Natuurkunde; breking van het licht
 

Ik moet voor school een verslag van natuurkunde maken; breking van het licht. Dit doen we m.b.v. een 3D halve cilinder op een papier met graden te leggen. Ook doen we dit door een 3D rechthoekig blokje erop te leggen.

Als de lichtstraal vanuit lucht naar een stof toegaat is de hoek van inval kleiner dan de brekingshoek.

Nou is mijn vraag: Waarom noemen we dit ook wel breking naar de normaal toen?

xx Baoto

Bij de overgang van lucht naar een optisch dichtere stof geldt de zogenaamde brekingswet van Snellius: n=sin(i)/sin(r), waarin n de brekingsindex, i de hoek van inval en r de hoek van breking voorstelt. In dit geval geldt: n>1, dus sin(i)/sin(r)>1, dus sin(i)>sin(r), dus i>r. De hoek van inval is dus groter dan de hoek van breking, dus de hoek die de invallende straal met de normaal maakt is groter dan de hoek die de gebroken straal met de normaal maakt. De gebroken straal ligt dus dichter bij de normaal dan de invallende straal, vandaar dat we in dit geval dus spreken van breking naar de normaal toe.

Dankjee :D je hebt me uit de brand geholpen!!

Dan heb ik nog een vraagje :bloos: de lichtstraal breekt steeds aan de platte kant van de halve cirkel, waarom breekt de lichtstraal niet aan de ronde kant?

xx Baoto

omdat de lichtstraal vanuit het midden precies kaarsrecht op de ronde kant aankomt en breekt die dus niet