Ik ga je gewoon een stappenplan geven, want dit zijn best makkelijke vragen:
Weeg eerst het suikerklontje. Zoek de molecuulformule van suiker op en bepaal daarvan de molmassa(=moleculaire massa). Daaruit kan je bepalen hoe veel suiker (in mol) je hebt in je suikerklontje. En per mol suiker heb je NA moleculen (getal van Avogadro), dus als je nog eens deelt door dat getal; dan heb je het aantal moleculen suiker dat je in je suikerklontje hebt zitten. Voor de oceanen ga je een benadering moeten gebruiken voor het volume, maar als je wat op internet zoekt, zal je daar wel een getal voor uitkomen. Als je het aantal moleculen dat je hebt deelt door het volume van de oceanen, krijg je je antwoord. Als benadering kom ik 5000 moleculen uit, zo kan je je eigen resultaat vergelijken.
Voor de massa van een molecule suiker, kan je een gelijkaardige weg volgen: in de vorige vraag heb je al de molmassa berekend, en je weet via het getal van Avogadro ook hoeveel moleculen er in een mol zitten. Dus simpelweg M/NA geeft je antwoord. Er is nog een andere interpretatie ook: van een molmassa weet je misschien dat die ook wel eens in amu (atomic mass units, in het Nederlands soms ook wel 'units' (afgekort 'u')) uitgedrukt worden. Dit is ook slechts een maat voor de massa; die je dus ook rechtstreeks via een conversiefactor kan omzetten naar een massa in gram of kilogram. (En niet toevallig is dat 1/NA als je in gram werkt). Het is exact dezelfde berekening, de eerste is ietsje vollediger; maar misschien dat de tweede iets simpeler is om te begrijpen. Een benadering is 600 yoctogram (6*10-27kg).
|
