![]() |
Wie kan mij helpen?
Hoi forummers!
Ik heb over een week tentamen economie.. Het gaat over hele lastige vragen.. Waar ik helaas vaak geen antwoord op weet.. Ik ben ten einde raad.. Ik oefen me suf, maar kom er niet uit.. Het gaat o.a. over vraagcurven.. Ik oefen vooral met oude tentamens.. Er zit me toch een vraag bij.. Wie o wie kan mij een handje helpen.. Word langzamerhand moedeloos :n En de tijd dringt.. Wie mij kan helpen ben ik echt eeuwig dankbaar _O_ Liefs. Dit is de vraag.. De collectieve vraagcurve luidt Qv= -0,7 P + 820 en luidt de collectieve aanbodcurve Qa = 0,9 P - 60 (q luidt in stuks en P in euro's). De overheid besluit een maximumprijs van € 500,- per stuk. Hoeveel zal de omzet dalen met deze maatregel? Antwoord: € 44.250,- Maar hoe komen ze hieraan:confused:? Wens jullie een fijne avond luitjes! |
Ik zou zeggen dat je eerst uitrekent wat de evenwichtsprijs is, door beide formules aan elkaar gelijk te stellen. Er komt dan uit dat de evenwichtsprijs (de P dus) 550 euro is.
Als je 550 invult in de Vraagfunctie, zie je dat er bij een Prijs van 550 EURO, 435 stuks worden gevraagd. Dat is dus een omzet van (435*550) = 239.250 EURO. Als er een prijsmaximum wordt ingesteld van 500 EURO, vul je die 500 in, in de Vraagfunctie. Dan zie je dat er bij een Prijs van 500 EURO, 470 stuks worden gevraagd. MAAR! Bij een prijs van maar 500 EURO laten de producenten het afweten, en willen maar 390 produceren. Er worden dan dus ook maar 390 stuks verkocht, tegen een prijs van 500 EURO. Dat is een omzet van (390*500) = 195.000 EURO. Eerst had je 239.250, minus de 195.000 die je nu hebt = een omzetdaling van 44.250 EURO. Succes met je tentamen! |
Als eerste bereken je de evenwichtsprijs:
-0.7p + 820 = 0.9p - 60 1.6p = 880 p = 550. Hun omzet bij evenwicht is dan 239,250. ( de prijs invullen in een van te twee formules, en je krijgt dit antwoord) Maar de overheid stelt de max prijs in, van 500 euro. Ze bieden dan aan 390 stuks aan. Aangezien de vraag groter is dan het aanbod wordt alles verkocht.. dan is hun omzet dus 390 * 500 = 195000. Nu voel je hem al aankomen natuurlijk ;), de omzet daling is 239250 - 195000 = 44250! Door de max prijs verliezen ze dat aan omzet eigenlijk. hoop dat het duidelijk is :) anders moet je nog maar even vragen! |
Heel erg bedankt voor jullie reacties! Beide erg duidelijk uitgelegd! Ik begrijp nu eindelijk hoe ze eraan komen :)
Alleen snap ik nog niet alles.. Zit inmiddels met een andere vraag.. Ik hoop dat iemand mij kan uitleggen hoe een formule verandert als de ene keer de Q voorop staat en de andere keer de P.. Hieronder heb ik een vraag en begrijp niet hoe ze aan het antwoord komen.. Een monopolist heeft te maken met de volgende collectieve vraagfunctie Qv = - 2 P + 500 (q luidt in kilo en P in euro's). Hoe luidt de marginale opbrengstfunctie (MO)? Het antwoord is MO = - q + 250 Hoe komen ze hier in hemelsnaam aan.. Kan iemand mij dit uitleggen? Er zitten hier heel wat slimme mensen.. Hoop dat jullie mij kunnen helpen! XXX |
Sorry hoor, maar zijn dit echt vragen uit een oud tentamen economie? Universitair?
Ik schudde deze antwoorden in 4 of 5 atheneum al uit m'n mouw. |
Ik hoop echt dat iemand mij deze vraag kan uitleggen.. Het is misschien erg simpel hoor, maar ik begrijp het echt niet.. Alvast erg bedankt voor het antwoord, jullie helpen mij enorm hiermee!
Fijne avond |
Of de Q of de P voorop staat dat ligt aan wat je moet berekenen en welke formules je krijgt toegereikt. Je kunt ze alleen vaak gemakkelijk omschrijven.
Oke, ben er een tijdje uitgeweest dus ik ga gewoon ff verschillende dingen berekenen die ik wel kan berekenen. De collectieve vraaglijn van een producent kan worden herschreven als een prijs-afzetfunctie dus dat ga ik eerst doen omdat ik daar dingen als de TO of MO mee kan berekenen. Met Qv kun je zo niet veel. Qv = - 2 P + 500 2P = Qv + 500 P = -1/2 Qv + 250 TO = P(prijs) x Q (afzet) TO = (-1/2 Q + 250) x 250 TO = -1/2 Q² + 250Q MO = TO" (afgeleide van de Totale Opbrengst, wiskunde iets dat je wel kent ander ff googlen) MO = -Q + 250 Dus ik denk dat ze zo aan die uitkomst gekomen. Maar goed ik ben geen exper op dit gebied. Handig is wel als je het volgende rijtje gewoon uit je hoofd leert of in je rekenmachine zet: (heb ik teminste gedaan voor mijn economie examens) Citaat:
|
Ik ben een tijdje niet op deze site geweest, maar besloot toch even een kijkje te nemen.. Hier heb ik echt zoveel aan! Tim_Riswick echt superbedankt voor je reactie! Dit had ik nu net nodig! Al die formule en omzettingen kan ik niet in het boek van economie vinden.. Ik ga het uitprinten en proberen uit mijn hoofd te leren.. Wij mogen geen grafische rekenmachine gebruiken tijdens het tentamen, dus wordt het blokken! Echt superbedankt voor je nuttige reactie!
En ook alle anderen erg bedankt! Ben nu helemaal blij :) ! Groetjes! |
Goedemorgen allemaal,
Ik heb het tentamen gehad.. Met behulp van jullie hulp heb ik een hoger cijfer dan eerst, maar weer geen voldoende.. Ik word er echt moedeloos van en kan wel janken eigenlijk, maar dat lost niks op natuurlijk.. Na veel protest van medescholieren is er besloten het tentamen opnieuw te geven! Dit komt niet vaak voor, maar bijna niemand had een goed cijfer! Het nadeel is dat dit onverwachts zal gebeuren.. Ik zit nog met een paar onderwerpen. Durf het bijna niet te vragen, maar zouden jullie bij daarmee op weg willen helpen? Wie mij helpt ben ik eeuwig dankbaar! Vraag: De volgende gegevens zijn beschikbaar: De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid = - 2 De inkomenselasticiteit = + 0,8 Indien het inkomen met 10 % toeneemt, zal de gevraagde hoeveelheid met: a. 8% toenemen b. 8% dalen c. 2% toenemen d. 2% dalen Vraag. De volgende gegevens zijn beschikbaar: De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid = - 2 De inkomenselasticiteit = + 0,8 Indien de prijs met 1% toeneemt, zal de gevraagde hoeveelheid met: a. 8% toenemen b. 8% dalen c. 2% toenemen d. 2% dalen Vraag Afzetfunctie: p= -5q+60. De kosten van deze gronstof zijn enige variabele kosten. De totale constante kosten bedragen 15. De regering stelt een minimumprijs van 20 geldeenheden per eenheid vast. Overige omstandigheden blijven gelijk. De nieuwe totale kostenfunctie luidt: a. TK = 20 q + 15 b. TK = 5q + 35 c. TK = 20 q + 35 d. TK = 5 q + 15 Ik heb eigenlijk nog meer vragen.. Maar hoop dat jullie mij met deze kunnen helpen.. In het boek staat alleen een vaag voorbeeld.. Deze vragen zullen best simpel zijn, maar ik kom er niet uit.. Hoop dat jullie mij kunnen helpen.. Liefs, fijne dag allemaal! |
Welk boek gebruik je dan? Want antwoorden schieten me niet te binnen, al was ik dan ook nooit zo goed in elasticiteiten.
|
1. a : inkomenselasticiteit > 0 is bij een toename dus ook altijd een toename in de bestedingen. 0,8*10% = 8%
2. d : prijselasticiteit < 0, bij een toename in de prijs neemt de gevraagde hoeveelheid af -2*1%=-2% 3. durf ik zo niet te zeggen. |
Beste mensen,
Heel erg bedankt voor jullie hulp.. Ik zit alleen weer met een vraag.. Hoop dat jullie mij kunnen helpen.. Vraag Een bedrijf waarvan de totale constante kosten € 40 000 per maand zijn, maakt bij een productie (en afzet) van 4000 stuks per maand € 4 winst per stuk en bij een productie (en afzet) van 5000 stuks per maand € 6 winst per stuk. Bij welke productie (en afzet) per maand bereikt het bedrijf het break-even-point (met een maximaal verschil van 1 stuk)? Wie kan mij hiermee helpen? Hoop dat jullie mij kunnen helpen.. Alvast heel erg bedankt! Groetjes |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:50. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.