![]() |
Nakijken opgaven over redeneerregels.
Kan iemand deze uitwerkingen nakijken voor mij (als in, heb ik het goed gedaan en klopt mijn redenering)? Alvast bedankt! (⇔ is logisch equivalent)
p → q (1) p → r (2) q ∨ r (3) ------------- ∴ p (3) ⇔ ~r → q (4) (4) + (1) geeft p ∨ ~r (5) (5) ⇔ r → ~p (6) + (2) geeft p → ~p p → ~p kan alleen waar zijn als p niet waar is, dus bovenstaande is niet geldig. ~p ∨ q (1) ~q ∨ r (2) ~r (3) ------------- ∴ ~p (2) ⇔ ~r → ~q (4) (4) + (3) geeft ~q (5) (1) ⇔ ~q → ~p (6) (6) + (5) geeft ~p Deze is dus geldig. p → q (1) p → r (2) ~(p ∧ q) (3) ------------- ∴ ~p (1) ⇔ ~q → ~p (4) (2) ⇔ ~r → ~p (5) (4) + (5) geeft ~q ∨ ~r (6) (3) ⇔ p → ~q (7) (6) ⇔ r → ~q (8) (7) + (8) geeft p ∨ r Nu staat er p ∨ r ------------- ∴ ~p Voor ~p om waar te zijn, moet p niet waar zijn dus de premise kan herschreven worden tot r ∨ F0. Dit is logisch equivalent aan alleen r, dus is de conclusie waar omdat, in dit geval, ~p en r niet afhankelijk van elkaar zijn. ~p ∨ ~q (1) r ∨ ~q (2) ~p (3) ------------- ∴ r ∨ ~p (1) ⇔ p → ~q (4) (2) ⇔ ~r → ~q (5) (4) + (5) geeft p ∨ ~r (6) Er staat nu p ∨ ~r (6) ~p (3) ------------- ∴ r ∨ ~p (6) ⇔ ~p → ~r (7) (7) + (3) geeft ~r (8) Er staat nu ~r ------------- ∴ r ∨ ~p Als r ∨ ~p waar is en ~r ook, is het alsnog mogelijk voor de conclusie om niet waar te zijn, dus is de hypothese ongeldig. En de laatste: ~r (1) p → r (2) q → r (3) ------------- ∴ ~(p ∧ q) (2) + (3) geeft p ∨ q (4) Er staat nu: p ∨ q (4) ~r (1) ------------- ∴ ~(p ∧ q) De waarde van (1) is niet relevant, dus die mag altijd waar zijn. (r = F0 zodat r = T0). Wanneer p ∨ q waar is, is ~(p ∧ q) waar, dus klopt deze hypothese. Sommige conclusies, zoals de laatste, heb ik bepaald met een waarheidstabel, maar iets zegt mij dat het ook anders kan. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 04:56. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.