Gelijkvormige driehoek.
 

Hallo,

ik zit in de derde en heb het boek Getal en Ruimte. Ik krijg binnenkort een proefwerk. Ik snap een som niet, die heel erg belangrijk is. Ik wil daarom even vragen: Hoe moet je deze som doen?

http://img81.imageshack.us/img81/262...ieiknietsn.png

http://img81.imageshack.us/img81/262...ieiknietsn.png

Hier zijn de meeste lijn antwoorden:

QR=2x42 want LQ is de helft van RQ, dus 8,4. MK is de helft van RQ en is 4,2. PQ= 5,6

PR= 14

KR= 10,1

PL= 12

MQ= 7

Ik moet QZ en NZ berekenen. Iemand die mij kan helpen???

zegt gelijk vormigheid je misschien iets?

KQZ is de verkleinde vorm van ZQR

als je een verhoudingstabel maakt kun je berekenen wat ZQ is.

dat ga ik nu niet voor je doen om dat de tekening nogal onduidelijk is maar
vraag je docent anders naar gelijkvormigheid. dan helpt hij je vast

Jasper

Nog 1 ding dan: Hoe weet je dat Z gelijk is aan k? Want 2 hoeken moeten gelijk zijn

Ik denk aan zandloper figuren en snavelfiguren en Pythagoras als bijhulp

bereken PN mbh Pythagoras.

dan zandloperfiguur: PNM staat tot ZNK --> ZN

---------------------
MZR staat tot QZK

QM kun je weer berekenen en dan stel je ZM als x QZ is dan (QM-x)



en dan nu rekenen maar!