De liefde staat haar goed.
 

De liefde staat haar goed, Als
ze op haar tenen staat te wiebelen
om een blik of glimlach op te vangen.

De liefde staat haar goed,
(dwars)liggend, over kiezeltjes
gespreidt met lange benen,
giechelend en kussend en
kijkend en starend en kussend en
dromend en kussend.

De liefde staat haar goed,
maar dan in de minimalistische
zin van het leven.


(Scharlakenrood is enkel scharlaken meer)

G-tje, liefje, je kent de regels nu toch wel?