[SK]Vraag over evenwicht
 

Ik heb een vraag over een opgave. Hopelijk kunnen jullie mij een beetje uitleggen hoe ik het precies moet doen, want ik snap het wel redelijk, maar dit is toch net iets te ver gegrepen voor mij

De vraag is als volgt:

De snelheid van een bepaalde reactie 2A(g) + B(g) --> C(g) is uit te drukken als S = K1 * [A(g)]² * [B(g)]

Er wordt 3.0 Mol A en 2.0 Mol B in een reactievat van 100 liter gebracht. Na verloop van tijd is er 1.0 Mol C(g) ontstaan

A) Bereken de hoeveelheden van de andere stoffen ( ik kwam hierop uit dat er in de staat van een evenwicht van iedere stof 1 Mol overblijft. Weet zo niet zeker of dit klopt, maar ik denk het wel )

B) Leid af hoeveel keer zo klein de reactiesnelheid dan is geworden ( ik kwam uit op een 18x zo kleine reactiesnelheid. Weet dit ook bijna zeker, maar nog steeds niet helemaal )

Nou komt de grootste vraag:

Als er 1.4 Mol C(g) is ontstaan, is er een chemisch evenwicht.

C) Bepaal de evenwichtsconstante.

Ikzelf had het volgende al geprobeerd:
2A B C
Voor 2x+2.8 x+1.4 0
Reactie - 2.8 - .14 +1.4
Na 2X X 1.4

Dus 2X + X = 1.4
oftewel --> 3X = 1.4, wat betekent dat X = 0.46666667

Nou had ik dus de formule Qc = [C]/[A]²*[B] --> Qc = [1.4]/[0.4666667]*[0.46666667]

Dan kwam ik uit op Qc = 13.77, maar normaal gesproken hebben wij altijd gehad dat het op een waarde van ... * 10^-X uitkwam ofzo, dus dat is 0.00000000~~. Aangezien dit zo hoog is, denk ik dat ik iets vreselijk verkeerd doe, maar ik weet niet wat. Zou iemand mij hiermee kunnen helpen?

ten eerste: een evenwichtsconstante kan 13,77 zijn. Immer als het quotient 13,77 is, dan ligt het evenwicht aan de kan van de teller en dus rechts.

ten tweede: ik heb nu geen tijd om je oplossing te controleren. morgen ben ik geheel fris en zal er naar kijken (als nog niemand het heeft gedaan)

ik ben het niet geheel eens met je oplossing bij C:

A: is correct

B: is ook correct

C:
Op het moment dat er 1,4 mol C is gevormd, dan is er op dat moment nog 3 - (2 * 1,4) = 0,2 mol A en 3 - 1,4 = 1,6 mol B aanwezig

Dat betekent dus dat in het volume van 100 liter [A] = 0,002 M, [B] = 0,016 M en [C] = 0,014 M als het evenwicht is bereikt.

Kortom: K = 0,014 / (0,002² * 0,016) =2,2 x 10⁵

Datr klopt ook wel, want bijna geheel component A is weggereageerd en dus ligt het evenwicht aan de kant van C.

Ooh, op die manier moest het dus. Ik snap het nou wel ja, ook dat de waarde van zo'n evenwichtsconstante dan heel hoog kan zijn, aangezien het heel erg aan de kant van de C ligt ( om het zo maar even te zeggen ). Bedankt voor je hulp :)