hulp met franse text
 

hallo, wij moesten een stukje franse tekst schrijven (plus minus tien lijnen, en feit is wel, ik ben daar niet zo goed in.
het tekstje moest dus gaan over een dame die een kleine jongen elke dag bezoekt in een ziekenhuis, die jongen heeft aids, maar weet dat zelf niet.
het gesprek zelf moet eigelijk maar over koetjes en kalfjes gaan, want over de ziekte enzo praten ze niet, ik zal nu mijn tekst hier eventjes plaatsen, kan iemand misschien eventjes zeggen als er fouten instaan

dank bij voorbaat

dame: bonjour mon petit copin
enfant: bonjour dame
dame: comment allez-vous au'jourd'hui?
enfant: je suis vraiment bien, je me sens bien mieux puis hier.
dame: avez-vous bien dormi ce soir?
enfant: il était bon stoppé, mais la machine était un peu fort cette nuis.
dame: je suis heureux d'écouter que vous avez bien dormi.
enfant: comment ça va avec toi?
dame: si tout est bon avec cous, je suis également bon.
enfant: merci pour dire cela, je l'apprécie beaucoup.
dame: est-il bon si je viens chez vous de main à la même heur qu'aujourd'hui?
enfant: oui, c'est bien, je vous attendrai.
dame: d'accord, je suis ici demain.
enfant: au revoir
dame: au revoir mon petit ami.


als jullie gramatische dwalingen vinden, gelieve dat ook te zeggen, zoals ik al zei, ik ben hier niet fantastisch in

dank bij voorbaat
groeten, spandi

je mag wel geen tu's en vous door elkaar gebruiken
er staan nog fouten in, maar die los ik (of waarschijnlijk iemand anders later op)

[Dit bericht is aangepast door bulbanos (18-01-2002).]

Dit zijn de fouten die ik nog heb kunnen vinden...(samen met de fouten van bulbanos)

een dame zegt normaalgezien niet 'vous' (u) tegen een jongetje...

la machine était un peu fort

het is forte denk ik

het is niet copin maar copain

niet bonjour dame, maar: bonjour madame

mja, over die aanspreek zinnen ben ek nog ni zeker, het zit zo, ze kennen elkaar wel, maar het is geen familie ofzo, maar toch, bedankt allemaal, jullie hebben me al ferm geholpen

Ik zal hier is de volledige verbetering geven:

dame: bonjour mon petit copin
enfant: bonjour madame
dame: comment ça va aujourd'hui?
enfant: ça va vraiment bien, je me sens beaucoup mieux qu' hier.
dame: as-tu bien dormi hier soir?
enfant: il était bon stoppé, mais la machine était un peu fort cette nuit. (wat bedoel je hiermee?)
dame: je suis heureux d'entendre que tu as bien dormi.
enfant: comment ça va avec toi?
dame: si tout va bien avec toi, ça va bien avec moi aussi (beter: je me sens bien aussi)
enfant: merci pour dire ça, je l'apprécie beaucoup.
dame: ça va si je viens chez toi demain à la même heure qu' aujourd'hui?
enfant: oui, ça va, je vous attendrai.
dame: d'accord, je viendrai demain.
enfant: au revoir
dame: au revoir mon petit ami.