Economie inzichtvraagjes!
 

Hey,

Heb hulp nodig bij een aantal vragen inzake economie. Heb telkens wel het gevoel waar ze heen willen, maar vindt het moeilijk om het te formuleren, als iemand wil helpen: bij voorbaat dank!

1. Het is in een planeconomie niet ongebruikelijk dat de winkelschappen leeg zijn, terwijl producenten wel een grote voorraad hebben, geef hiervoor 2 verschillende oorzaken.
Wellicht omdat er in de plannen al stond hoeveel er in de schappen aanwezig mogen zijn?

2. Geef twee redenen waarom een groot deel van de bevolking niet altijd even gelukkig is met de ingevoerde overgang naar de markteconomie.
Ik kan er zover nog maar 1 bedenken: hogere prijzen?

3. Stel dat de overheid besluit haar investeringen te verhogen, leg uit dat deze maatregel kan passen binnen zowel het structuur- als het conjunctuurbeleid.

4. Stel: de overheid streeft naar evenwicht op haar begroting, zal de staatsschuld stijgen, dalen of gelijk blijven? Motiveer je antwoord.

5. Leg uit dat een groeiende staatsschuld meer werkloosheid tot gevolg kan hebben.
Mijn gedachte: hogere staatsschuld betekent meer belastingen, betekent hogere prijzen en lonen moeten omhoog, bedrijven kunnen minder personeel aannemen en dus > werkloosheid

Als iemand ook maar 1 van bovenstaande vragen weet te beantwoorden, graag! Bij voorbaat DANK!

Mvg, Greenspan!

Antwoord op vraag 1, naar mijn mening:

Een planeconomie wordt al van te voren vastgelegd; dit betekent dat wanneer het niet verloopt volgens plan (koopkracht wordt groter of mensen kopen gewoon meer) dan is de plan economie (en in dit geval de supermarkt) daar niet op voorbereid.

Omdat in een planeconomie, in tegenstelling tot een markteconomie, aanbod niet geprikkeld word door vraag. M.a.w. productie word niet gestimuleerd door vraag, omdat productie gepland is, vandaar de naam planeconomie. In zo'n situatie zullen vraag en aanbod van elkaar afwijken.
Wat bedoel je met structuurbeleid?
Afhankelijk van het gezochte evenwicht. Als een overheid een begrotingsoverschot heeft zal ze meer aflossen, bij een begrotingstekort meer lenen.
Eén mogelijkheid: De overheid investeert altijd in de economie. Door middel van infrastructurelen projecten, uitgaven aan defensie, politie, brandweer, etc. creëert ze werkgelegenheid. Bij een hogere staatsschuld moet er meer rente betaald worden en meer worden afgelost, waardoor haar aan bovenstaande zaken minder geld kan worden uitgegeven--> bezuinigingen, minder werkgelegenheid, meer werkloosheid.

3. Stel dat de overheid besluit haar investeringen te verhogen, leg uit dat deze maatregel kan passen binnen zowel het structuur- als het conjunctuurbeleid.

Conjunctuurbeleid: Investeringen zorgen voor een grotere vraag (machinebouw, wegenbouw, etc.) > meer productie > meer werkgelegenheid > meer lonen > meer consumptie > grotere vraag > etc.

Structuurbeleid: Investeringen zorgen voor een groter productiecapaciteit en dus meer werkgelegenheid (door meer machines bijv.) of een betere internationale concurrentiepositie (door een verbeterde infrastructuur bijv.)

Jongens, superbedankt voor de hulp (FuSe / AzN).
Op deze manier kan ik weer op een goede weg verder, erg bedankt!

Thanks!!!

Green.

Het geplande aanbod sluit niet aan bij de vraag.

1) Er kan door een kleine groep geprofiteerd worden van de zwakke wettelijke kadertjes in het overgangsland omtrent bijv. privé-bezit en de sterke wettelijke kadertjes in de markteconomielanden.
Zo heeft een kleine groep Russen hiervan geprofiteerd over de rug van de massa, denk aan Abramovic.
2) Er ontstaat werkloosheid, in een planeconomie is er geen werkloosheid.

Begroting = verwachte inkomsten en uitgaven. De staatschuld is afhankelijk van de werkelijke inkomsten en uitgaven. Als er in werkelijkheid niet wordt afgeweken van de begroting blijft de staatschuld gelijk mits er afgelost wordt. Als er in werkelijkheid wel wordt afgeweken van de begroting, kan de staatsschuld zowel dalen, gelijk blijven of stijgen.