Geletterdheid in de Oudheid
 

Op het moment ben ik bezig met een onderzoekje naar de brief in de Oudheid. Het valt me op dat niet alleen leden van de elite en retorici brieven schreven, maar ook de gewone mensen.
Ik vraag me nu af hoe geletterd men eigenlijk was in de Grieks-Romeinse wereld? Voor de Griekse wereld kan ik in mijn handboek vinden, dat een aanzienlijk deel van de bevolking geletterd was. Vooral na de 5e eeuw v. Chr. zou dat zijn opgekomen. Maar hoe zit dat voor de Romeinse wereld? Ik weet dat er in Pompeii een boel graffiti op muren is gevonden, kan ik dan aannemen dat een meerderheid van de bevolking kon lezen en schrijven?

Daar heb ik nou nog nooit bij stil gestaan. Is wel vet interessant. :y Het antwoord op je vraag zou ik zo ook niet weten. Ik denk dat je aan kunt nemen dat equites en nobiles geletterd waren, ambachtslieden/winkeliers/etc zou ook logisch zijn.

Ik denk dat wij Nederlanders vanuit ons kennen van de "donkere" middeleeuwen te veel de hele menselijke geschiedenis onde de noemer van vrijwel volledige analfabetisme plaatsten. Ik denk dat de kennis van lezen en schrijven ongeveer net zo verdeeld was als in de gouden eeuw. Voornamelijk de lagere klassen die ervan verstoken bleven, de middenstand en de hogere klassen die vanwege hun belangen hun kinderen het bijbrachten of lieten bijbrengen.

ze hadden ook muurkranten dus ik neem aan dat er wel een groot aantal van de mensen kon lezen. Natuurlijk lang niet vergelijkbaar met de aantallen van nu, maar ik denk dat iedereen wel contact had met iemand die kon lezen.

Tsja, de teksten die in Pompeiï op de muren stonden waren vaak niet eens erg netjes, dus iets van alleen de elite zal het niet geweest zijn. Maar in hoeverre de lagere klasse ook kon lezen? Ik weet dat er genoeg slaven waren die konden lezen en schrijven zodat hun eigenaren brieven aan hen konden dicteren (hoewel ze natuurlijk nog steeds in de minderheid waren). Dat werd vast in beperkte mate doorgegeven aan mensen van gelijke klasse.

Ik heb het eens aan mijn docent gevraagd. Volgens hem was hooguit 20 procent van de mensen geletterd. Maar veel mensen hadden wel toegang tot lezen en schrijven, via anderen. Er waren mensen die brieven schreven voor anderen, of voorlazen.