![]() |
hee ik zit in d 2e en heb volgende week n repetitie dat gaat over 1e en 4e naamval en sterke werkwoorden maar eigenlijk heb ik gene idee wat het betekend:-(
mjaap dus hoop ik dat iemand een supergoeie tip heeft voor mij kuskuslater!! |
Citaat:
Maar misschien heb je hier iets aan: http://nl.wikibooks.org/wiki/Duits/Grammatica |
Ik heb je even een nieuw topic gegeven, omdat de vorige nogal oud was (2002) :)
Die link die Sarah geeft is heel duidelijk. Let wel even op hoe de 1ste en 4de naamval heten :) (1ste = nominatief, 4de = accusatief) Tip; leer het rijtje voor de naamvallen uit je hoofd. Ik heb dat in de tweede gedaan, en ken het nu nog steeds. Dan hoe je in ieder geval niet meer na te denken wat ook weer eerste naamval mannelijk was, of vierde naamval onzijdig. Je hoeft alleen nog na te denken over wanneer je welke naamval gebruikt :) |
Kijk maar eens op http://www.duits.be/grammatik.html
|
Sterke of onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die zo vaak gebruikt worden dat ze in de loop der eeuwen een rare verleden tijd hebben gekregen. De verleden tijd van zwakke of regelmatige werkwoorden wordt altijd op de dezelfde manier gevormd.
Even wat voorbeelden uit het nederlands: Sterke werkwoorden: Zijn: ik ben, was, ben geweest Hebben: ik heb, had, heb gehad Graven: ik graaf, groef, heb gegraven Zwakke werkwoorden: Gooien: ik gooi, gooide, heb gegooid Zwaaien: ik zwaai, zwaaide, heb gezwaaid. Veranderen: ik verander, veranderde, heb veranderd (regel: onvoltooid verleden tijd: stam +de, voltooid tegenwoordige tijd: ge+stam+d) (Sommige werkwoorden zijn van sterk naar zwak veranderd. Het werkwoord wassen bijvoorbeeld heeft tegenwoordig de verleden tijd "waste", maar vroeger was dat "wies".) Net als het nederlands heeft het duits ook van die sterke werkwoorden die je dus allemaal uit je hoofd moet leren. Zoals: beginnen = beginnen - begann - begonnen beloven = versprechen - verspräch - versprochen bevelen = befehlen - befahl - befohlen Gelukkig lijken sommige stamtijden op die van het nederlands (beveel, beval, bevolen). Tja en dan heb je nog de naamvallen. Je gaat ze waarderen als je latijn en grieks doet, bij duits heb ik het nooit zo nuttig gevonden. Maar dat is een heel verhaal over zinsbouw en woordvolgorde wat reuze interessant is, maar misschien niet als je in de tweede zit ;). Naamvallen moet je gewoon stampen, zoals Andijvie al zei. Net als je per naamval waarschijnlijk ook geacht wordt alle bijbehorende voorzetsels te leren. :| |
Citaat:
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:49. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.