![]() |
massaverhouding, procenten, overmaat
hoiì,
we moeten bij scheikunde een paar sommen maken, waar je de stof uit de 3e voor nodig hebt. ik zit nu in de 4e. Maar ik snap ze ff niet zo goed. Het gaat over massaverhoudingen enzo. De getallen onder de formules is hoeveel er van is in verhouding tot het andere, sorry voor de puntjes, maar anders kreeg ik ze er niet recht onder. 1.Er staat Fe2O3 + 3CO --> 2Fe + 3CO2 ................159,6.......84.......111,6..132 a) iemand wil 30,7 ton ijzer maken. Bereken de hoeveelheden van de benodigde beginstoffen. dat heb ik met een kruistabel gedaan. 30,7 vermenigvuldigen met 84 en delen door 111,6 dat wordt 23,11 3CO. Daarna 23,11 vermenigvuldigen met 159,6 en delen door 84 dat wordt 43,93 Fe2O3 b)iemand mengt 110,3 g ijzeroxide met 65,4 gram koolstofmono-oxide. Bereken de hoeveelheden van de eindstoffen en of er een overmaat aanwezig is en hoe groot. ijzeroxide is Fe en koolstofmono-oxide is Co. Dus het leek mij dat ik de eindstoffen al had, maar dat is blijkbaar niet zo c) bereken hoeveel massa % ijzer, ijzererts bevat moet ik dat uit deze som halen, of staat dat ergens in mijn binas? 2. er staat 2H20 --> 2H2 + O2 ............... 36..........4........32 a) iemand ontleedt 1 liter water. Bereken hoeveel g zuurstof ontstaat. kruistabel toepassen. 1 vermenigvuldigen met 4 daarna delen door 36 is 0,11. 0,11 vermenigvuldigen met 32 en daarna delen door 4 is 0,88 klopt dit? b) zoek de dichtheid van zuurstof op in binas en bereken hoeveel liter zuurstof bij a is ontstaan. dichtheid is 1,33 . 10 tot de macht 3 (weet niet hoe je dat hier meot doen) maar ik snap niet hoe ik dan kan berekenen hoeveel liter er is ontstaan c) bereken het percentage van het element zuurstof in water ik snap eigenlijk niet wat ze met de vraag bedoelen:bloos: Kan iemand mij please helpen? |
Bij opgave 1: uit 159,6 g Fe2O3 en 84 g CO ontstaat 111,6 g Fe en 132 g CO2. Stel dat je uitgaat van 1 g Fe2O3, ga dan na hoeveel g CO dan daarmee kan reageren en hoeveel g Fe en CO2 dan ontstaat. Je weet dan ook hoeveel g CO met 110,3 g g Fe2O3 kan reageren en hoeveel g Fe en CO2 dan ontstaat. Omdat ijzererts de formule Fe2O3 heeft kun je het aantal gram Fe in 1 mol Fe2O3 berekenen. Omdat de massa van 1 mol Fe2O3 bekend is (stel dit 100%) kun je het gevraagde massapercentage Fe berekenen.
Bij opgave 2: 1 liter water komt overeen met 1000 gram water. Je weet dat 36 g water 32 g zuurstof levert, dus je weet dan ook hoeveel g zuurstof ontstaat bij 1 g water, en dus kun je berekenen hoeveel g zuurstof uit 1 liter water ontstaat. Zuurstof heeft een dichteid van 1,43 kg/m³, ofwel 1,43 g/dm³, dus dat betekent dat 1 liter zuurstof een massa van 1,43 gram heeft. Je weet hoeveel gram zuurstof uit 1 liter water ontstaat, dus kun je berekenen hoeveel liter zuurstof dit is. Omdat de massa van 1 mol water en 1 mol zuurstof bekend is weet je hoeveel gram zuurstof er in 1 mol water zit. Stel vervolgens de massa van 1 mol water 100%, dan kun je daaruit het percentage zuurstof in water berekenen. |
nog bedankt voor je reactie. Mbv je verhaaltje en de uitleg op school snap ik het weer helemaal!
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:18. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.