze poll de beste kwart van de wedstrijd.
|
Gedicht 15: Onderbroken voortgang van vroeger (naar nu en later)
O wauw. Geweldig hoe de sfeer overkomt, het thema is er prachtig in verwerkt en ik houd van de metaforen en andere beeldspraak. Hoe geniaal om dingen als 'condensruitjes' te gebruiken om gevoelens over te brengen. Ook 'herfst in een kachel' en het knopen van een vangnet van 'draden en herinneringen'. En 'maar ze mist altijd' zie ik als dubbel, als dat de bedoeling was: (y) (van het missen van haar liefde en het missen met het vangnet). De gedwongen dagelijkse bezigheden het zwaar ademen zijn ook goed beschreven, bij die laatste is het ook weer zo knap omschreven dat de energie toch op raakt... Alinea daarna vind ik zo sfeervol (of eigenlijk ledig) door het staren naar spikkels en geruis op de tv, en het terugkeren van de handen door het woord 'nagels'. 'escapisme' + omschrijving (Y) En de leegte die een leven vult, wauw. Mooie oxymoron (toch?) Titel snap ik niet helemaal. Ik ben dus heel positief over dit gedicht. Zeker kanshebber! Gedicht 16: rogue Dit komt eerder over als een soort van verkrachting, dan dat het liefdesverdriet is. Of is die handeling juist een metafoor voor het verdriet? Dat zou heel goed zijn. De eerste zin raakt me, door het 'iedereen, een schaduw' zie je een tegenstelling die toch weer klopt ofzo, heel mooi. Naamloze wanhoop moest ik even over nadenken, maar nu daagt het. Hoezo 'dode vingers'? Is de hoofdpersoon overleden, waardoor de partner nu verdriet heeft om zijn geliefde? De alinea 'dus met je... af te pellen' vind ik goed lopen, leest fijn. Het 'uitmonden' komt wat te duidelijk als doorgang op 'de lippen', maar dat is opzich niet erg. Het lijkt eerst of het niet helemaal af is, maar door de laatste regel is het ineens voorbij, alsof de strijd is opgegeven. Knap! De titel snap ik niet helemaal, maar ik ben ook niet goed in Frans. Opzoeken: Laatdunkend, trots. uuuh, ok. en waarom moest dat in het frans? zit er meer achter? Wel een kanshebber hoor! Wat een professionele dichtkunst tot nu toe, dit wordt nog heel moeilijk. Gedicht 17: waar ik wonen wil en hoe Hoezo die eerste Engelse regels? Soort achtergrondmuziekje? Als ik het doorlees loopt niet echt prettig. Probeer het te verklaren door te denken dat het te maken heeft met de chaos in het hoofd van de hoofdpersoon. Ik denk dat 'het hart' wordt omschreven, heel mooi gedaan! De 'verboden woorden' komen zo goed tot hun recht, goed idee was dat omdat je nu veel minder cliché's krijgt. Hoezo het verdrinken in spullen? En wat is er met de koorts? Ik snap deze niet helemaal. Ik ben niet goed in titels, deze snap ik weer niet. Gedicht 18: Soldaten praten niet Ojeej, Frans... Wapengekletter en leeuwengebrul klinkt leuk:) En het stuk met de vlinder en de atlas vind ik mooi. Gedicht 19: Stockholm syndroom Hehehe, die eerste zin:D Ik vind dit gedicht grappig, ondanks het onderwerp. 'wat zijn mijn kansen? die heb je niet' :D Leuk commentaar op actualiteiten, maar niet echt liefdesverdriet toch? 'Langzaamaan wordt beest man' ben ik wel fan van. Straks verder. |
Ik heb gestemd op 20. Het thema is er een beetje lastig in te vinden, maar ik stem toch op deze. Vooral originaliteit en bomvolle goede, prachtige dingen. Symbolen, enz., wow. (y)
Dit gedicht is mij ook het beste blijven hangen en verdient naar mijn mening echt stemmen! *is onder de indruk* Edit: misschien is liefdesverdriet hier gewoon erg figuurlijk en ruim genomen.. |
Gedicht 0:
Hm, ik kan hier niet echt iets boeiends over melden. Ik kan het thema er namelijk niet in terug vinden. Gedicht 20: De ongenode gast Wat heeft dit met liefdesverdriet te maken? Mooi, erg mooi, maar ik zie er geen thema in. Zonde, want ik vind de alliteraties en het tempo erg prettig. Gedicht 21: Ik vind de metaforen erg mooi, de omschrijvingen van het karakter zo origineel. Het stukje: 'niet wetend dat een vlinder ook eerst een rups was' vind ik zo geweldig, wauw. Mooi dat er steeds dieren in terugkomen! De laatste regel is niet bijster origineel. Gedicht 22: Wat toen niet was geweest. Omgwtfbbq wauw! Wat loopt het heerlijk, geweldig stuk verhaal en die zinnen en vergelijkingen, super! Woorden en zinnen als 'vol-ledigheid' en 'maar wist dat grijs toch niet gestond', 'me(ri)diaan', 'piepluikend groen' en 'wanneer de stilte valt moet je goed luisteren', super geweldig *wave doet*. Gedicht 23: Hm deze snap ik niet helemaal. De laatste alinea is een beetje vaag. Het idee is leuk, maar ik vind het niet heel origineel. Mooi omschreven, maar niet bijster bijzonder. Gedicht 24: Gebroken: Hehehe Jah, zo kan het ook natuurlijk. Simpel en toch moet je er even over nadenken. Leuk bedacht:) Gedicht 25: Vallen Iets te cliché, met woordgebruik als 'vallen als een baksteen'. Zo zijn er nog meer, het thema is er wel goed mee uitgewerkt maar verder doet het me niet zoveel. Gedicht 26: Ik houd wel van korte gedichten, als ze af zijn tenminste. De tegenstelling is mooi, maar er zit teveel gevoel en leegte in om in zo weinig woorden te zeggen. Jammer, had best mooi kunnen zijn in een iets langere versie. En hoezo koestert zonlicht de hardheid? Gedicht 27: Hihi, lijkt op een kleuter dat zijn legopoppetje kwijt is. Als het vanuit dat perspectief geschreven is vind ik het leuk, maar ik denk dat het niet zo is. In dat geval is het een beetje saai. Gedicht 28: Best knap geschreven, een soort verdriet over iets dat moet nog komen. Wat is een 'lijfelijk lijf'? Jammer van het veelgebruikte 'witte paard', anders had ik het best goed gevonden. Verloren ziel. Ojeeeeej dit wordt zo moeilijk. Er zitten zulke geweldige gedichten tussen... Ik moet kiezen tussen gedicht 15, 16 en 22. Alledrie komen ze erg professioneel over, ik geniet van het lezen ervan. Ik ga ze alledrie nog even lezen, dan kijk ik welke er toch echt uitspringt. Ik wil ze eigenlijk alledrie wel door hebben:P Deze zin doet het 'm: 'toen we samen niet geslapen zomerden in ’t verkeerde seizoen' Gedicht 22 dus. ( omg mn lievelingsgetal, toeval? :confused: ) |
Een wat uitgebreidere reactie volgt misschien later nog.
16,17,21,22,27 vind ik erg leuk. 27 misschien net wat te simpel en valt daarom af en in 22 staat misschien juist weer teveel. 21 vond ik ook leuk maar wat teveel dieren, paarden, vlinders, kikkervisjes, rupsen, ik raak het een beetje kwijt hierdoor. Blijven 16 en 17 over. Ik vind 17 erg mooi mijn complimenten hier ook voor maar 16 blijft me toch net iets meer bij door deze zin: "en toen je plots mijn dode vingers kuste, schreeuwde ik je zachtjes nee, nee, nee. " 16 dus :) |
Ik vind vooral de laatste strofe van 20 heel erg goed. En ik stem op 17, die vind ik het origineelst. :)
|
21
|
Nummer 15, om de eerste drie regels.
(Later analyseer ik wellicht de andere gedichten maar voor nu too little time too little time) |
Hmmm, ik ga zo de stemmen tellen. Overigens had ik nog niet gezegd hoeveel goede gedichten hiertussen zaten (y). Jammer van gedicht 1, ik vind het plaatje er echt misbreuk aan doen en in het vervolg zou ik geen screenshots meer nemen van Word-documenten als de spellingscontrole aanstaat.
Ik heb overigens gestemd op 19. Prachtig verwoord. |
Citaat:
|
Ja, maar toch ^^ Het zag er niet zo super uit :D
Of was dat ons Michel zijn schuld? :nono: dan. Dan geef ik de dichter de tip om met Photoshop te gaan werken, als ie echt met afbeeldingen wil werken. |
Wat dom. Ik heb niet eens gestemd. Ik zal de laatste gedichten nog wel bekritiseren morgen oid.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:22. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.