![]() |
zinnen ontleden
Hee.
Ik moet voor nederlands drie zinnen ontleden en je krijgt er dan een cijfer voor. Ik weet dat het heel makkelijk is maar ik snap er echt helemaal geen bal van. Ik moet het voor morgen af hebben. Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen. 1. De spelers van het Nederlandse elftal waren na vijftig minuten zeker van hun overwinning op het spaanse elftal. ond: wwg: nwg: wwd: nwd: lv: mv: bwb: bvb: 2. Bij de pinautomaat voor Euro Disney wilde mijn vriendin met haar pinpas geld voor de toegangskaartjes opnemen. (weer dat hele rijtje) 3. Op de vakantiebeurs hebben medewerkers van allerlei reisorganisaties de bezoekers uitgebreide informatie over vakantie bestemming gegeven. (en weer dat hele rijtje) |
niemand?
|
als je hier even typt wat je precies niet snapt dan kan ik je dat wel uitleggen, ik ga niet je huiswerk voor je maken.
|
als je het eerst zelf probeert wil ik wel vertellen of je het goed hebt gedaan :)
kijk ook hier eens: http://nl.wikipedia.org/wiki/Redekun...dige_ontleding als je de blauwe woorden aanklikt krijg je een uitleg van wat het is. |
Even een paar tips:
ond = wie/wat + persoonsvorm? een gezegde kan werkwoordelijk of naamwoordelijk zijn, in dat laatste geval is er een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel. Een naamwoordelijk gezegde herken je aan een koppelwerkwoord (= zijn, worden, blijven, schijnen, lijken, blijken, dunken, heten, voorkomen ). lv = wie/wat + gezegde + onderwerp? mv = wie/wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? En je kan aan/voor er voorzetten of juist weglaten (als het er al staat). (ik geef Jan een boek -> ik geef aan Jan een boek) bwb = zegt iets over woorden / woordgroepen die geen zelfstandig naamwoord zijn of een zelfstandig naamwoord als kern hebben, dus: Piet werkt hard -> hard zegt namelijk iets over werkt, en dat is geen zelfstandig naamwoord. bvb = zegt iets over een zelfstandig naamwoord, dus: ons huis -> ons zegt iets over huis; welke/wat voor huis? ons huis. Die vraag dus onthouden :) (welk/wat elftal? welke overwinning?) Probeer daar de juiste zinsdelen bij te vinden, dan kijken wij 't wel na :) |
1. De spelers van het Nederlandse elftal waren na vijftig minuten zeker van hun overwinning op het spaanse elftal.
ond: De spelers van het Nederlandse elftal wwg: * nwg: waren zeker wwd: waren nwd:zeker lv: mv: bwb: na vijftig minuten bvb: van het nederlandse elftal, nederlandse bij elftal, overwinning bij op het spaanse elftal, hun, spaanse. 2. Bij de pinautomaat voor Euro Disney wilde mijn vriendin met haar pinpas geld voor de toegangskaartjes opnemen. ond: Mijn vriendin wwg: wilde opnemen nwg: * wwd: * nwd:* lv: geld voor de toegangskaartjes mv: bwb: bij de pinautomaat voor Euro Disney, met haar pinpas bvb: 3. Op de vakantiebeurs hebben medewerkers van allerlei reisorganisaties de bezoekers uitgebreide informatie over vakantie bestemming gegeven. ond: Medewerkers van allerlei reisorganisatie wwg: hebben gegeven nwg: * wwd: * nwd:* lv: uitgebreide informatie over vakantie bestemming mv: de bezoekers bwb: op de vakantiebeurs bvb: Ik hoop dat het zo een beetje goed is. Ik snap de bijvoeglijke bepaling van zin 2 en 3 niet. |
haar pinpas
allerlei reisorganistaties uitgebreide informatie |
Dankje :)
Is het verder wel goed? |
Ik zie er verder geen fouten in, in elk geval :) en Andijvie kan dit beter dan ik ;)
|
Citaat:
|
Die bijvoeglijke bepalingen gaan inderdaad nog niet helemaal goed. Bedenk dat een bijvoeglijke bepaling altijd iets zegt van een zelfstandig naamwoord (of een voornaamwoord, maar dat komt weinig voor). Je kunt dat ook het beste er steeds bij zeggen.
Ik werk het even uit voor zin 1 (dat had je al voor een belangrijk deeln goed): 'van het Nederlandse elftal' een bvb bij 'spelers' 'Nederlandse' een bvb bij 'elftal' 'op het spaanse elftal' een bvb bij 'overwinning' 'spaanse' een bvb bij 'elftal' Meestal worden bezittelijke voornaamwoorden (zoals 'hun' en 'mijn') niet apart als bvb benoemd, maar misschien is dat op jouw school wel gebruikelijk. In dat geval is 'hun' een bvb bij 'overwinning'. In zin 1 heb je het zinsdeel 'van hun overwinning op het spaanse elftal' niet benoemd. Eigenlijk is dat een vzv (voorzetselvoorwerp), maar die mogelijkheid zie ik niet in je lijstje staan. Het zou kunnen dat je leraar vindt dat het een bwb is. De bvb's in zin 2 zijn allebei fout. Het zinsdeel 'bij de pinautomaat voor Euro Disney' hoort niet bij een zelfstandig naamwoord, en geeft alleen de plaats aan waar het geld opgenomen wordt. 'Met haar pinpas' hoort ook niet bij een zelfstandig naamwoord: dit zinsdeel noemt iets wat je vriendin gebruikt bij het opnemen van het geld. Beide zinsdelen zijn bwb. Kun je nu zelf de bvb's aanwijzen? Het zijn er maar twee, de bezittelijke voornaamwoorden niet meegerekend. In zin 3 zitten vier bvb's die je niet gevonden hebt. Tip: onderstreep alle zelfstandige naamwoorden en kijk welke bepalingen daarbij horen. |
Bedankt, taalprof :)
Ik vind grammatica echt interessant, maar om de een of andere reden lukt het me niet om zinnen echt goed te ontleden. Mijn oude cursusmateriaal doornemen lijkt me wel slim :) Dat even terzijde :P |
@andijvie: ja ja ;-) Je moet het wel bijhouden natuurlijk. En misschien is er tegenwoordig wel weer nieuw cursusmateriaal (of kijk eens op mijn weblog).
|
Citaat:
|
j
|
Dat is wel een erg onzinnige up :)
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:28. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.