NL literatuur Middeleeuwen
 

Ik heb een vraag over het boek Karel ende Elegast.

Hoe is de Feodale standenmaatschappij (leenstelsel) toegepast in dit boek?

Pfff...da's lang geleden...maar er staat me nog wel wat van bij.

Karel is koning c.q. keizer (Karel de Grote wordt bedoeld), en zowel Eggeric en Elegast zijn ridders, die als zodanig een leenman van de koning waren.

Zoek het ook in de gehoorzaamheid van de personages.

Idd, vermomt Karel zich niet als ridder? Dan is de relatie tussen hem en Elegast opeens heel anders dan als hij laat blijken dat hij de koning is.

"Karel en de Elegast is een veel minder groots opgezet verhaal. Op een nacht wordt Karel wakker door een stem die hem in naam van God drie maal beveelt uit stelen te gaan. Na de derde keer verlaat Karel ongemerkt zijn kasteel en rijdt het bos in. Al rijdende denkt hij aan zijn leenman Elegast, die hij om een klein vergrijp heeft verbannen. Elegast moet nu als roofridder aan de kost komen, maar berooft slechts de rijken."
(Nederlandse literatuur - Dautzenberg)

"Er bestond een uitgebreid gewoonterecht dat de rechten en plichten van de leenheer (de vorst) en de leenman (de persoon die een gebied in beheer ontving) regelde. In de loop der tijd gingen veel edelen zich echter steeds meer onafhankelijk opstellen, en groeiden hun gebieden uit tot feitelijk onafhankelijke vorstendommen die door vererving (huwelijken met erfdochters) en oorlog trachtten hun gebied te vergroten."
http://nl.wikipedia.org/wiki/Feodalisme

eggeric = zwager van karel, toch?

Het is wel een groots verhaal. In die tijd werden verhalen voornamelijk verteld en amper opgeschreven.

Zit er enige logische binding tussen die eerste en tweede zin? :P