![]() |
Molariteit
Hallo bètakinders ;x
SK is met BIO mijn favoriete vak maar ik snap iets niet! Bij het berekenen van de molariteit in mengsels en dat soort shit raak ik vaak in de war. Ik gebruik namelijk een kruistabel terwijl mijn SK-leraar zijn eigen manier doet. En elke keer als ik dan een vraag stel is het ''Ja, je moet mijn manier gebruiken want met een kruistabel weet je niet wat je doet'' (een uitstekend argument overigens!). Maar dat is voor mij gewoon een overzichtelijk manier. Maar goed, ik had een SE-scheikunde en ik kreeg zowat een black-out bij sommige vragen. Dit jaar mag ik niet blijven zitten en ik sta al slecht voor NA en WI en voor SK sta ik ook iets van een 5,4 of 5,5 ofzo :\ M.b.t. SK heb ik twee vragen 1: Peter verbrandt wat ether volledig, hierbij ontstaan koolstofdioxide en water, geef de vergelijking van deze reactie: 2 C4H10 + 13 O2 =====> 8 CO2 + 10 H2O Goed, nu over naar de molberekeningen, dit is 't punt waarop ik -wtf?- denk '' de vraag luidt: Bereken hoeveel gram water maximaal kan ontstaan. c4h10 en h2o reageren in de verhouding 2:10...maar vanaf hier raak ik de weg kwijt? :| En molariteit! Een keukenzoutoplossing bevat Na en Cl ionen. In 500 ml is 1,5 gr Cl aanwezig. Bereken de molariteit van de Cl ionen in de oplossing. Okéeee mijn aanpak: 1: Uitrekenen hoeveel mol 1,5 gr Cl is 2: Dus zoveel mol in 500 × 10-3 Liter 3: Kruistabelletje maken, maar ik doe altijd iets fout, het werd fout gerekend :( Dus weet iemand een geheugensteuntje? En het antwoord natuurlijk :o |
Citaat:
Citaat:
De eenheid van molariteit is, zoals je allicht wel weet, mol/L. Dit betekent dus dat je voor de molariteit de hoeveelheid mol moet delen door de hoeveelheid Liter. Je moet hierbij eigenlijk het volgende bedenken: |
Citaat:
Waarom moet je delen door 0.5? :/ |
Citaat:
Andere aanpak: omdat in 0,5 liter 0,042 mol chloor aanwezig is zit er in 1 liter dus 2*0,042 mol chloor, ofwel 0,084 mol chloor, dus de concentratie chloor is dan 0,084 mol/l. |
je hebt de molverhoudingen in je reactievergelijking staan:
uit 2 mol ether kan 10 mol water ontstaan. dus las je het aantal mol ether hebt uitgerekend, vermenigvuldig je dat met 5 en rekent terug naar grammen met de molaire massa van water |
Citaat:
|
Citaat:
|
Waarom zou bij dat getal de aanpak veranderen? De methode is gewoon weer hetzelfde als in jouw voorbeeldje bij 500 mL. Dus inderdaad voor de molariteit de hoeveelheid mol delen door 65 × 10-3.
|
met de vraag kan ik je niet helpen, maar,,
Gewoon de kruistabel blijven gebruiken ^^ werkt prima. Also, is misschien iets van bijles of huiswerkbegeleiding niet iets voor jou? Het helpt enorm, je kan altijd om hulp vragen en hebt een stille ruimte om in te werken (bij mij nog al eens een probleem x3) |
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 13:39. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.