![]() |
Finale Wedstrijd Poll: De Uitdaging!
Zo, dit is hem dan. De Poll waar we allemaal op gewacht hebben. Dit zijn volgens jullie de 8 beste gedichten, maar welke is nu het allerbeste? We weten het, het waren dit keer veel gedichten om door te lezen en te beoordelen, maar dat is alleen maar leuk toch? Jullie hebben 1,5 week om te stemmen. Daarna zullen, zoals gebruikelijk, de stemmen worden geteld en gecontroleerd, waarna de winnaar bekend zal worden gemaakt. Veel plezier!
BELANGRIJK: Als je stemt op een gedicht is het leuk als je ook vermeldt waarom je op dat gedicht hebt gestemd. Het hoeft geen uitgebreide analyse te zijn, en je hoeft ook niet elk gedicht van commentaar te voorzien (alhoewel dat wel een goede traditie is). Beargumentatie is goed voor de discussie en het is leuk om van anderen te lezen wat zij nu zo goed vinden in het gedicht dat zij hun stem eraan geven. Bovendien maakt het je stem geldig. Gedicht 1: afstandelijk de hazen schieten zichzelf al neer als ze hem zien. ook ik ging erbij liggen alsof we geen vormen in de lucht konden zijn, ja noem mij Wolk, zeg wat ik ben en ik verander . toen was ik water. hij daalde tot aan mijn bodem, maakte een Kom, maar ik verdwaalde aan de droeve oevers van zijn hand. met zijn vuur in mijn zakken vergaap ik nu de nachten, maar de dromen komen niet, verstoppen zich in gedachten als Hij zoekt me vandaag wel. maar er is geen wereld. er zijn twee lichamen, daartussen dode aarde – en het doet, het doet. Gedicht 3: godot ik heb niks gedaan dan groeien (maar niet aan kracht of antwoorden) en nu? ik heb mijn armen uitgehold maar alles is zo vormeloos. er staat in krijtstrepen op de muren dat ik al dagen wacht op morgen. ik heb de aarde platgestampt en niemand volgt het pad. ik heb sokken in de wind (maar geen mannengeur) en nu? daar in mijn kast hangt een jurk die ik niet mag dragen want het is de mijne Gedicht 13: "Waterkant" Afgelegen waterkant, voel mij zitten op je rug met mijn zij in je gras. Ik kijk al uren naar je aangrenzende water en ik denk dat ik heb meegewerkt aan dat gat met al dat nat erin, omdat mijn oog soms drupt hier aan de waterkant waar niemand me kan vinden. Ja, ik heb me bij jou verstopt omdat mijn vertrouwen in de mensen is verbroken troost me, riet en gras en zand hier, vlakbij de waterrand. Gedicht 14: "Einde" Ik wil nu in de stilte zijn erin, niet op de blaren zitten sereen en blanco, zacht tapijt dat door mijn toen-gedachte snijdt ja, door de tegenstelling. Het wachten duurde mij zo lang omdat je stiekem hoopte op het droge van een wang waartegen niet gelogen is maar jij maakte me bang met al die lange lome stiltes. Toch kuste je mijn huid hoewel je zei dat je niet langer aan mijn wereld wilde hangen, en voluit dat je gevoel en je verlangen langzaam van je vandaan waren gegaan, hoewel je steeds weer wilde proberen. Ik las de brief vijf keer per dag, misschien wel zes maal, en wie weet bracht dat mijn ongeluk met zich mee omdat ik teveel hoopte op een nieuw hervonden vuur, en wacht ik daarom nog een uur op jou Misschien wel twee. Gedicht 15: Onderbroken voortgang van vroeger (naar nu en later) Haar kin rust in haar handpalm als- of die een wereldlast te torsen heeft? De condensruitjes in vrolijke kleuren stemmen haar droef. Ze tracht zichzelf aan de kachel te warmen, maar daarbinnen heerst er herfst. Van draden en herinneringen knoopt ze een vangnet. Maar ze mist altijd. Gedachten aan de groenteboer, 11.25, haar dagelijkse rondje door het park, doen haar het liefst ver weg kruipen in bed. Vergeten dat ze ademt, ja, maar de zuurstof lijkt ergens haar lichaam te verlaten. Soms tuurt ze uren in boeken of staart ze naar spikkels en geruis op de tv. En om iets om handen te hebben is ze weer nagels gaan bijten. (Een vorm van escapisme wellicht.) Maar alles is leeg, leegte; zo veel dat je er een leven mee kunt vullen. Gedicht 17: waar ik wonen wil en hoe “all around me little things are shining like they are one ...are we sisters?” Er zit een soort ruimte tussen mijn longen en borst, alsof ik wachtte op een lichaam dat niet kwam, of juist een deel uit mij verhuisd heb. De kamers liggen links en rechts en zijn gescheiden tot de dood hen samenbrengt. Het is niet dat er niets overblijft - dat is het hem juist. Ik verdrink in de spullen die ik aan zou kunnen raken en dat ik dan weer weet hoe we wel dit maar hoe we niet dat, alsof we niet meer zijn dan ongrijpbare jaren en ik iedere nacht in mijn bed mij af zal moeten vragen hoeveel verschillende soorten warmte ik in die kamers zou kunnen bewaren, te beginnen bij koorts. Gedicht 20: De ongenode gast Het was uit het niets gekomen; hij brak twijgen van takken van bomen die wij, bewoners, als monumenten hadden geplant. Oude mensen voelden het aan hun botten maar die brak hij evengoed meedogenloos. Hij zwol aan, zwaar, zonder medelijden en dwong zelfs de noodklok tot geluid. Het eiland begon te schudden, schuchter smekend om een tegenoffensief. Balde al haar steen tezamen, maar voelde het diep binnenin brokkelen en bulderen. De zee bulkte woedend de baai in, man-, muis-, huisverslindend. Gelovigen sloten zich nog op en baden, maar al snel waadden zij ook tot hun hals in het water. “Schietgebedjes, klaagzangen, smeekbeden, wat hadden we meer kunnen doen?”, sprak één der overlevenden later. Het eiland sidderde, stuiptrekte en smeekte, maar de razende storm had haar in zijn macht. “Welke dwaas had er dan gedacht, dat alles voor eeuwig goed zou gaan?”, woei hij woest. Dakpannen braken als een soort antwoord. Het eiland begon zichzelf te verwijten, had het goden boos gemaakt? Bliksemlicht flitste als een soort antwoord. Als laatste braken dijken, zee zond vloed en bracht het eiland zilt slijk. De wind haperde, stotterde, aarzelde en benam zich ten slotte de adem. Gedicht 22: Wat toen niet was geweest. Wat als alles weer geweest was in het ogenblik verschenen in je ogen wanneer de vol-ledigheid van mijn bestaan dreigde te vallen toen de regen dacht te dansen in de kille stad op daken en op pleinen moest ik toen mee ter aarde gaan? Toch zocht ik voort om meer te verwachten dan te vinden in huizen en in straten bevond ik me verder maar verloren in het zwart-wit bestaan waar ik met krijtlijnen de contouren van ons zijn bedacht maar wist dat grijs toch niet bestond. Weet je nu wat we toen wisten of spoetnik je nog steeds de ruimte in? We zijn maar kinderen van de goden, daarboven hebben we geen naam ook al vlieg je met je vlindervlugge vleugels hoger dan de hemel, noch de wolken kan je meten en het soortelijk gewicht van kussen wegen gaat al evenmin. Het is al veel te lang te laat geweest maar ik blijf dansen op de me(ri)diaan in de dromen van ons twee, niet veel wakkerder dan toen we de kersenboom beluchten met piepluikend groen toen we samen niet geslapen zomerden in ’t verkeerde seizoen. Maar ik weet wat jij niet wist en nooit zal weten want wanneer de stilte valt moet je goed luisteren. |
Toch vreemd hoe er nu alweer een stem is zonder post, ik vraag me af hoe je wel de gedichten, maar niet een overduidelijk aanwezig stuk rood tekst kunt lezen?
|
Deze keer zal ik ze wel allemaal uitgebreid gaan bespreken, dit zijn immers de beste, nou ja, dat zouden het moeten zijn in elk geval:P
|
Gedicht 1: De eerste paar keer dat ik hem las, vond ik hem wel mooi, maar niet goed genoeg voor een stem. Het kwam door die hazen, geloof ik, ik associeer hazen niet bepaald met liefde. Maar hoe vaker ik hem lees, hoe beter ik hem vind, hij loopt zo fijn. En dit is echt een mooi stukje:
hij daalde tot aan mijn bodem, maakte een Kom, maar ik verdwaalde Normaal vind ik het mooi als er hoofdletters normaal zijn gebruikt, maar hier zijn ze maar af en toe gebruikt, leuk gedaan. Gedicht 3: Ik mis vast iets, maar ik vind dit gedicht eigenlijk helemaal niets. Ik bedoel, het is wel netjes geschreven en zo (al zijn er dan geen hoofdletters), maar het doet me niets, de zinnen lijken voor mij ook niet bij elkaar te horen. Maar de eerste zin vind ik wel leuk. Gedicht 13: Ja, tsja... Het heeft wel wat, maar het thema vind ik er eigenlijk nog iets letterlijk in gefrot met dat: mijn vertrouwen in de mensen is gebroken. En ik ben niet echt van de natuurgedichten, sorry. |
Het is NIET zo dat je elk gedicht nogmaals helemaal moet bespreken. Enkel zeggen waarop je stemt is voldoende om je stem geldend te maken.
En komop mensen, een beetje enthousiasme. |
Citaat:
Wellicht dat ik het later nog doe. Misschien ook wel niet na een uithaal van CSN :| |
:( het was geen uithaal ik wilde alleen dat mensen zouden doen wat mutant zojuist ook nog even herhaalde omdat het anders voor ons veel lastiger wordt valse stemmen eruit te halen en we hebben al zoveel gedonder met al dan niet valse stemmen
|
Dan zou je het iets vriendelijker kunnen formuleren, in plaats van voor te stellen alsof ik te achterlijk ben geweest om de rode tekst te lezen?
|
Hoe kon ik weten dat jij het was en waarom?
|
[Omdat CSN het zo vriendelijk vraagt ligt ik mijn keuze toe]
Gedicht 17. Waarom? De kamers liggen [nieuwe strofe] links en rechts. Een letterlijke en figuurlijke scheiding. Werkelijk een verrukking, tevens met een gewaagd Engelse intro [motto]. Voorts een mateloos gespeel met de opbouw, de lengtes van de strofen. Verder ga ik het niet meer helemaal toelichten, want daar heb ik geen zin meer in. [Als laatste aan de schrijver ervan; U heeft me weten te raken, als één van de weinigen. Hulde.] |
Citaat:
|
God, wat moeilijk. Het is ontzettend gaaf dat de quantiteit en (zover ik heb het heb gelezen) ook de qualiteit zo hoog ligt, het maakt een keuze maken er niet gemakkelijker op. Op het moment neig ik naar de gedichten 1, 3, 17 en 22. De laatste (22) had vanaf het begin af aan gelijk mijn aandacht, maar nu vooral 17 en (daarna) 1. Ik weet het nog niet precies; eerst ze allemaal nog een aantal keer lezen en wat nachten slapen en mijmeren.
Het thema met de woord beperkingen is trouwens erg leuk :). |
@Mutant: ik had ze nog niet besproken:)
Gedicht 14: Ik vind de vorm een beetje raar. Niet verkeerd of onaangenaam, maar wel gek dat er dan ineens langere zinnen komen. Maar het is eigenlijk een heel mooi gedicht, leuke woordkeuzes en zo, goed gedaan. Gedicht 15: Ja, ik vind hem wel aardig, er is niet echt iets mis mee, maar het is toch niet mijn favoriet. Ik vind het soms nogal expliciet verwoord en het einde vind ik een beetje cliché. Gedicht 17: Daar heb ik in de voorrondes op gestemd en nog steeds geen spijt van. Het kamer-gebeuren is echt mooi. Ik vraag me wel af wat die eerste strofe er precies mee te maken heeft. Gedicht 20: Mja, een verhaaltje. Nee, ik vind het niet echt iets en ik vind het thema ook niet helemaal terug. Niet echt mijn soort gedicht. Gedicht 22: Weet je nu wat we toen wisten of spoetnik je nog steeds de ruimte in? Mooi. Ik vind het begin van het gedicht niet echt sterk en bijzonder, maar naarmate het einde vordert, wordt het steeds beter. Normaal is dat andersom. Ja, leuk gedicht. |
Citaat:
|
Ik vind het nu heel moeilijk. Nu ik ze overlees heb ik weer een heel andere mening dan toen ze apart stonden... vreemd. Ik ga vanavond stemmen denk ik, maar ik weet nog niet op welke. Hangt een beetje van mn stemming af denk ik:P
|
Citaat:
Mijn stem gaat naar... 22, met een compliment voor 1 en 17. |
En ik stem wederom op 3. Mijn keuze heb ik toegelicht in de vorige poll. Maar nogmaals mijn complimenten! :)
|
Ahh serieus, wanneer is deze wedstrijd begonnen? :(
En ik ga nog stemmen (en beargumenteren), eerst even rustig lezen. |
Citaat:
http://forum.scholieren.com/showthre...readid=1455965 |
Ik twijfel tussen 20 en 22...
|
Ik lees altijd wel de gedichten en stem soms ook alleen ik heb ze nog nooit echt beoordeeld. Komt omdat ik er niet zoveel verstand van heb.
Nu ga ik echter mijn best doen om te uit te leggen waar ik op ga stemmen. Hier alvast mijn eerste drie beoordelingen. Gedicht 1: Dit gedicht spreekt me best aan, vooral omdat het goed loopt. Ik vind de eerste twee strofes het sterkste. Toch irriteer ik me aan het hoofdlettergebruik. Ook struikel ik telkens op dit zinnetje: “ verstoppen zich in gedachten als Hij zoekt me vandaag wel.” Dit gedicht is gewoon goed, maar steekt er voor mij niet bovenuit. Gedicht 3: De laatste drie regels spreken me niet aan, de rest wel. Ik weet niet of het al ergens gestaan heeft, maar ik weet niet wat de titel betekent dus ben ik daar wel nieuwsgierig naar. Ik denk dat de schrijver van dit gedicht expres geen hoofdletters heeft gebruikt, maar toch mis ik ze. Gedicht 13: Deze vind ik minder dan de vorige twee. Sommige dingen vind ik een beetje te veel ‘gezegd’(ik weet niet hoe ik dat anders moet verwoorden) zoals de zinnen ‘waar niemand me kan vinden’ en ‘omdat mijn vertrouwen in de mensen is verbroken’ Zonder deze zinnen zou het me meer hebben aangesproken. Wel vind ik het thema goed verwoord, het is wel herkenbaar omdat ikzelf ook graag naar het water ga. |
Gedicht 17: omdat dat me echt het meest aanspreekt, hoewel ik ze allemaal niet echt super vind. Toch gedicht 17, voor mij het mooist.
|
1, 13 en 17 vind ik het leukst, ik stem op 1 om dezelfde reden als in de eerste poll.
|
22
|
Ik twijfel tussen 3 (waar ik eerst op stemde) en 17 (waar ik in de tweede poll op stemde).
Maar ik ga toch voor 17. Waarom? Bij het gedicht 'Godot' laat het einde me echt achter met de vraag van 'en wat nu? komt er niets meer?' Bij 'waar ik wonen wil en hoe' is het einde mooi afsluitend. En de zinsopbouw is gewoon wat fijner om te lezen. Geweldige woordkeuzes zitten er in en de zinnen zijn bijna overal erg goed afgebroken (zoals dat voorbeeld met 'de kamers' en 'links en rechts') Vandaar, hoop dat dit uitleg genoeg is. :) Edit: foutje hersteld. |
Ik twijfel tussen 1 en 17, maar vind 17 net wat beter, wat verassender.
|
Ik ga voor 3, godot.
|
Ik ga voor gedicht 15, Onderbroken voortgang van vroeger.
|
Ik ga even verder...
Gedicht 14: Hierin zitten echt mooie dingen die me aanspreken. De eerste vier regels vind ik het mooist. Op het laatst vind ik het iets minder worden, vooral die lange zinnen. Die gingen er bij mij wat moeilijker in. Toch vind ik ’t wel een mooi gedicht. Gedicht 15: Dit gedicht vind ik het thema het beste hebben weergegeven. Het spreekt me echt heel erg aan. De laatste drie regels vind ik het minste, misschien een beetje te cliché in vergelijking met de rest van de strofes. De zinnen die niet helemaal doorlopen op één regel vind ik vaak storend, bij dit gedicht echter spreekt ’t me wel aan. Het taalgebruik is mooi. Dit is wel een kanshebber voor mijn stem. Gedicht 17: Ook deze spreekt me aan en het is gewoon een sterk gedicht. Ik vind die ‘losse’ zinnen er wel mooi tussenstaan. Alleen het einde vind ik misschien iets te abrupt. Gedicht 20: Sowieso heb ik echt respect voor al deze gedichten. Soms snap ik gewoon niet hoe jullie erop komen. Ik zou het niet kunnen. Hier vind ik de personificatie (dat is het toch?) orgineel al is het gedicht mij net iets te lang om mijn aandacht erbij te houden. Ook komt er niet meteen het idee van liefdesverdriet in me op. Gedicht 22: Ik vind hier wel leuke stijlmiddelen inzitten als ‘vlindervlugge vleugels’ en allerlei soorten klanken. Ik snap ‘m misschien niet helemaal maar het klinkt wel ontzettend goed als je ‘m hardop voorleest. Conclusie: Ik stem op gedicht 15 en gedicht 17 en 22 vond ik ook goed. Sowieso is dit de ‘finale’ dus vind ik alle gedichten wel sterk. |
22, was de enige die uberhaupt bij mijn favorieten behoorde.
|
Ik stem ook maar even. Gedichten heb ik al besproken. Ik kies gedicht 20, daarop zou ik ook hebben gestemd in het vorige topic.
Eh, omdat.. het een prachtgedicht is, vind ik (ik ben even niet in de stemming voor uitgebreidheid). O en gedicht 17 vind ik ook héél goed. |
Twijfel tussen 13 en 17, maar ben tóch van 13 gegaan omdat ik het een erg lief en ook origineel vind.
|
Ik ga voor gedicht 1, alhoewel ik twijfelde bij 20. Maar 1 blijft me het meest raken...
|
Het is wel spannend(Y)
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Ik heb 17 gestemd.
Die Engelse regels vond ik eerst maar niks, maar ze zijn gequote van het liedje Asile's World, van Elisa. En met dat liedje in m'n achterhoofd kan het wel. Verder vind ik het gewoon een fijn gedicht dat geen grote woorden en beelden hoefde te gebruiken om sterk te zijn. |
Ik twijfel nog tussen gedicht 1 en 15. In 1 zitten echt hele mooie zinnen, maar ik vind het (nog steeds? ik weet niet of ik dit al gezegd had) jammer dat 'hand' 'hand' is en niet 'land.' Het einde van gedicht 1 vind ik wel heel erg mooi, de herhaling. Bij gedicht 15 vind ik het vraagteken in de derde regel heel treffend. "Heerst er herfst" is ook knap gevonden. Alleen de derde strofe van dit gedicht vind ik niet zo, te gezocht, ik weet niet. Gedicht 22 is ook goed, maar ik stoor me nogal aan de interpunctie, dus dat wordt 'm niet. Bij 17 snap ook ik niet waar dat citaat precies op slaat, hopelijk krijgen we dat nog van de schrijver te horen.
En verder .. hmm, bij gedicht 14 vind ik het einde erg mooi, ontroerend, maar ik had een komma na 'jou' gezet of anders een punt. Dit komt misschien pietluttig over, maar ik weet niet, het last een langere pauze in? Ik vind het ook jammer dat de regels zoveel verschillen qua lengte. 13 vind ik wel leuk, maar ik heb het idee dat dit gedicht beter in de blokeendenwedstrijd had gepast? Gedicht 20 vond ik een beetje te lang, te verhalend. Bij nummer drie heb ik het idee dat het gedicht halverwege stopt. Anyway, het wordt 1 of 15, ik denk er nog even over na. |
Ik stem voor sokken in de wind; godot. Uitleg komt misschien later nog wel, als ik niet hoef te stressen.
|
Ik heb op gedicht 17 gestemd.
Met de voorbereidingen hebben CSN en ik alle gedichten onder de loep genomen om ze, min of meer, eerlijk verdelen. Het idee was om de gedichten in 3 categorieën op te delen. slecht - matig - goed en daarna elke categorie at random over één van de twee groepen te verdelen. Het viel me toen al op dat er eigenlijk niet een gedicht was waar ik van onder de indruk was. Daarom was ik ook heel blij met de wat verlate inzending van nummer 17. De gedachte dat koorts nog het enige is wat je warm kan houden vind ik zo geniaal, zo ziekelijk, zo poëtisch, dat daarom alleen al dit gedicht zou moeten winnen. |
Ik stem op 3, omdat die voor mij op de simpelste, fijnste, en mij het meest rakende manier toch het thema heel goed dekt. :)
Met een enorme :cool: en (y) voor 17. |
Ik stem op 1 :).
|
1.
|
poll is dicht, misschien dat we vandaag nog de winnaar bekend maken als ik muut te pakken kan krijgen.
|
Dat is niet zo moeilijk ^^ Makkelijker dan andersom :P
|
Michel!
En ja, ik zou het zelf kunnen doen, maar hij heeft mooi bijgehouden welk gedicht van wie is en ik zou het allemaal moeten gaan uitzoeken. |
Ligt het aan mij of is dit een chaotische wedstrijd :p?
|
Forumbazen :rolleyes:
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:50. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.