![]() |
[Na] Beweging van een deeltje
Een deeltje beschrijft een baan van:
x(t) = r0 cos(wt)e1 + r0 sin (wt)e2 e1 = beweging in de links/recht richting e2 = beweging in de achteren en naar voren richting Vraag: Schets de baan van het deeltje in een diagram en geef de natuurkundige mening van de parameters w en r0. Hoe kan je die baan schetsen :bloos: (het zou met behulp van middelbare wiskunde moeten kunnen) |
Citaat:
|
Citaat:
Dus gewoon een normale cirkel baan? Maar zijn er ergens algemene regels hierover te vinden, want ik moet echt weer wat kennis ophalen :/. Kon deze nergens vinden, ben al druk bezig om het differentiëren op niveau te krijgen. Want ik moet bijvoorbeeld ook de snelheid uitrekening. Ik geloof dat de snelheid iets was zoals sqrt (x^2 + y^2). Klopt dat? Moet ik dan proberen die 2 vectoren in het kwadraat te doen, optellen en dan door de wortel te doen? Zou u zo vriendelijk willen zijn om een werkwijze te geven maar geen antwoord, ik moet er namelijk van leren :). ps. Leuk dat u er nog bent naar 3 jaar :D. |
Dat het een cirkelbaan is, is niet zo moeilijk in te zien.
De afstand tot de oorsprong is namelijk precies: (met Pythagoras) De snelheid wordt niet gegeven door de wortel van de kwadraten van de vectorcomponenten, maar door de wortel van de kwadraten van de afgeleides van de vectorcomponenten. Dus: |
Citaat:
Maar waarom staat |
Die r0 staat eigenlijk in het kwadraat onder de wortel, maar ik heb 'm voor het gemak er meteen maar uit gehaald. Dat er wr0 uitkomt kun je zelf nagaan door de differentiaties uit te voeren en te herleiden (je krijgt weer een cos² wt + sin² wt).
|
Ik heb ooit een formularium hierover gemaakt, dit staat erin over de ECB (eenparig cirkelvormige beweging):
Dit is dus in het kort de uitwerking van dat alles, gewoon ter controle, veel meer verduidelijking ga ik er niet bijzetten. Positievector: Snelheidsvector: Versnellingsvector: |
Citaat:
Er zijn nog 2 dingentjes waar ik niet uit kom van deze vraag (en de volgende vraag is moeilijker dus dan is het al helemaal :s) Ik moet de volgende 2 dingen bewijzen: x(t) * v(t) = 0 v(t) * a(t) = 0 Bij de eerste kom ik er al helemaal niet uit en bij de tweede en waar staat e1`(t), e2`(t) en e3`(t) etc voor, want daar gaat de volgende vraag over. |
Bedoel je met die * een inproduct?
|
Citaat:
De bewijzen zijn niet zo moeilijk; het makkelijkste is gewoon het inproduct uitwerken inderdaad; maar om het zelf beter te zien, kan je best een tekening maken (of eentje opzoeken over de ECB), dan zie je mooi dat r (of x, maar dat vind ik minder mooi als benaming) en v steeds loodrecht op elkaar staan en dat anti-parallel is met r (en dus loodrecht op v staat). Want dat is nu eenmaal de betekenis van het inproduct; als dat 0 is van twee vectoren, staan die twee vectoren loodrecht op elkaar. Je moet ook niet de scalaire uitdrukking nemen; je opgave is eigenlijk: Om je vraag over die eenheidsvectoren te beantwoorden: |
Zie voor het begrip inproduct of inwendig product tevens http://nl.wikipedia.org/wiki/Inwendig_product
|
Citaat:
Wat betreft die vectoren die gehele vraag is als volgt: Problem 14 Rotating Alice is non-inertial (wat is non-inertial?) Suppose Alice and Bob share ther same origin but Alice is rotating i.e she uses the following basis-directions e1'(t) = e2'(t) = e3'(t) = e3 Now consider a particle that is at rest with respect to Bob at x = x1e1 a) What orbit does Alice find for the particle. :s ps. Ben nu vrolijk bezig met ziek zijn en heb dus een 4 uur lange werkcollege gemist. En volgens mij heb je hier iets meer wiskunde nodig dan ik gehad heb op de middelbare + ik ben redelijk wat kwijt van wat ik wel gehad heb :(. |
Citaat:
Non-intertial, betekent letterlijk vertaald niet-inertiaal, wat inhoudt dat het begins van de intertie (traagheid) niet meer onveranderd geldig is. Praktisch gezien komt het erop neer dat het relatieve assenstelsel niet in een eenparig rijchtlijninge beweging (ERB, v mag desnoods nul zijn) is ten opzichte van het andere (en dat klopt ook, want je hebt een ECB). Het komt er eigenlijk allemaal op neer dat een niet-intertiaal assenstelsel fenomenen anders zal waarnemen dan een inertiaal assenstelsel. Bekijk het zo: je zit in de trein ping pong te spelen en de trein beweegt als ERB (dus hij rijdt met constante snelheid, niets vertragen/versnellen/remmen, op een recht spoor); dan ga je op net dezelfde manier kunnen pingpongen als normaal. Als je trein echte af en toe (bruusk) afremt, weer versnelt, gaat je balletje anders reageren dan in stilstand (dus de wetten die je waarneemt in het assenstelsel gebonden aan de trein is anders). Bon, ik ga je opgave voor je een beetje uitwerken. Ik ga je assen andere namen geven, je 1/2/3-assen ga ik de x/y/z-assen noemen (vermits het eigenlijk gewoon daarop neerkomt). De andere assen noemt men vaak x'/y'/z'-assen of X/Y/Z-assen, om geen verwarring te veroorzaken, ga ik ze da A/B/C-assen noemen. Wat eigenlijk de vraag is; we hebben een punt dat op de positie Uit het stelsel hierboven, dat de A/B/C-assen in functie van de x/y/z-assen en de tijd definiëert, kunnen we ook de omgekeerde relatie berekenen. Voor de z-as is dat makkelijk, voor de x en y-assen is dat wat moeilijker. Waarop het neerkomt, is de tweede vergelijking naar Dat substitueren in de uitdrukking van die plaatsvector en je hebt wat je moest weten. Als controle kan je steeds die uitdrukking in de definitie van je assen stoppen (dan moet je dit alles ook voor de y-as doen), en dan krijg je dat de eenheidsvector volgens A gelijk is aan de eenheidsvector volgens A (en hetzelfde voor B. Let wel , je moet hier enkel 2 goniometrische identiteiten gebruiken (hoofdeigenschap en een gevolg daarvan): We hebben nu dus de x/y/z-assen uitgedrukt in A/B/C-assen, zodat we die positievector kunnen ontbinden in deze laatste assen: gewoon de gevonden vergelijkingen voor de eenheidsvectoren volgensx/y/z-richting substitueren in de vergelijking van je vector en je bent er :) |
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Bij deze van harte beterschap gewenst. |
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
The problems below can be done by the first tutorial. The purpose of the first turtorial is to refresh some mathematics, trigonometry and physics that you have already encountered in the secondary school. Hoofdstuk 9 van de wiskunde boek is vectoren, maar dat ziet er gewoon gestoord lastig uit, bovendien heb ik problemen met het engels. Wiki pagina snap ik ook niet echt :/. Edit: Bij de b vraag moet je de versnelling berekenen ik heb nu het volgende: e'1(t) richting is de versnelling -> e'2 (t) richting -> Klopt het dat e1 en e2 richting 90 graden op elkaar staan. In dat geval moet de versnelling toch 0 zijn :s. Of ben ik weer vaag bezig, klopt het differentieren wat ik gedaan heb wel? |
Citaat:
In de kentalnotatie die ik gaf stelt het bovenste getal de lengte van de component in de horizontale richting voor en het onderste getal stelt de lengte van de component in de verticale richting voor. In http://staff.science.uva.nl/~craats/meetkundeNET.pdf vind je een beschrijving van het vectorbegrip en het inproduct. Citaat:
|
Citaat:
Het komt erop neer dat je van het ene naar het andere assenstelsel wilt gaan: een vector kan je ontbinden volgens verschillende assenstelsels. In de notatie die je gegeven krijgt, is dat Citaat:
Je kan trouwens niet zien dat positie/snelheid/versnelling 90° op de x-as staan, want dat hangt helemaal af van op welk moment je dat bekijkt. Op momenten dat een van die vectoren loodrecht op de x-as staat, is het inproduct van die vector met de eenheidsvector volgens de x-as gelijk aan 0. Op wikipedia zie je daar ook de definitie staan: Citaat:
Misschien heb je iets aan volgende site: http://www.econ.kuleuven.be/tew/labo...en/sitemap.htm Daarop staat de basis die je nodig hebt vrij summier uitgelegd :) |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:20. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.