[NA] Oscilloscoop
 

http://img218.imageshack.us/img218/6474/gnntz0.png

Wie kan mij helpen met het uitwerken van dit TO?

Hoor snel van jullie,

Geen eenheden? Schaal? Frekwentie?
Maffe belgische opdrachten. :s

Nouja, ik help je een beetje op weg dan:

Periode: Duur van 1 trilling, trillingstijd
Frequentie: Aantal trillingen per seconde (f=1/T)

http://img215.imageshack.us/img215/461/gnnwu5.png

Sorry, was ze vergeten bij te zetten!

Dit zijn best makkelijke opgaves (wat in het middelbaar ook best logisch is). Sowieso kan je het beste zelf alles proberen oplossen: normaal gezien heb je in de theorie hier wel het een en ander over gezien (frequentie, amplitude, ...) dus misschien dat je dat best eens herhaalt allemaal. Een andere tip die ik je geef, maak op een ruitjesblad een voorstelling van het scherm van je oscilloscoop zoals je op je opgaveblad hebt staan.

De grootste valkuilen: een periode is bij een sinus het stuk waar je zowel een hele kromme onder als een hele kromme boven de x-as hebt gekregen. Op http://nl.wikipedia.org/wiki/Sinus_%28elektrisch%29 staat in die grafiek dus 1 periode aangeduid.

Je ziet de antwoorden veel beter door al gewoon eens te schetsen (al heb ik het vermoeden dat jullie de proeven niet eens hebben uitgevoerd, ik zou dus bij je leerkracht eens vragen of jullie niet eens met die oscilloscoop echt mogen spelen; de uitleg is in het begin vrij veel; maar al je 5 of 10 minuutjes met dat ding hebt mogen spelen, dan heb je meestal veel beter inzicht in de werking :) En met spelen bedoel ik: je leerkracht legt met een signaalgenerator een bepaalde functie aan, ontregelt de oscilloscoop en geeft een leerling de opdracht om het beeld in te stellen volgens de opdrachten op dat blad.

Maar kun je mij dan alleen vraag 3 en 4 uitleggen, daar kom ik niet uit
Ik weet ook niet wat 5.00E+02 betekent.

Aub iemand die mij kan helpen?

5.00E+02 komt overeen met , maar in computerprogramma's wordt dat meestal met die E geschreven (omdat dat op 1 lijn past), op je rekenmachine gaat het trouwens op dezelfde manier.

Vraag 4 is makkelijk als je mijn raad al opgevolgd hebt: je moet dan gewoon 0.5 (een halve) periode in dat raster tekenen. Vraag 3 is iets moelijker in de zin dat je dan moet gaan uitrekenen.

Bij het begin van je 'proef' heb je 3.75 perioden op je scherm en je weet dat 1 divsion (vakje) langs de x-as overeenkomt met 100ms. Daaruit kan je berekenen hoe lang 1 periode duurt en dus ook hoe lang een halve periode duurt. Maar je wilt dat die halve periode uiteindelijk over je hele scherm strekt en dat zijn 10 tijdsdivisions (die overeenkomen met de tijd van een halve periode in je opdracht).

Als je wat meer een formulepersoon bent, stel je periode is T en t is je tijdsschaal (dus t = ... s/div) dan moet je zorgen dat 10 * t = 0.5 * T (waarbij je enkel aan die kleine t kan knoeien). Ik heb zelf de berekening niet nagerekend; maar op de meeste oscilloscopen kan je divisions instellen op 1, 2, 5 (maal of gedeeld door een veelvoud van 10). Als je leerkracht de opdracht goed heeft opgemaakt, heeft hij daar rekening mee gehouden (maar dat wilt natuurlijk niet zeggen dat een oscilloscoop enkel op die tijdsbasissen kan werken: met een manuele callibratie kan je wel iets nauwkeuriger afstellen).

Als je die opdracht niet zo leuk vindt, wil ik je best geruststellen: dergelijke berekeningen worden amper gedaan (en als je met een oscilloscoop gaat moeten werken, ga je daar na een tijdje gewoon op het gevoel wel wat aan dat toestel prutsen zodat je de gewenste resultaten kan ontfutselen). Daarom ook dat het beter (en leuker) is om er zelf eens mee te spelen dan gewoon zo'n opdracht die nogal abstract is de eerste keer...

Dat klopt allemaal, maar bedenk je wel dat je met die laatste formule nog niet de tijdsbasis hebt (maar slechts het totale tijdsinterval op het scherm) :)

Dus dan nog gedeeld door 10?

Dat klopt :)