BML en vrijstellingen
 

Onlangs heb ik vernomen, dat de propedeuse van de studie biologie en medisch laboratoriumonderzoek vrijstelling geeft voor de vakken biologie en scheikunde (op VWO niveau)... hier wordt alleen wel een beetje vaag over gedaan. Het schijnt zo te zijn dat het vaak ligt aan de hogeschool die de propedeuse heeft uitgereikt.

Verder heb ik al een aantal berichtjes gelezen op verscheidene fora waarin mensen hebben aangegeven dat ze na het behalen van hun BML P alleen voor natuurkunde en wiskunde B aan de staatsexamens moesten meedoen en zo dus mee mochten doen aan de loting voor geneeskunde/tandheelkunde..


Heeft iemand hier verder ervaring mee?



Alvast bedankt !

Niemand :( ? A.s maandag zal ik uiteraard naar de universiteit van Utrecht bellen om er wat duidelijkheid in te scheppen, het zou verder toch wel fijn zijn als er iemand hier wat persoonlijke ervaring mee heeft ...

Een propedeuse staat voor 60 studiepunten, of CETS of hoe het ook heet. Dit dient een europese indicatie aan te geven van de beheersing van het niveau. Ongeacht van waar je de opleiding doet.

Ik kan met mijn P in accountancy als het goed is het eerste jaar AC skippen in zowel Den Bosch als Groningen als Barcalona of Parijs. Omdat die 60 punten overal moet staan voor gelijk niveau aan kennis.
Het lijkt mij dus niet logisch dat het afhankelijk is van de school....

Het bovenstaande is wel theorisch bedacht, in de pracktijk klopt er geen snars van, maar omdat scholen bij toelatingen ed kijken naar formaliteiten en richtlijnen en minder naar gewoonweg logica zou dat niet uit moeten maken.

Bovenstaande meer op 'vind ik logisch' gebaseerd dan op 'weet dat het zo is' of 'gelezen op xxxxxx dat'

Maar is het niet zo dat je met je P zoiezo een WO studie mag gaan doen? Dus je zoiezo mee kan loten? Vriend van mij was na zijn P in accountancy op WO niveau bedrijfskunde oid gaan doen.

(Bijna) alle WO beta studies hebben aanvullende eisen. Dit houdt meestal in dat er certificaten gehaald moeten worden voor biologie 1,2 , sk 1(,2) , na 1(,2) en wiskunde B 1(,2). Een propedeuse voor BML van de hogeschool van Utrecht kan verschillen van een P voor BML van de Hanzehogeschool. Met andere woorden, de hoeveelheden wiskunde,biologie en scheikunde verschillen per hogeschool. Dit kan tot gevolgen hebben dat een propedeuse van de hogeschool van Utrecht wel vrijstelling geeft voor scheikunde en biologie, terwijl de propedeuse van de Hanzehogeschool dat niet doet.