Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Verhalen & Gedichten (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=25)
-   -   » 2065 (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1628576)

Artic King 21-09-2007 18:44

» 2065
 
Aangezien ik zo dom en onoplettend was om hem op 'Dansen op Papier' te posten..
Hier nog eens.. (die andere mag dicht ;) )


Deze is nog niet af, vervolg komt indien er intresse is..



Citaat:

De straatlantaarns beschijnen de betonnen blokhuizen.
De jongen die over de straat loopt kijkt op zijn blauw verlichte Pesonal Device. ‘Wednesday, 10-12-2065, 21.25’, geeft het apparaat aan. Het zilveren design moet het apparaatje stoer doen ogen. Vroeger zou het op dit tijdstip schemeren, nu is het pik donker, zonder het kunstmatige licht zou je nu geen hand voor ogen zien. Dag en nacht word niet langer beïnvloed door de zon. Kunstmatige zonnen en wolken beheersen de wereld. De globalisering zorgde ervoor dat men het nodig achte tijdzones af te schaffen. Ze zouden alleen maar lastig zijn en internationale zaken zoals handel en communicatie verslechteren.
Somber struint de jongen verder. Hij draagt een grijze waterdichte muts, erg handig voor dit deel van de wereld. Vroeger heette dit deel Nederland, het ligt onder de zee spiegel en is helemaal vlak. Erg fascinerend voor een jongen die is opgegroeid in de bergen.
Aan zijn voeten draagt de jongen ouderwetse Nike’s, gekregen van zijn opa. Hij moet helemaal niets hebben van de nieuwe trends en designs. Veel te somber, weinig kleur en veel te duur. Het was dat hij zijn Personal Device van de overheid kreeg en het nodig heeft om onder andere te betalen. Het ding kan alles; betalen, surfen over Net, bellen, muziek afspelen en was spuug lelijk. De overheid stelde het ding in als verplicht, zodat het een algemeen en overal gebruikt kon worden. De werkelijke reden was dat ze mensen zoals hij konden volgen, overal ter wereld en daar buiten.
De jongen was een ‘outcast’, vroeger zou hij zwerver of buitenstaander hebben geheten. De jongen was geboren als outcast en dus zijn hele leven outcast. Geen mogelijkheid om rijk te worden, om vrienden in de binnenstad te hebben, om een normale baan te krijgen. Hij was geboren om in armoede te leven.
Terugdenkend aan dat feit sloeg hij de hoek om, richting huis. De jongen woont net als alle andere outcasts in betonnen kubussen, meer waren het niet. Zijn box bevat een aluminium bed, een stoel, een tafel, een simpele keuken met één pitje en een erg klein badkamertje zonder spiegel. Zijn blauw verlichte Personal Device begon oranje te kleuren, uit het luidsprekertje melde een ijzige stem: ‘’U heeft nog vijf minuten om u te melden bij u thuis station, indien u…’’ Met een geïrriteerde uitdrukking op zijn gezicht draaide hij het volume uit. ‘’Altijd weer het zelfde gezeur.’’ Mompelt hij. Met een versnelling holt hij richting zijn blok.

Neer ploffend op zijn bed, hijgt hij het uit, het scheelde weinig of hij had zich weer moeten verantwoorden. De laatste keer had hij een week het park moeten aanvegen.
Hij draait zich op zijn zij en koppelt zijn Personal Device aan de aansluiting, drukt op het oogje en tuimelt spontaan de diepte in. Als reactie knijpt hij zijn ogen dicht en met hetzelfde moment heeft hij weer vaste grond onder zich. Hij bevindt zich op het Net. Zijn werkplaats op het Net is een kopie van zijn box, de meeste mensen veranderen hun werkplaats in een hemels paradijs. Dat heeft echter wel een prijs en geld heeft de jongen niet.
Virtueel lopend naar zijn tafeltje roept hij de krant van vandaag op. Met een lichte flits dat de plotselinge verschijning van de krant natuurlijk moet doen lijken, vouwt de krant zich open.
De koppen schreeuwen zoals gewoonlijk de laatste oorlog nieuwtjes: ‘Canadezen vluchten massaal naar Europa en Azië uit angst voor Amerika!’
Met een diepe zucht vouwt hij de krant dicht. ‘’Dat komt later wel’’: denkt hij. ‘’Eerst maar eens kijken of ik al een mailtje terug heb over mijn sollicitatie bij het leger.’’


De jongen zit de tijd te doden met een ouderwets kaart spelletje. De kaarten zijn vergeeld en gescheurd, maar ze zijn nog te lezen. Eerder deze dag had hij te horen gekregen dat hij was afgewezen bij het leger. Zijn opleiding bij de politie had hem wat pluspuntjes gegeven, ook al had hij die opleiding niet afgemaakt, maar zijn achtergrond als outcast gaf hem geen mogelijkheden.
Zijn box stond pal naast het trappenhuis, waarin iemand met veel kabaal en moeite omhoog komt. Met een grijns op zijn gezicht kijkt hij op. John is een uitermate goede kameraad om de saaie uurtjes te doorbreken, ook als hij weer eens dronken is.
John is inmiddels bij de deur beland en probeert die open te krijgen zonder de klink te beroeren. Nadat hij doorhad hoe de deur open moest, strompelt hij binnen.
Hinkend begeeft hij zich richting de muur, voor houvast. Stotterend probeert hij iets te zeggen, maar hij breekt de woorden op zijn tong. Na een keer diep ademhalen, probeert hij de jongen uit te leggen wat er aan de hand is. Dat hij meer dan dronken is, is begint langzaam tot de jongen door te dringen. Hij komt al half overeind.
Plotseling vertrekt zijn gezicht in een grimas, hij kreunt van de pijn. Hij kijkt nog een keer wanhopig naar de jongen die totaal verbijsterd tegenover hem staat, maar zakt ten slotte met een zucht van zijn laatste adem in elkaar.
John, dood. Het begint steeds meer tot de jongen door te dringen. Met ogen die uitpuilen van schrik kijkt hij om zich heen. “De overheid heeft John vermoord.’’ Stamelt hij ten slotte.
Alsof zijn geest weer terug is op de plek waar die hoort te zijn grist hij al zijn dierbare spullen bij elkaar. Terwijl hij John’s ogen sluit merkt hij briefje dat half uit zijn borstzak steekt op en grist het mee.
Rennen, rennen, giert het door zijn hoofd. Met een wasa voor zijn ogen vliegt zowat het trappenhuis af. op zoek naar veiligheid…



Met opgetrokken benen zit de jongen in het hoekje van een loods. Zijn groengrijze ogen staren nietszeggend het donker in. Zijn muts ligt verfrommeld naast hem.
Hij weet precies wat er gebeurd is en wat er gaat gebeuren.
Net als John weet deze jongen iets wat de meeste andere mensen niet weten.
Ze zaten allebei op de politie opleiding, ze waren dan wel outcasts, volgens de wet waren ze gelijk aan ieder ander persoon. Dat was de reden dat ze wel toegelaten werden op de opleiding, maar dat ze naderhand niet toegelaten werden bij een eventuele baan. Het was pure discriminatie.
Op die opleiding vingen beide gesprekken op van meerderen. Flarden van gesprekken die ze niet hoorden te horen, konden horen.
Ze waren er allebei over eens dat zulke ideeën bij de normale mens geneutraliseerd zouden worden door het apparaatje dat iedereen om de pols droeg, de PD. Bij hun niet.
Vandaar dat ze bepaalde opvattingen kregen, opvattingen jegens de overheid. Opvattingen over discriminatie, dictatuur.
Het briefje dat John bij zich droeg was voor de jongen bestemd. Het bevatte precies wat hij verwachte te lezen.

Beste Lyndon,

Ik ben nu vast en zeker dood, anders heb je dit briefje niet in je handen.
Sta niet stil bij mijn heengaan, ga verder waar ik ben gestopt. Sta op, verzet.

Onze theorie over de PD is juist, het beïnvloed je gedachten denken. Het is een belangrijk wapen van de Geheime Dienst en wij zijn er ongevoelig voor. Hoe dit komt weet ik niet, het is zo en we moeten ons profijt ermee voordoen.
Ga naar Maastricht, dat ligt ten zuiden van de plaatselijke metropool ‘Border City’.
Hier vind je de juiste mensen en spullen voor je toekomst.

Zorg dat je geen enkel woord loslaat over de dingen die je nu weet. De geheime dienst komt altijd s’nachts, meestal bestaande uit één patrouille.
Pas op voor huisdieren met glazen ogen, bega je een fout die word geregistreerd door een glazen oog, word je de volgende ochtend niet wakker.

Houd je haaks,

John




Lyndon bibbert. Zijn muts heeft hij diep over zijn oren getrokken.
‘’Ga je zuidwaarts, word het nog kouder’’, grapt hij met zichzelf in gedachten.
Het ouderwetse asfalt waarover hij loopt vertoont rare barsten en deuken. De meeste daarvan zijn niet natuurlijk.
Tussen twee bomen staat een paal scheef in de grond, half verstopt ligt daaronder een roestige blauw metalen plaat. Door het aantal jaren dat het ijzerwerk al op de vochtige grond heeft gelegen is het haast onleesbaar wat er op staat. De eerste letter is een ‘W’ of een ‘M’, het ligt eraan hoe je hem houd. De twee daarop volgende letters zijn iets moeilijker om te ontcijferen, ze hebben wel beiden dezelfde vorm. Een roestige vlek ontsiert het middendeel van het bordje, compleet onleesbaar. Aan de zijkant ontdekt hij nog de letters ‘CHT’. Met een achteloos gebaar gooit hij het de berm weer in. ‘’Hopeloos’’, mompelt hij.


Not for Sale 21-09-2007 19:09

10-12-2065 is helemaal geen woensdag! :o

Ik heb het gelezen en het was wel interessant, maar ik heb nu geen tijd om er verder op te reageren. Er zitten wel een paar taalfouten in. Hier en daar mist een woord.

Artic King 22-09-2007 12:51

Nee, dat is een Donderdag :P

Graag als je reageert; houd er aub rekening mee dat dit mijn eerste verhaal is (A)

Uice 22-09-2007 15:37

Citaat:

Artic King schreef: (Bericht 26016209)

De straatlantaarns beschijnen de betonnen blokhuizen.
De jongen die over de straat loopt kijkt op zijn blauw verlichte Pesonal Device. ‘Wednesday, 10-12-2065, 21.25’, geeft het apparaat aan.

Ik vind het een beetje een stomme en opzichtige manier om noodzakelijke informatie aan de lezer te geven. Beter schrijf je gewoon meteen dat het 2065 is, in plaats van het zo in het verhaal te 'verstoppen'.

Citaat:

Het zilveren design moet het apparaatje stoer doen ogen. Vroeger zou het op dit tijdstip schemeren,
De hoofdpersoon heeft deze tijd nooit meegemaakt, toch? Bovendien weet de lezer het, dus waarom noem je het?

Citaat:

nu is het pik donker, zonder het kunstmatige licht zou je nu geen hand voor ogen zien.
Als er kunstmatig licht is, is het dus niet pikdonker.

Citaat:

Dag en nacht word niet langer beïnvloed door de zon. Kunstmatige zonnen en wolken beheersen de wereld. De globalisering zorgde ervoor dat men het nodig achte tijdzones af te schaffen. Ze zouden alleen maar lastig zijn en internationale zaken zoals handel en communicatie verslechteren.
Somber struint de jongen verder. Hij draagt een grijze waterdichte muts, erg handig voor dit deel van de wereld. Vroeger heette dit deel Nederland, het ligt onder de zee spiegel en is helemaal vlak. Erg fascinerend voor een jongen die is opgegroeid in de bergen.
Aan zijn voeten draagt de jongen ouderwetse Nike’s, gekregen van zijn opa. Hij moet helemaal niets hebben van de nieuwe trends en designs. Veel te somber, weinig kleur en veel te duur. Het was dat hij zijn Personal Device van de overheid kreeg en het nodig heeft om onder andere te betalen. Het ding kan alles; betalen, surfen over Net, bellen, muziek afspelen en het was spuug lelijk.
De meeste taalfouten bespreek ik niet omdat het er ontzettend veel zijn, maar deze moet wel even genoemd worden omdat het geen gewone spel of grammaticafout is, maar een verkeerde zin.

Citaat:

De overheid stelde het ding in als verplicht, zodat het een algemeen en overal gebruikt kon worden. De werkelijke reden was dat ze mensen zoals hij
Mensen zoals hij? Gewoon iedereen, toch?

Citaat:

konden volgen, overal ter wereld en daar buiten.
De jongen was een ‘outcast’, vroeger zou hij zwerver of buitenstaander hebben geheten. De jongen was geboren als outcast en dus zijn hele leven outcast. Geen mogelijkheid om rijk te worden, om vrienden in de binnenstad te hebben, om een normale baan te krijgen. Hij was geboren om in armoede te leven.
Terugdenkend aan dat feit
Terugdenkend? Het is toch niet iets uit zijn verleden?

Citaat:

sloeg hij de hoek om, richting huis. De jongen woont
Niet opeens in de tegenwoordige tijd gaan schrijven.

Citaat:

net als alle andere outcasts in betonnen kubussen, meer waren het niet. Zijn box bevat een aluminium bed, een stoel, een tafel, een simpele keuken met één pitje en een erg klein badkamertje zonder spiegel. Zijn blauw verlichte Personal Device begon oranje te kleuren, uit het luidsprekertje melde een ijzige stem: ‘’U heeft nog vijf minuten om u te melden bij u thuis station, indien u…’’ Met een geïrriteerde uitdrukking op zijn gezicht
Niet echt nodig om zijn gezichtsuitdrukking te vermelden. De lezer weet hoe hij zich voelt.

Citaat:

draaide hij het volume uit. ‘’Altijd weer het zelfde gezeur.’’ Mompelt hij. Met een versnelling holt hij richting zijn blok.
Net liep hij en nu rent hij. Dat daar een versnelling bij komt kijken hoef je niet te vermelden.

Citaat:

Neer ploffend op zijn bed,
Weg die komma!

Citaat:

hijgt hij het uit, het scheelde weinig of hij had zich weer moeten verantwoorden. De laatste keer had hij een week het park moeten aanvegen.
Hij draait zich op zijn zij en koppelt zijn Personal Device aan de aansluiting, drukt op het oogje en tuimelt spontaan de diepte in. Als reactie knijpt hij zijn ogen dicht en met hetzelfde moment heeft hij weer vaste grond onder zich. Hij bevindt zich op het Net. Zijn werkplaats op het Net is een kopie van zijn box, de meeste mensen veranderen hun werkplaats in een hemels paradijs. Dat heeft echter wel een prijs en geld heeft de jongen niet.
Virtueel lopend
We weten dat de wereld virtueel is; niet meer vermelden.

Citaat:

naar zijn tafeltje roept hij de krant van vandaag op. Met een lichte flits dat de plotselinge verschijning van de krant natuurlijk moet doen lijken, vouwt de krant zich open.
Deze zin is gewoon raar. Hij vouwt zich open met een flits die de verschijning natuurlijk moet doen lijken? Maar de krant is al verschenen, dus waarom nog die flits terwijl hij zich openvouwt?

Citaat:

De koppen schreeuwen zoals gewoonlijk de laatste oorlog nieuwtjes: ‘Canadezen vluchten massaal naar Europa en Azië uit angst voor Amerika!’
Met een diepe zucht vouwt hij de krant dicht. ‘’Dat komt later wel’’: denkt hij. ‘’Eerst maar eens kijken of ik al een mailtje terug heb over mijn sollicitatie bij het leger.’’
Heel onlogische gedachte. Niemand denkt zo, alleen stripfiguren die heel snel plotinformatie moeten doorgeven.

Citaat:

De jongen zit de tijd te doden met een ouderwets kaart spelletje. De kaarten zijn vergeeld en gescheurd, maar ze zijn nog te lezen. Eerder deze dag had hij te horen gekregen dat hij was afgewezen bij het leger. Zijn opleiding bij de politie had hem wat pluspuntjes gegeven, ook al had hij die opleiding niet afgemaakt, maar zijn achtergrond als outcast gaf hem geen mogelijkheden.
Zijn box stond pal naast het trappenhuis, waarin iemand met veel kabaal en moeite omhoog komt. Met een grijns op zijn gezicht kijkt hij op. John is een uitermate goede kameraad om de saaie uurtjes te doorbreken, ook als hij weer eens dronken is.
John is inmiddels bij de deur beland en probeert die open te krijgen zonder de klink te beroeren. Nadat hij doorhad hoe de deur open moest, strompelt hij binnen.
Opnieuw smijt je verleden tijd en tegenwoordige tijd maar wat door elkaar.

Citaat:

Hinkend begeeft hij zich richting de muur, voor houvast. Stotterend probeert hij iets te zeggen, maar hij breekt de woorden op zijn tong. Na een keer diep ademhalen, probeert hij de jongen uit te leggen wat er aan de hand is. Dat hij meer dan dronken is, is begint langzaam tot de jongen door te dringen. Hij komt al half overeind.
Plotseling vertrekt zijn gezicht in een grimas, hij kreunt van de pijn. Hij kijkt nog een keer wanhopig naar de jongen die totaal verbijsterd tegenover hem staat, maar zakt ten slotte met een zucht van zijn laatste adem in elkaar.
John, dood.
Waarom noem je zijn naam nog een keer?

Citaat:

Het begint steeds meer tot de jongen door te dringen.
Hoe weet hij dat John dood is? Waarom controleert hij zijn pols niet eerst?

Citaat:

Met ogen die uitpuilen van schrik kijkt hij om zich heen. “De overheid heeft John vermoord.’’ Stamelt hij ten slotte.
Waarom zegt hij dat hardop?

Citaat:

Alsof zijn geest weer terug is op de plek waar die hoort te zijn
Is zijn geest dan niet waar hij hoort te zijn?

Citaat:

grist hij al zijn dierbare spullen bij elkaar. Terwijl hij John’s ogen sluit merkt hij briefje dat half uit zijn borstzak steekt op en grist het mee.
Rennen, rennen, giert het door zijn hoofd. Met een wasa voor zijn ogen vliegt zowat het trappenhuis af. op zoek naar veiligheid…



Met opgetrokken benen zit de jongen in het hoekje van een loods. Zijn groengrijze ogen staren nietszeggend het donker in.
Nietszeggend? Tegen wie zouden zijn ogen op dit moment iets kunnen zeggen? Er is toch verder niemand? Bovendien zegt het voor de lezer best veel dat hij zit te staren, anders zou je het niet vermelden.

Citaat:

Zijn muts ligt verfrommeld naast hem.
Hij weet precies wat er gebeurd is en wat er gaat gebeuren.
Net als John weet deze jongen iets wat de meeste andere mensen niet weten.
Ze zaten allebei op de politie opleiding, ze waren dan wel outcasts, volgens de wet waren ze gelijk aan ieder ander persoon. Dat was de reden dat ze wel toegelaten werden op de opleiding, maar dat ze naderhand niet toegelaten werden bij een eventuele baan.
Het woord 'eventuele' kan weg.

Citaat:

Het was pure discriminatie.
Dat weet iedereen. Niet vermelden.

Citaat:

Op die opleiding vingen beide gesprekken op van meerderen. Flarden van gesprekken die ze niet hoorden te horen, konden horen.
Hoezo 'niet konden horen'? Ze hoorden ze toch?

Citaat:

Ze waren er allebei over eens dat zulke ideeën bij de normale mens geneutraliseerd zouden worden door het apparaatje dat iedereen om de pols droeg, de PD. Bij hun niet.
Vandaar dat ze bepaalde opvattingen kregen, opvattingen jegens de overheid. Opvattingen over discriminatie, dictatuur.
Het briefje dat John bij zich droeg was voor de jongen bestemd. Het bevatte precies wat hij verwachte te lezen.

Beste Lyndon,
Waarom noem je nu pas de voornaam van je hoofdpersoon?

Citaat:

Ik ben nu vast en zeker dood, anders heb je dit briefje niet in je handen.
Sta niet stil bij mijn heengaan, ga verder waar ik ben gestopt. Sta op, verzet.

Onze theorie over de PD is juist, het beïnvloed je gedachten denken. Het is een belangrijk wapen van de Geheime Dienst en wij zijn er ongevoelig voor. Hoe dit komt weet ik niet, het is zo en we moeten ons profijt ermee voordoen.
Ga naar Maastricht, dat ligt ten zuiden van de plaatselijke metropool ‘Border City’.
Hier vind je de juiste mensen en spullen voor je toekomst.

Zorg dat je geen enkel woord loslaat over de dingen die je nu weet. De geheime dienst komt altijd s’nachts, meestal bestaande uit één patrouille.
Pas op voor huisdieren met glazen ogen, bega je een fout die word geregistreerd door een glazen oog, word je de volgende ochtend niet wakker.

Houd je haaks,

John



Lyndon bibbert. Zijn muts heeft hij diep over
Diep over?

Citaat:

zijn oren getrokken.
‘’Ga je zuidwaarts, word het nog kouder’’, grapt hij met zichzelf in gedachten.
Waarom maakt hij grappen als zijn vriend net overleden is?

Verder vind ik het niet heel mooi geschreven, soms lijkt het alsof je haast had en je zinnen dus maar afraffelde. Het onderwerp is niet origineel, maar biedt potentie voor een goed verhaal.

Artic King 22-09-2007 16:13

Bedankt voor je reactie, echt..
Ik zal voor het vervolg en een eventueel volgend verhaal dit nog een paar keer teruglezen..

Artic King 24-09-2007 15:28

Vervolg hoef ik hier dus niet te posten...

Roosje 24-09-2007 20:43

Belangrijk: Show, don't tell. Laat zien wat je wilt beschrijven. Zeg niet: hij droeg dit en dat, wat doet het er toe? Zorg ervoor dat je als het ware een beeld vormt in het hoofd van je lezer. Maakt het leuker. :)

Oh en wees kritisch naar jezelf. Héél kritisch. Denk niet na het schrijven: zo is het goed, zo laat ik het. Verbeter alles wat je verbeteren kunt. En nu moet ik Grimm citeren want die zei wel eens Practice makes permanent, not necessarily perfect. Gewoon véél doen.

Artic King 25-09-2007 10:49

Heb net internet wat doorgespit naar dit soort info..
Denk dat ik overnieuw begin en wat bewuster ga schrijven..
Bij deze begon ik gewoon te typen :P

Roosje 25-09-2007 20:00

Heel goed. (y) Je moet je niet af laten schrikken door kritiek, je wordt er alleen maar beter van namelijk. (:


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:20.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.