![]() |
Kernreacties
Ik was even bezig met wat natuurkunde huiswerk en daar werd de volgende vraag gesteld:
Bij een van de splijtingsreacties van U-235 ontstaan de splijtingsproducten Xe-140 en Sr-94. Deze splijtingsproducten zijn radioactief: beide zijn ß-stralers. a. Geef voor beide splijtingsproducten de vervalvergelijking. Dan wordt er als antwoord gegeven: 140/54 Xe ---ß=1,6 sec --> 140/55 Cs + 0/-1 e Heb ik iets tijdens de les gemist ofzo want ik snap echt niet hoe ze in godsnaam op dit antwoord komen. Kan iemand mij dit uitleggen? :o |
Als een stof met beta-straling vervalt betekent dat dat in de kern een neutron wordt omgezet in een proton en een elektron, waarbij het elektron met hoge snelheid de kern verlaat.
140/54 Xe bevat 54 protonen, en (140-54)=86 neutronen. Van die 86 neutronen wordt er één omgezet in een proton en heb je dus een stof met 55 protonen en 85 neutronen. Dat is 140/55 Cs. 94/38 Sr bevat 38 protonen, en (94-38)=56 neutronen. Dat wordt dus een stof met 39 protonen en 55 neutronen, ofwel: 94/39 Y |
Ik zou er nog aan toe willen voegen dat er 2 soorten ß-straling zijn; negtatieve en positieve. In beide gevallen komt er een electron vrij (positief of negatief)
Bij positive ß-straling wordt er in de kern een proton omgezet in een neutron: 1/1P --> 1/0n + 0/1e Bij negatieve ß straling straling wordt er in de kern een neutron omgezet in een proton: 1/0n --> 1/1P + 0/-1e. |
AAh ja dus het was eigenlijk vrij simpel :dom: :bloos:
Maareh wat betekend dat ---ß=16 sec --> dan precies? |
Dat is denk ik de halfwaarde tijd van het verval. Dus na 1,6 seconde heeft is de helft van je Xe verandert in Cs. (jij schrijft nu 16, maar in je eerste post was het 1,6)
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 17:53. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.