reactievergelijking verwarmen soda
 

hoihoi!

wil iemand mij please helpen? ik moet maandag verslag inleveren en moet daarbij extra vragen maken waar ik helemaal niets van snap!!:confused:

ik moet een reactievergelijking geven voor het verwarmen van soda.
dus dan krijg je volgens mij dit: na2co3.10h2o (s) ---> ????
maar wat moet er nu achter de pijl staaan?

alvast bedankt!
groetjes..

niemand?:bloos::|

Ik dacht dat die H2O dan verdampt, en dus gasvormig wordt

oké , dus dan blijft alleen die na2co3 over?

ja
maar die h2o moet natuurlijk nog wel rechts van de pijl staan...

hoe dan?:confused:

met (g) fzo?

idd :P

bedankt! =D

You're Welcome

na2co3.10h20 --> na2co3.10h20(g)

klopt dat wel? moet je ook nog kloppend maken? ja toch?

't wordt dan
Na2CO3.10H2O --> Na2CO3 (s) + 10H2O (g)


't Water komt los van de natriumcarbonaat en verdampt, maar de natriumcarbonaat zelf blijft een vaste stof.

okeee! nou, nog een keer bedankt!=D

nog een keer You're Welcome! ;)

hallo,

er zijn nog een paar vragen die ik niet snap:

gegevens van de proef:
massa maatbeker 47,8 gr.
massa kristalsoda 20 gr.
massa maatbeker met kristalsoda 67,8 gr.
massa droge soda met maatbeker 56,7
dus massa droge soda is 8.9


c.. bereken aan de hand van de proefgegevens de massa verhouding tussen kristalsoda en de droge soda
d.. bepaal aan de hand van de reactievergelijking ook de verhouding tussen deze 2 stoffen
(reactie vergelijking was: Na2CO3.10H2O --> Na2CO3 (s) + 10H2O (g))
e.. verklaar waarom de antwoorden bij vraag c en d verschillend zijn

snappen jullie deze vragen?

c.
ik denk dat ze bedoelen:

20 gram kristalsoda wordt 8,9 gram droge soda
dus 1 gram kristalsoda wordt (...) gram droge soda

okeee. dus dan krijg je 1:0.45 =D

en snap je vraag d dan ook?

de reactievergelijking bij d klopt niet (o2 hoort daar niet)

en bij een reactievergelijking schrijf je eigenlijk alles in mol
Dus 1 mol kristalsoda wordt (...) mol droge soda

okeeee

en is er iemand die vraag D snapt?

ja, ik... zie mijn post hierboven

20/8.9 = 1/0.445
Molmassa Na2CO3 = (2*23) + (1*12) + (3*16) = 106 gram/mol
Molmassa H2O = (2*1) + (1*16) = 18 gram/mol

Links van de pijl staat 106 + 180 = 286 gram aan kristalsoda
Rechts van de pijl staat 106 gram droge soda en 180 gram aan waterdamp.

Verhouding is dan: 286/106 = 1/0.37
Vermoedelijk zijn bij de proef niet alle water moleculen uit de soda verdampt. Als je bijvoorbeeld rekent met deze formule:
Na2CO3.10H2O --> Na2CO3.H2O (s) + 9H2O
Kom je op een verhouding 1/0.434
Na2CO3.10H2O --> Na2CO3.2H2O (s) + 8H2O
Geeft 1/0.497

Onderstaande hoef je vast niet te doen, maar zo bereken je de hoeveelheid water die nog in de droge soda zat:
Na2CO3.10H2O --> Na2CO3.(x)H2O (s) + (10-x)H2O
(106+(x*18))/286 = 0.445
106+(x*18) = 127.27
x*18 = 21.27
x = 1.18
Gemiddeld zaten er bij de proef dus nog 1.18 moleculen water per molecuul soda in de "droge" soda.

Moet het dan niet zijn:

Na2CO3.10H2O + O2(g) --> Na2CO3 (s) + 10H2O (g)

omdat je het dan opwarmt?
en welke faseovergang moet er achter Na2CO3.10H2O ?
(s)? of (l)?

Nee, er komt geen zuurstof vrij. Het enige wat er gebeurt is dat het kristalwater uit de sodakristallen verdwijnt en als waterdamp ontwijkt.

Er is sprake van een vaste stof, dus je krijgt de fase-aanduiding s.

Beste jeanine94,
Misschien een beetje late reactie, maar de reactievergelijking van het verwarmen van soda is na2co3.10h2o (s) ---> na2co3(s), want door het verwarmen verdampt het water waardoor alleen de vaste stof overblijft.

Nee, niet echt. Je hebt rechts van de pijl ook water nodig, maar dan in gas-vorm. Er mogen niet zomaar atomen verdwijnen.
na2co3.10h2o (s) ---> na2co3(s) + 10h2o(g)
(zoals vinniebar op 19-02-2009 15:12 postte)