korte vraagje
 

het gaat over meetonzekerheid.
Ik raak in verwarring met de volgende probleem.

stel dat ik de waarde op een thermometer tot 'n 0,5 C nauwkeurig kan aflezen wat is dan de meetonzekerheid? 0,25 of 0,025?

de echte waarde kan liggen tussen 0.45 en 0.54(alles duurtussen is afgerond 0.5)

dat is niet echt wat ik vroeg, ik snap wat je bedoelt maar dat snapte ik al.

Stel dat je een temperatuur meet van 20,5°C, dan ligt de werkelijke temperatuur tussen 20,45 en 20,55°C, dus de absolute fout bedraagt 0,05°C.

Kan iemand mij helpen met:

tot één logaritme herleiden van

2log(25) + 2log(3)

5-3.3log(2)

5log949)+8log(0,125)

Alvast bedankt!

2log(25)+2log(3)
2(log(25)+log(3))
2log75

is de 2e oef juist genoteerd? wat moet het zijn?
geval 1:
(5-3)*3log(2)
6log(2)

geval2:
5-3*3log(2)
5-9log(2)
5log(10)-9log(2)
log(10^5)-log(2^9)
log(3125/16)

de laatste is nogal raar, omdat je een zeer groot kommagetal krijgt door de machten binnen te brengen

mvg,

florejaen

@florejaen: Ik veronderstel dat met 5-3.3log(2) 5-3·³log 2 wordt bedoeld. Bij de eerste oefening wordt waarschijnlijk ²log 25+²log 3 bedoeld.