De correcte naam bij de formule!?
 

Hallo,
Ik zit met een probleempje, het antwoord zal wss wel simpel zijn, maar ik geraak er echt niet meer aan uit...

HgI2 : kwikjodide
PbCl2: loodDIchloride

Waarom schrijf je bij het ene 'DI' en bij het ander niet? ? ? ?

Dank bij voorbaat
Stephanie

ik zou eerder zeggen lood(II)chloride

Lood(II)Chloride is sowieso fout, de toevoeging (II) zegt iets over het eerste deeltje, namelijk dat het een Pb2+ ion is. Zo ook Fe2+ en Fe3+, respectievelijk ijzer(II) en ijzer(III).

Bij PbCl₂ heb je ook Pb²⁺, dus wat is er dan fout aan lood(II)chloride?

Lood heeft naast de valentie 2+ ook de valentie 4+, dus als je specifiek wilt aangeven dat het loodion in je verhoudingsformule de valentie 2+ heeft, is lood(II)chloride een juiste naamgeving.

Ik dacht ook dat het niet kon kloppen omdat Lood(II)chloride geen moleculaire stof is.

Lood(II)chloride is een zout dat opgebouwd is uit lood(II)- en chloorionen, zodat lood(II)chloride de verhoudingsformule PbCl₂ heeft.

Dat weet ik daarom was ik een beetje verbaasd over de foutieve formulering van lood(II)chloride van de topicstarter.

Ik denk dat het goed is om in ogenschouw te nemen dat bij de naamgeving er gekeken moet worden naar de samenstelling van het soort stof.

Zouten --> Verbindingen van een nietmetaal met een metaal
Moleculaire stoffen--> Verbinding opgebouwd uit nietmetalen

Alleen bij moleculaire stoffen dus in de naam van de stof aangeven hoeveel atomen er met elkaar verbonden zijn met de griekse telwoorden

Bij zouten kijk je naar de ionbinding.