zuren en basen
 

hoe weet je of een zuur/base wel of niet splitst? als je de notatie moet schrijven dus. En hoe weet je wat een base of zuur is van een oplossing?

Een zure oplossing is een oplossing die H⁺-ionen bevat. Een basische oplossing is een oplossing die OH^--ionen bevat. Een sterk zuur splitst volledig in H⁺-ionen en een zwak zuur gedeeltelijk. Een sterke base splitst volledig in OH^--ionen en een zwakke base gedeeltelijk.
In tabel 49 van Binas vind je linksboven de sterke zuren (aangegeven met pK_z<0) en daaronder de zwakke zuren, en rechtsonder vind je de sterke basen (aangegeven met pK_b<0) en daarboven de zwakke basen.

bedoel hoe moet je weten of iets blijft bij de notatie dus niet splitst zoals H3PO4 en NA+OH

en hoe weet je of iets een zuur/base of een zout is?

Een zuur is een stof die H⁺-ionen afstaat, een base is een stof die H⁺-ionen opneemt en een zout is een vaste stof die uit positieve en negatieve ionen is opgebouwd. Kortom, ken je definities en zorg ervoor dat je deze weet toe te passen.

zou u een voorbeeld kunnen geven mbt zout en zuur/base?

Alles wat H of OH in zijn chemische formule staat, oplosbaar is in water, is zuur dan wel base.

zout = binding tussen metaal en niet-metaal. Hoge smelt- en kookpunten. vast bij kamertemperatuur

zuren:
H3PO4
HNO3
H2SO4
H2O
HCl
CH3COOH
H3O+


basen
OH-
KOH
NaOH
H2O
Ca(OH)2
NaOCl (glorix)
H2O2

Zouten:
NaCl
KCl
KI
(Ca)3(PO4)2
KNO3

Zouten die bestaan uit OH worden in vaste vorm ook wel zouten genoemd:
KOH
NaOH
Ca(OH)2



etc
etc

base = deeltje dat H+ ion kan opnemen
zuur = deeltje dat H+ ion kan afstaan.