![]() |
Psalmen
Wat vinden jullie het mooiste passage uiti het psalm boek?
ben wel benieuwd naar jullie mening Persoonlijk vind ik Psalm 23 het mooist. Schitterend! 23 \d 1 Een psalm van David. De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. 2 Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, 3 hij geeft mij nieuwe kracht (23:3) en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam. 4 Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed. 5 U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, u zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. 6 Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik keer terug in het huis van de HEER tot in lengte van dagen |
Toen ik nog geloofde vond ik Ps. 139 mooi. Tegenwoordig zie ik ook wat voor haat en intolerantie er in te vinden is:
Sta op, HERE, verlos mij, mijn God! Ja, Gij hebt al mijn vijanden op de kaak geslagen, en de tanden der goddelozen verbrijzeld. (Ps. 3:8) Verbreek de arm van de goddeloze en boze, straf zijn goddeloosheid, totdat Gij ze niet meer vindt. (Ps. 10:15) Hij regent op de goddelozen vurige kolen en zwavel, schroeiende wind is het deel van hun beker. (Ps. 11:6) Wacht op de HERE en bewaar zijn weg, dan zal Hij u verhogen om het land te beërven, de uitroeiing van goddelozen zult gij met vreugde zien. (Ps. 37:34) Maar de overtreders worden te zamen verdelgd; het einde der goddelozen wordt uitgeroeid. (Ps. 37:38) De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand, die goed doet. (Ps. 14:1) En dit zijn slechts enkele voorbeelden..... |
Citaat:
psalm 103 Loof de HERE, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam; 2 loof de HERE, mijn ziel, en vergeet niet een van zijn weldaden; 3 die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest, 4 die uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, 5 die uw ziel verzadigt met het goede, zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend. 6 De HERE doet gerechtigheid en recht aan alle verdrukten. 7 Hij maakte Mozes zijn wegen bekend, de kinderen Israëls zijn daden. 8 Barmhartig en genadig is de HERE, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid; 9 niet altoos blijft Hij twisten, niet eeuwig zal Hij toornen; 10 Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden; 11 maar zo hoog de hemel is boven de aarde, zo machtig is zijn goedertierenheid over wie Hem vrezen. 12 Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons; 13 gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de HERE over wie Hem vrezen. 14 Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn. 15 De sterveling – zijn dagen zijn als het gras, als een bloem des velds, zo bloeit hij; 16 wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer. 17 Maar de goedertierenheid des HEREN is van eeuwigheid tot eeuwigheid over wie Hem vrezen, en zijn gerechtigheid over kindskinderen, 18 over hen die zijn verbond onderhouden, en aan zijn bevelen denken om die te doen. 19 De HERE heeft zijn troon in de hemel gevestigd, zijn koningschap heerst over alles. 20 Looft de HERE, gij zijn engelen, gij krachtige helden die zijn woord volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord. 21 Looft de HERE, al zijn heerscharen, gij zijn dienaren, die zijn wil volbrengt. 22 Looft de HERE, al zijn werken, aan alle plaatsen zijner heerschappij. Loof de HERE, mijn ziel. |
psalm 121
1 Een lied Hammaälôth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen zal. 2 Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. 3 Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren. 4 Ziet, de Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, noch slapen. 5 De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw Schaduw, aan uw rechterhand. 6 De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. 7 De HEERE zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel zal Hij bewaren. 8 De HEERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid. zoveel eigenlijk. zitten soms sterke stukjes proza tussen (y). |
Om eerlijk te zijn heb ik geen favoriete psalm. Ik houdt me er ook niet echt intensief mee bezig ...
Wel vind ik het verhaal van de voetstappen erg bijzonder: Vannacht droomde ik dat ik met God over het strand liep. Tegen de lucht tekenden zich taferelen af uit mijn leven. Het viel op dat bij elke tafereel twee paar voetstappen in het zand stonden, het ene paar van mij, het andere van God. Toen het laatste tafereel van mijn leven voor ons oplichtte, keek ik achterom.Het viel me op dat ik dikwijls op mijn levenspad maar een paar voetstappen te zien was en wel precies op de meest dorre en trieste momenten van mijn leven. Ik wendde me tot God en verweet Hem: God, U heeft gezegd dat U vanaf het moment dat ik besloten had U te volgen altijd met mij mee zou lopen, maar het is me opgevallen dat er tijdens de moeilijkste periode van mijn leven maar een paar voetstappen in het zand staat. Ik begrijp niet, waarom U mij in tijden dat ik U het meest nodig had, in de steek hebt gelaten. Toen antwoordde God: Mijn dierbaar kind, ik zou je nooit in de steek laten in tijden van lijden en beproeving. Bedenkt dat je daar waar je maar een paar voetstappen ziet door mij werd gedragen! |
Citaat:
|
laatst werd er voor mij geprofeteerd en kwam psalm 32 naar voren. Erg mooie belofte doet God daar.
1 Van David, een kunstig lied. Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven, van wie de zonden worden bedekt. 2 Gelukkig als de HEER zijn schuld niet telt, als in zijn geest geen spoor van bedrog is. 3 Zolang ik zweeg, teerden mijn botten weg, kreunend leed ik, de hele dag. 4 Zwaar drukte uw hand op mij, dag en nacht, mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte. sela 5 Toen beleed ik u mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe, ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn ontrouw’ – en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. sela 6 Laten uw getrouwen dus tot u bidden als zij in zichzelf een zonde vinden. Stormt dan een vloed van water aan, die zal hen niet bereiken. 7 Bij u ben ik veilig, u behoedt mij in de nood en omringt mij met gejuich van bevrijding. sela 8 ‘Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan. Ik geef raad, op jou rust mijn oog. 9 Wees niet redeloos als paarden of ezels die met bit en toom worden bedwongen, dan zal geen kwaad je treffen.’ 10 Een slecht mens heeft veel leed te verduren, maar wie op de HEER vertrouwt wordt met liefde omringd. 11 Verheug u in de HEER, rechtvaardigen, en juich, zing het uit, allen die oprecht zijn van hart. 'sela' dat er steeds acher staat hoort er niet bij te worden gelezen, had iets te maken met zang. |
Ik ga voor psalm 121:
1 Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. 2 Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. 3 Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren. 4 Ziet, de Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, noch slapen. 5 De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw Schaduw, aan uw rechterhand. 6 De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. 7 De HEERE zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel zal Hij bewaren. 8 De HEERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid. prachtig! |
Psalm 91:
1 Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende, 2 zegt tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op u vertrouw ik.’ 3 Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger en redt je van de dodelijke pest, 4 hij zal je beschermen met zijn vleugels, onder zijn wieken vind je een toevlucht, zijn trouw is een veilig schild. 5 De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag op je afvliegt, 6 noch de pest die rondwaart in het donker, noch de plaag die toeslaat midden op de dag. 7 Al vallen er duizend aan je linkerzijde en tienduizend aan je rechterhand, jou zal niets overkomen. 8 Open je ogen en zie hoe wie kwaad doen worden gestraft. 9 U bent mijn toevlucht, HEER. Als je mag wonen bij de Allerhoogste, 10 zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je tent ooit treffen. 11 Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat. 12 Hun handen zullen je dragen, je voet zul je niet stoten aan een steen. 13 Leeuw en adder zul je vertrappen, roofdier en slang vermorzelen. 14 ‘Ik zal bevrijden wie mij liefheeft en beschermen wie met mijn naam vertrouwd is. 15 Roep je mij aan, ik geef antwoord, in de nood zal ik bij je zijn, je bevrijden en met roem overladen, 16 je overvloed geven van dagen. Ik zal je redding zijn.’ |
Ik vind die NBV erg mooi vertaald, heel sober en soms zit er nog een 'spitsvondigheid' uit de brontaal in ('u zalft mijn hoofd met olie / mijn beker vloeit over').
|
Citaat:
|
wat ik eigenlijk vindt is dat psalmen, daar heb ik het laatst met wat vrienden ook over gehad, wat uit de tijd zijn. Misschien moet de kerk om jongeren te trekken maar eens overstappen op psalmen van nu van de HGJB. Ze begrijpbaar en je weet dan wat je zingt. Ik weet niet hoe dat bij jullie zit, ben benieuwd
|
Citaat:
initiatieven zoals als baan 7 (www.baan7.nl) draag ik een warm hart toe, dit spreekt jongeren erg aan heb ik gepeild bij de jongeren in de kerk. |
/me sluit zich bij TS aan :)
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
51
1 Voor de koorleider. Een psalm van David, 2 toen de profeet Natan bij hem gekomen was, nadat hij tot Batseba was gekomen. 3 Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid; 4 was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. 5 Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig vóór mij. 6 Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen, opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak, zuiver in uw gericht. 7 Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen. 8 Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene, in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend. 9 Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein, was mij, dan ben ik witter dan sneeuw; 10 doe mij blijdschap en vreugde horen, laat het gebeente dat Gij verbrijzeld hebt, weer jubelen. 11 Verberg uw aangezicht voor mijn zonden, delg al mijn ongerechtigheden uit. 12 Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest; 13 verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw heilige Geest niet van mij; 14 hergeef mij de blijdschap over uw heil, en laat een gewillige geest mij schragen. 15 Dan zal ik overtreders uw wegen leren, opdat zondaars zich tot U bekeren. 16 Red mij van bloedschuld, o God, God mijns heils, laat mijn tong over uw gerechtigheid jubelen; 17 Here, open mijn lippen, opdat mijn mond uw lof verkondige. 18 Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. 19 De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God. 20 Doe wèl aan Sion naar uw welbehagen, bouw de muren van Jeruzalem. 21 Dan zult Gij behagen hebben in offers naar de eis, brandoffers in hun geheel gebracht; dan zal men stieren op uw altaar offeren. |
Psalm 23 (TS) vind ik ook erg mooi en kan veel steun bieden in blijde en nietblijde tijden. Ook als je in rouw bent of rouwende mensen kent, heb je wat aan die psalm.
Dat van die voetstappen heb ik ook altijd erg mooi gevonden. Grijpt me wel aan. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:35. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.