![]() |
Triest wintergedicht
Iedereen is wel eens wat triest met de winter. Ik heb dit gedicht geschreven om mijn bange gedachten te weerleggen naar de vochtig levendige beddingen van het zomerse geluk.
Talen als meloenen zo groot Vrouwelijkheid weerspiegeld in de dofheid van ruiten Ruiten Van dode zielen Onder iemands arm Straten, zwart, verlaten Talen, als git~ en wolken zo donker Tongen lispelen bange zinnen Jij hebt niet te zien wat is. Zo vals als een Duitser Strohalmen in je laatste verdriet |
Ik kreeg bijna tranen in mijn ogen toen ik dit voor het eerst las.
Het doet me denken aan herfstige lange lanen, bezaaid met bladeren, of de half vergane kist van een overledene in een zwarte lentegrond. |
Waarom ga je in godsnaam reageren op je eigen gedicht? Het komt bij mij nogal over als een samenraapsel van woorden waar ik geen wijs uit word. Maar ik ben nou niet bepaald een dicht-expert, het zou zo maar eens 'briljant' gevonden kunnen worden door anderen, maar ik zie het er niet in, sorry.
|
Ik weet niet of ik jou nou wel of niet serieus moet nemen. Ik geef je het voordeel van de twijfel?
Wat is nou precies het beeld dat je voor ogen hebt met dit gedicht? Probeert te concretiseren. Zoom in op één beeld/detail. Dan komen je abstracte zinnen waarschijnlijk ook beter over. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 14:54. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.