![]() |
Duitse Naamvallen:nono:
Hoi.
Ik heb een probleem met de naamvallen. ( alle 4 ) Ik leer altijd goed wat de uitgangen zijn en of het onderwerp of lijden voorwerp is ofzo. Als ik de toets heb gemaakt heb ik een goed gevoel, maar als ik de toets terug krijg raakt dat gevoel meteen weer weg.:mad: Altijd als er naamvallen in de toets zitten krijg ik niet hoger als een 6.5:( en als er geen in zitten altijd rond de 9.0:) Kan iemand een goed schema om te leren ofzo of handige tips wil je dan reageren op dit forum. Dankjewel_O_ |
Het schema met de naamvallen heb je waarschijnlijk wel. Dat is inderdaad gewoon een kwestie van uit je hoofd leren. Verder is het van belang dat je weet wanneer je welke naamval moet gebruiken. Globaal: 1e bij onderwerp, 2e bij bezit, 3e bij meewerkend voorwerp en 4e bij lijdend voorwerp. Als deze dingen snapt in een Nederlandse zin, ben je al een heel eind. Verder heb je natuurlijk de voorzetsels (mit, nach bei seit von zu aus voor 3 en durch für, ohne, bis, gegen, um, entlang voor 4). Als het een ander voorzetsel is: bij verandering is het 4 (hij gaat naar zijn werk) en bij datzelfde is het 3 (hij is op zijn werk). Succes.
|
Kijk maar eens op http://www.scholieren.com/werkstukken/19309
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:39. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.