Significantie
 

Hoe reken je de volgende som uit, met de significante regels in je achterhoofd:

(506,686 x 44,4) : 55 + 5667,5 =

Dus het moet volgens de regels met vermenigvuldigen en delen dat het kleinste getal wint, en met optellen en aftrekken het getal met de minste decimalen wint.

(506,686 x 44,4) : 55 + 5667,5 = 6076,53379 = 6,1 * 10³

55 is het getal met het kleinste aantal significante cijfers, namelijk 2. Het antwoord krijgt dus ook maar twee significante cijfers.

Niet dat ik twijfel aan je expertise, maar zou je ook hier even naar kunnen kijken?

(506,686 x 44,4) = 2,25 x10^4
2,25x10^4 : 55 = 4,1 x10^2
4,1x10^2 + 5667,5 = 6077,5

Doordat je tussentijds afrondt, kom je op een ander antwoord.
Bijvoorbeeld zo:
9/2 = 4,5 = 5
5 * 2 = 10

Hoe meer berekeningen je uitvoert, des te groter wordt de fout. Daarom bekijk je pas na de gehele berekening, hoeveel significante cijfers je gebruiken moet.

Je mag trouwens best aan mijn expertise twijfelen. Ik ben ook gewoon een scholier. :P

Als je het antwoord in twee significante cijfers geeft, kom je net zo goed op 6,1x10^3 uit.

Als je verschillende vuistregels moet gebruiken (die van vermenigvuldigen/delen en die van optellen/aftrekken) moet je ook je tussenantwoorden afronden. Je rekent dan eerst (506,686 x 44,4) : 55 uit, rondt het af en telt er dan 5667,5 bij op. Daarna rond je weer af.

(506.68600 * 44.4) / 55 = 4,1*10^2 afronden op 2 significante cijfers
4,1*10^2 + 5667,5 = 6,07*10^3 afronden op -1 decimalen

Overigens is een betere manier deze methode alleen te gebruiken om te bepalen hoe nauwkeurig je je eindantwoord moet opschrijven. Vervolgens herhaal je de berekening en rond je alleen je eindantwoord af.

Mij werd altijd geleerd om gewoon de berekening uit te voeren, daarna te kijken wat het kleinste aantal significante cijfers is en het antwoord opschrijven in dat aantal.
Dus zoals Alg zegt.

Verder als je bijvoorbeeld een formule hebt:

y = 2x + z
x = 320
z = 22

Dan is het antwoord in twee significante cijfers. namelijk: 6,6*10^2

Wat je hier doet mag niet. Je rondt tussentijds af. Wat wel mag is dat je het zo als tussenantwoord opschrijft, maar je moet dan voor je eindantwoord wel doorrekenen met de onafgeronde waarden.
Je krijgt dan dus:


4,1x10^2 + 5667,5 = (6076,53379 =) 6,1 * 10³

Hoewel je het deel tussen haakjes dan ook niet meer opschrijft.

Dat is de vuistregel voor vermenigvuldigen en delen, die mag je alleen daarbij gebruiken (dus niet bij optellen en aftrekken, wat je bij deze berekening wel doet).

Bij optellen en aftrekken moet je kijken naar het aantal decimalen (cijfers achter de komma).