![]() |
[WI] Oplossen van een vergelijking
Ik zit vast, ik heb denk ik samen met mijn vriendinnetje al 20 minuten hiernaar gekeken en we komen er niet uit.
Wie kan mij helpen en deze vergelijking oplossen op een manier dat ik het snap? We hebben het reeds opgelost met intersect van de GR. Het antwoord moet zijn h= 5.28. We zien alleen niet hoe je dit mooi kan ombouwen zodat je dit antwoord krijgt. Wie helpt :)? |
Citaat:
Hierin kan je beide leden kwadrateren; langs de rechtkant bekom je dan nog een dubbel product (dus waar je met die exponenten 3/2 blijft zitten). Die kan op dezelfde manier wegwerken: gewoon de twee kwadraten naar het ander lid brengen, daar best vereenvoudigen (die derde macht van (h+6) kan je uitwerken volgens de formule van het merkwaardig product of volgens binomium van Newton). Dan weer beide leden kwadrateren, wat eigenlijk best veel werk is en je zou dan langs beide kanten een veelterm van de zesde graad moeten uitkomen. Met een beetje geluk vereenvoudigt die mooi en kan je daar je uitkomst uit halen door te ontbinden in factoren, nulpunten zoeken enzovoorts. Ik zal hier straks eens met Maxima zien wat die zegt als uitkomsten :) |
Weet je zeker dat er een exacte oplossing is? Ik zie er geen.
|
Hmm, ik krijg hier in ieder geval geen mooie dingen terug :(
Maxima bijt er zichzelf eigenlijk op vast, en geeft het volgende terug: (wat dus wel zal kloppen, maar ons niets verder brengt, vermits er daar nog gemengde wortels zitten, en natuurlijk dat er geen expliciete uitkomsten gevonden worden). Op mijn rekenmachine, komt 3.6725643 als uitkomst eruit, dat komt aardig in de buurt (12000 = 12912), jouw numerieke uitkomst, geeft bij mij als uitkomst (12000 = 18559), het is ook maar een indicatie; want beide oplossingen zijn natuurlijk benaderingen :) |
Er is ook geen exacte oplossing, maar ik wil gewoon weten hoe je h krijgt.
Dus h = [blablabla]. Maar de docent zei: Je mag het antwoord benaderen. Ik zou het erg knap vinden als je het analytisch oplost in dit geval. mvg Maar als iemand mij kan uitleggen hoe je alsnog iets alsin: h= krijgt ben ik wel gelukkig want nu wil ik het gewoon weten :p |
Tja, als Kazet Nagorra het ook niet ziet, vrees ik dat er eigenlijk geen exact analytische oplossing is.
Ik heb eventjes met Matlab het algoritme van Newton toegepast op je probleem, en als resultaat krijg ik: 2.795018031442122 (dus weeral een andere oplossing), maar die komt ook niet precies uit (afwijking van 1.7 en nog wat; maar ook grotere getallen geeft hij gelijkaardige afwijkingen, dus het kan evengoed afrondingsfouten bij MatLab zijn, waardoor hij dit alles teruggeeft. Misschien dat MathFreak ziet wat we ermee kunnen doen? |
Naja als jullie zeggen dat het echt niet kan dan geloof ik het ook wel dat het niet zo gemakkelijk ligt en dat mijn TW-huisgenoot zei dat hij geen zin had om zich erover te buigen omdat het teveel tijd kost :p
Ik zet de benadering gewoon neer :) Is net zoveel punten namelijk :) |
Tja, ik vind het gewoon raar dat ik tweemaal een heel verschillende uitkomst krijg, dus ik vraag me af welke uitkomst je gaat opschrijven. En dat jouw uitkomst daar eigenlijk ook ver afligt. Een andere mogelijkheid die ik zou geprobeerd hebben, is een vaak toegepaste benadering, maar die gaat hier niet op, vermits in al onze gevallen h < 6, namelijk:
Je hebt me wel nieuwsgierig gemaakt, waar komt die vergelijking vandaan, ik zie wel dat het iets met zwaartekracht te maken heeft, maar eigenlijk zie ik met geen enkele mogelijkheid wat er berekend wordt. Kleine referentie voor Newton trouwens: http://en.wikipedia.org/wiki/Newton%27s_method (waarvan ook een Nederlandse versie beschikbaar is, hoor). |
Citaat:
|
Citaat:
Uitwerken van |
Ja, dat brengt je natuurlijk geen stap dichter. :D
Hoewel sommige zesdegraads vergelijkingen natuurlijk wel exact zijn op te lossen, dus als je echt wanhopig zou zijn zou het misschien een poging waard zijn. |
Citaat:
Trouwens zie ik niet goed in waarom een zesdegraadsvergelijking niet altijd analytisch uit te werken zou zijn. Je kan elke veelterm toch ontbinden tot een product van eerste en tweedegraadsvergelijkingen, en die beide soorten kunnen we toch gewoon oplossen voor een nulpunt (wat we hier dus in feite doen, als we 12000 naar de andere kant brengen)? Of mis ik hier iets? Duidelijk wel natuurlijk, anders zouden we hier ook een uitkomst vinden. Of is dat vooral omdat we hier met van die lelijke getallen zitten, dat er eigenlijk geen ontbinding bestaat, of iets dergelijks? |
Citaat:
|
Oftewel als je hebt:
Dan kun je dat schrijven als: Met g...m eventueel complex, maar er is geen algemeen recept om te gaan van a...f naar g...m. |
Citaat:
Hmm, inderdaad :) Bedankt voor extra uitleg |
Citaat:
Als een polynoom te ontbinden is op de manier die Kazet Nagorra aangaf, dan treden daarbij zogenaamde symmetrische functies op, die afhankelijk zijn van de nulpunten van het polynoom. Deze symmetrische functies beschrijven een groep die isomorf is met de permutatiegroep Sn, waarbij n de graad van het polynoom voorstelt. Uit de algebra is bekend dat deze permutatiegroep voor n>4 niet oplosbaar is, en dat betekent ook, zoals in het begin van de 19e eeuw door de Noorse wiskundige Niels Hendrik Abel en de Franse wiskundige Evariste Galois is aangetoond, dat een polynoomvergelijking met graad n>4 niet algebraïsch oplosbaar is. |
Citaat:
|
Nee, het is dus geen onopgelost probleem omdat al is bewezen dat 5egraads en hogere polynomen niet exact oplosbaar zijn.
|
Citaat:
Oh, en ik zie het nu pas, maar gelukkige verjaardag :) |
Citaat:
Dan het begrip oplosbaarheid van een groep: hiervoor hebben we de begrippen ondergroep en normaaldeler nodig. Laat (G,*) een groep zijn met operatie * en laat H een deelverzameling zijn van G. Als (H,*) eveneens een groep met operatie * is heet H een ondergroep van G. We definiëren voor alle g uit G gH={g*h|h uit H} en Hg={h*g|h uit H} en noemen H een normaaldeler van G als voor alle g uit G geldt: gH=Hg. De bijbehorende quotiëntverzameling G/H heet de factorgroep van G naar H, die gedefinieerd wordt door de equivalentierelatie x~y:x-1*y uit H. Laat H0={e}, H1,...Hk=G een keten van ondergroepen zijn, waarbij Hi-1 een deelverzameling is van Hi. We noemen G dan een oplosbare groep als Hi-1 een normaaldeler is van Hi en als de factorgroep Hi/Hi-1 commutatief is. Het blijkt nu dat Sn voor n>4 geen oplosbare groep is, en dat als gevolg daarvan een polynoomvergelijking met graad n>4 niet algebraïsch oplosbaar is. |
Citaat:
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:08. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.