![]() |
wiskunde vraag
Op een school zijn er in totaal 1277 leerlingen.
De directeur van deze school beweert dat er meer dan de helft van de leerlingen uit jongens bestaat. Laat zien dat hij gelijk heeft. please help |
Heb je niet meer gegevens nodig?
|
Citaat:
er is ook tabel meisjes 10 11 12 13 14 jongens 11 2 3 1 2 1 12 2 2 3 2 1 13 3 1 1 3 3 14 1 3 2 4 1 15 1 2 2 3 1 bijv: de eerste: heb je 2 klassen met 11 jongens en 10 meisjes. of dan heb je 4 klassen met 14 jongens en 13 meisjes |
de tabel is een beetje gek ( raar ) uitgekomen
|
Ik wil je best helpen maar dan moet je iets duidelijker zijn. :)
|
Citaat:
|
Wat wil je precies doen?
Wat mag je precies gebruiken? Heb je die tabel op papier gekregen, of electronisch? ------------ Als je die tabel bijvoorbeeld in Excel hebt (of in je GR), dan kun je bijvoorbeeld vrij eenvoudig het totaal aantal jongens uitrekenen. Als je de tabel op papier hebt en je mag geen computer of rekenmachine gebruiken, dan kun je bijvoorbeeld het aantal klassen tellen : - met 1 jongen meer - met 2 jongens meer - ... - met 5 jongens meer - met 1 meisje meer - ... Daarmee kun je vervolgens vrij eenvoudig het verschil uitrekenen. En aangezien je weet dat er uiteindelijk meer jongens zijn, is het dan het efficientst om eerst het 'meisjesoverschot' te tellen, dan kun je het tellen van het ' jongensoverschot' afbreken zodra je het ' meisjesoverschot' gepasseerd bent. |
Citaat:
|
Je hebt dus gewoon een tabel met per klas het aantal jongens en het aantal meisjes? Tel dan gewoon alle jongens bij elkaar, als het meer is dan de helft van 1277 dan heeft de directeur gelijk. (Of tel alle meisjes bij elkaar, als het er minder zijn dan de helft van 1277 dan heeft de directeur ook gelijk.)
Of denk ik nu veel te simpel? |
Citaat:
Dat zijn dus 2*11 = 22 jongens. En ... meisjes. In de tabel zie je, dat er precies 3 klassen zijn met 11 jongens en 11 meisjes. Dat zijn dus 3*11 = 33 jongens, dus in totaal 22+33=55 jongens. En ... meisjes, dus in totaal ...+...=... meisjes. In de tabel zie je, dat er precies 1 klas is met 11 jongens en 12 meisjes. ... ... ... In de tabel zie je, dat er precies 1 klas is met 15 jongens en 14 meisjes. Dat zijn dus ..., dus in totaal ... jongens. En ... meisjes, dus in totaal ... meisjes. ----- Overigens kom ik bij deze gegevens uit op een ander aantal leerlingen, en ook op een ander aantal jongens. ----- Een snellere methode: (Ga zelf na, dat onderstaande methode dezelfde uitkomst oplevert als bovenstaande methode) Tel eerst het aantal klassen met 11 jongens: Dat zijn er 2+3+1+2+1, dus 9 klassen met 11 jongens, dus 9*11=99 jongens. Tel dan het aantal klassen met 12 jongens, etc. |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
dank je wel , met die snellere methode begrijp ik thanks :) :) |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:42. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.