scheikunde
 

Hallo mensen,
Ik moet voor scheikunde een practicum voorbereiden.
Alleen het probleem is dat ik niet eens snap waar het over gaat.

opdrachten:
1) je krijgt wat wit poeder. Het is gipspoeder, CaSO4 (s), of kalksteenpoeder, CaCO3 (s). Maak een werkplan om te onderzoeken met welke van de twee stoffen je te maken hebt.

2) stofvrij bordkrijt is een mengsel van gips, kalksteen en een beetje zetmeel, dat dient als bindmiddel.
maak een werkplan om kwantitatief te onderzoeken hoeveel massaprocenten calciumcarbonaat zo'n krijtje bevat. In je werkplan mag je de aanwezigheid van het beetje zetmeel, dat niet oplost, verwaarlozen.


ik snap niet echt hoe ik dat nou kan aantonen allemaal.
heeft er misschien iemand een idee?
alvast bedankt

bij 1 ben ik er ongeveer uit. alleen weet ik niet of het wel klopt:

gidspoeder, CaSO4 (s)
kalksteenpoeder, CaCO3 (s)

bij welke stof komt er een neerslag? en bij welke stof is dat dan?
bij Cu2+ --> CaSO4 --> reageert goed
--> CaCO3 --> reageert slecht --> dus neerslag

Je eigen oplossing1 ziet er goed uit voor zover ik kan zien zonder binas. in Binas staat een tabelletje wat aangeeft welke stoffen met elkaar reageren en welke niet, en of je dan vloeistof neerslag of gas krijgt, is zeer handig bij die vragen.

wat vraag 2 betreft, gips en kalksteen bevatten allebei Ca, dus zoek een stof uit die neerslag vormt met het CO3 van calciumcarbonaat, en met SO4 niet. (of juist andersom en omgekeerd principe gebruiken). Weeg van te voren je krijtje.
Zeef de nieuw ontstane vaste stof uit, weeg deze. Haal uit je tabel welke atomen er in het nieuwe molecuulsoort zitten. De atoomgewichten zijn opzoekbaar, zoek dus het gewicht op van C,O en reken uit hoeveel CaCO3 er nodig was om de nieuwe hoeveelheid C,O te verkrijgen.

Deel dit gewicht door het begingewicht van het krijtje en zet er % achter.

tis al laat dus beetje wazige uitleg, succes iig!

hartelijk dank voor je uitleg..
ik snap in iedergeval hoe het nou allemaal in elkaar zit..
ondanks je zo laat gereageerd hebt ;)

je kunt ook gewoon de Ca-concentratie uitrekenen door een titratie met Na-EDTA uit te voeren, maar aangezien de ts 16 is en dus in de 4e klas waarschijnlijk zit, hebben ze dit nog niet gehad.

ik zit in de 5de ;)
maar uh ik had vandaag dat practicum en het klopte wel zo ongeveer hoe ik het moest doen.
dus bedankt;)
ik dacht trouwens dat ik dat practicum morgen pas had, maar bleek niet zo te zijn.