![]() |
Oploswarmte
Als Jeroen 2,30 g calciumchloride in 200g water oplost, stijgt de temperatuur van 20,4 C naar 23,2 C. Neem aan dat de soortelijke warmte van de oplossing 4,2 J/ g/ K is. Bereken de oploswarmte van calciumchloride?
Hoe gaan we dit doen? Iets met Q = c x m X dT .... |
als je aanneemt dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving (dus dat alle warmte tijdens oplossen 100% wordt overgedragen op het water), dan moet je inderdaad Q = c*m*delta T gebruiken
--> de energie die nodig is om het water deze temperatuurstijging te doen ondergaan is gelijk aan de warmte die vrijkomt tijdenns het oplossen. rewst alleen nog de vraag: hoe moet je de oploswarmte uitdrukken? Mocht je het moeten uitdrukken in J/mol dan moet je nog even omrekenen natuurlijk. |
Het lijkt mij dat je de oploswarmte in Joule moet uitdrukken omdat alle energieen in Joule worden uitgedrukt.
Met de formule bereken je Q en die is ook in Joule. |
Je kan de oplosenthalpie/oploswarmte van dat proces uitdrukken in Joule, maar dan heeft de waarde daarvan enkel betekenis als je ook de massa kent van je CaCl2. Daarom wordt er vaak de specifieke/soortelijke warmte gevraagd, wat neerkomt op delen door een maat voor hoeveel stof je hebt: ofwel de massa, ofwel een volume, ofwel een stofhoeveelheid (mol).
Met de oploswarmte van CaCl2 wordt meestal bedoeld dat je de specifieke warmte moet geven; omdat dat meer betekenis heeft. Een beetje zoals dat een warmtecapaciteit voor een stof meestal soortelijk gegeven wordt: zo kan je zelf berekenen wat de warmtecapaciteit is van een bepaalde hoeveelheid van die stof. |
soortelijk warmte heeft de eenheid J / (kg * K) en is dus iets anders Ilu ;) Dit geeft namelijk aan hoeveel energie je nodig hebt om 1 kg van een bepaalde stof 1 graad in temperatuur te laten stijgen.
--> oplosenthalpie/oploswarmte is simpelweg de hoeveelheid energie die nodig is/vrijkomt bij het oplossen van een bepaalde hoeveelheid stof ( en daarom wordt de standaard enthalpieverandering in tabellenboekjes ook altijd weergegeven in J/mol) |
Je hebt gelijk, ik bedoelde soortelijke oploswarmte namelijk; dus de hoeveelheid energie die je moet toevoegen om een bepaalde hoeveelheid stof te laten oplossen. Ik heb het er inderdaad niet bijgezet. En het is inderdaad in thermodynamica zo dat soortelijke/specifieke warmte (zonder verdere specificatie) uitdrukt, hoe veel energie je moet toevoegen om een bepaalde hoeveelheid 1K te laten stijgen. Mijn excuses voor mogelijke verwarring.
Eenheden zijn trouwens inderdaad ofwel J/mol of J/g (zit een factor van je molmassa bij, maar komt op iets gelijkaardigs neer). Om mijn post te corrigeren: Je kan de oplosenthalpie/oploswarmte van dat proces uitdrukken in Joule, maar dan heeft de waarde daarvan enkel betekenis als je ook de massa kent van je CaCl2. Daarom wordt er vaak de specifieke/soortelijke oploswarmte gevraagd, wat neerkomt op delen door een maat voor hoeveel stof je hebt: ofwel de massa, ofwel een volume, ofwel een stofhoeveelheid (mol). Met de oploswarmte van CaCl2 wordt meestal bedoeld dat je de specifieke oploswarmte moet geven; omdat dat meer betekenis heeft. Een beetje zoals dat een warmtecapaciteit (in verouderde, maar nog steeds vaak gebruikte termen in thermodynamica: de specifieke/soortelijke warmte (let op: niet oploswarmte o.i.d)) voor een stof meestal soortelijk gegeven wordt: zo kan je zelf berekenen wat de warmtecapaciteit is van een bepaalde hoeveelheid van die stof. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:38. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.