Mol
 

Wij hebben deze gegevens berekend;

Molaire Massa Massa (10 mL) Dichtheid. Mol.
Natronloog 39.998 g / Mol-1. 9.6841 g. 0.96841 g/ml.
Vitriool 98.076 g / Mol-1. 9.9521 g. 0.99521 g/ml.

Alleen, hoe kom je nou bij de Mol uit?! Op het flesje stond dat Natronloog was 0,1039 M L-1.
En Wikipedia geeft hele andere gegevens voor de dichtheid van Natronloog / Zwavelzuur :S Iemand die dit snapt, en weet of de dichtheid klopt? En hoe ik nou bij die 'Mol' kom?

(- Massa meetbeker leeg; 4.905 gram.
- Massa meetbeker met Vitriool (10 mL); 14.865 gram.
- Massa Vitriool (10 mL); 9.9521 gram.
- Massa meetbeker leeg; 4.9759 gram.
- Massa meetbeker met Natronloog (10 mL); 14.660 gram.
- Massa Natronloog (10 mL); 9.6841 gram.
)

De dichtheid geeft aan hoeveel gram er in 1 ml oplossing zit, dus je weet dan ook hoeveel gram er in 10 ml oplossing zit. De molmassa van een stof geeft aan hoeveel gram er in 1 mol zit, dus als je weet hoeveel gram stof je hebt kun je aan de hand daarvan het aantal mol van die stof bepalen.

Oke, dat snap ik.

 De Molaire Massa van Vitriool is; 98.076 g / Mol-1.
 Wij hadden 9.9521 gram Vitriool.
Aantal gram; 98.076 9.9521
Aantal mol; 1 ??
Berekening geeft; 0.1014733472 Mol.
 Molariteit = Aantal mol stof / Aantal liter oplossing.
 Molariteit = 0.1014733472/ 0.01 L
 10.14733472 M L-1

Klopt de Molariteit wel? Volgensmij heb ik 't idee dat er iets niet goed gaat...

n = m/M_r
m = 9.9521 gram.
M_r = 98.076.

n = 9.9521/98.076 = 0.097 mol.

Toch?

Werk eens even stap voor stap. Je hebt 10 ml vitriool met een dichtheid van 0,99521 g/ml, dus 10 ml vitriool heeft dan een massa van 10·0,99521 g = 9,9521 g. 1 mol vitriool heeft een massa van 98,076 g, dus 0,01 mol vitriool heeft dan een massa van 0,98076 g, dus in totaal bevindt zich in 10 ml mol vitriool, dus in 1 liter bevindt zich dan mol vitriool, dus de molariteit is dan mol per liter. Probeer nu zelf eens de berekening voor de molariteit van de natronloogoplossing uit te voeren.