natuurkunde , natriumlamp
 

hee.

ik zit in 6vwo en bij natuurkunde zijn we bezig met het practicum, buiging van licht met een tralie en een natriumlamp. bij de proef draait het om het interferentie patroon dat je van het licht krijgt te zien.
nu lukt dit verder allemaal wel, maar ik zit met deze vraag.

"als we bij dit experiment de natriumlamp zouden vervangen door een gloeilamp met een geelfilter( een glaasje dat alleen die ene gele kleur van de natriumlamp doorlaat), dan hoort de proef te mislukken. kennelijk heeft de natriumlamp een bijzondere eigenschap. Welke?"



heeft iemand een idee, welke eigenschap dat zou moeten zijn?

alvast bedankt!


;)

Wat ik denk, maar wat niet perse zo hoeft te zijn, is het volgende:

Natriumlampen worden gebruikt voor de teelt in kassen, ze helpen bij de fotosynthese van planten. Een plant ondervindt fotosynthese aan het chlorofyl, een organel dat zonlicht (of kunstlicht van de natriumlamp opvangt). Chlorofyl heeft 2 toppen waar het erg goed licht op kan vangen (licht absorbeert dus) Dit is in het blauwe gedeelte van het kleurenspectrum en in het oranje-rode deel van het kleuren spectrum. De natriumlamp geeft dus denk ik blauw licht en oranje-rode licht af. Omdat je alleen een geel-filter op je gloeilamp gebruikt (laat dus 1 kleur door) en de natriumlamp laat 2 kleuren door (rood-oranje en blauw) zal het experiment mislukken.

Een natriumlamp heeft een lijn-spectrum. Twee zeer sterke lijnen op 589.0 en 589.6 nm. Daardoor kan je interferentie zien.
Een kleur filter laat geen lijnen maar hele gebieden door. 580 t/m 610 nm bijv.

Wat commando zegt klopt niet als antwoord op jouw vraag, maar het stuk over chlorofyl is wel interessant.

Zat ik er toch niet ver vanaf: ik had het ook over 2 gollengtes (blauw en rood-geel licht)

heel erg bedankt allebei, ik heb er zeker wat aan:D

golflengtes:p
en kleuren is niet gelijk aan golflengtes, dat is nu juist de crux van het verhaal. Ondanks dat een geel-filter dezelfde kleur kan opleveren krijg je toch geen interferentie patroon. Dat komt dus doordat een kleurfilter een continu-spectrum geeft geen lijnspectrum. één specifieke golflengte is nodig voor dat interferentiepatroon. Constructieve en destructieve interferentie op specifieke plekken kan alleen bij specifieke golflengte.